Direct naar artikelinhoud

Minder lesuren, zittenblijven schrappen en jaren overslaan

Het Vlaams onderwijs zou zonder kwaliteitsverlies ettelijke miljoenen euro's kunnen besparen. Alleen al het nutteloze zittenblijven laten vallen zou de overheid 230 miljoen opleveren, zo becijferde onderzoeker Carl Van Keirsbilck van denktank Itinera. Hij schreef een besparingsplan voor het onderwijs in drie punten.

Zittenblijven afschaffen:

230 miljoen euro

Leuvens onderzoek toonde eerder dit jaar aan dat zittenblijven eerder een negatieve impact heeft dan een positieve. Wie het eerste leerjaar dubbelt is al in het tweede leerjaar alle voorsprong kwijt. Toch moeten in Vlaanderen heel veel kinderen blijven zitten. Het feit dat Finland, op vlak van onderwijs zowat het nec plus ultra, bissen ook al liet uitsterven versterkt hem in zijn mening. De besparing zou aanzienlijk zijn. Een leerling in de basisschool kost de overheid jaarlijks 4.645 euro, in het secundair is dat 8.195 euro. Alles bij elkaar zou zittenblijven schrappen de Vlaamse overheid 230 miljoen euro opleveren.

Leerlingen versnellen: 5 miljoen euro

Op dit moment slaat in Vlaanderen slechts één procent van alle leerlingen een of meerdere leerjaren over. Studies doen echter vermoeden dat in werkelijkheid heel wat meer kinderen het zouden aankunnen om te versnellen.

Hoewel het screenen van wie wel en wie niet in aanmerking zou komen ook een serieuze inspanning zou vergen, liggen de baten volgen Van Keirsbilck nog steeds hoger. Hij berekent een winst van 5 miljoen euro en "dat is zonder rekening te houden met het extra voordeel dat er zal zijn omdat deze jongeren een jaar vroeger op de arbeidsmarkt zullen komen".

Minder lesuren:

enkele honderden miljoenen euro's

De moeilijkst te berekenen en vermoedelijk ook zwaarst te verteren maatregelen: het aantal lesuren reduceren. Vlaamse leerlingen zitten in vergelijking met andere landen meer uren op school.

Een 15-jarige krijgt hier gemiddeld 27,4 uur les terwijl het Europese gemiddelde op 25,5 uur ligt. Scandinavische landen houden het meestal zelfs op 22 à 23 uur. Een reductie naar 25 uur zou al snel enkele honderden miljoenen euro's kunnen opleveren.

Al nuanceert Van Keirsbilck: "Een deel van dat geld zou pure besparing zijn, maar ik stel voor om de rest te investeren, bijvoorbeeld om de taalachterstand van jonge kinderen aan te pakken." De vermindering van het aantal lesuren zou er overigens tegelijkertijd voor kunnen zorgen dat de impact van het lerarentekort beperkt blijft.