Direct naar artikelinhoud

Compagnie Barbarie pleit in ‘Happymess’ voor het recht op ongeluk

Zeven vrouwen studeerden af aan het Rits en werden Compagnie Barbarie. Hun debuut: Undertwasser, Wasserwasser kreeg veel bijval. Nu, vier jaar later, spelen ze hun derde productie: Happymess. Over het recht op ongelukkig zijn. Alvast een fijn idee.

Ook al mogen we met zijn allen blij zijn dat we niet in Japan of Libië geboren werden, toch is ons verdriet, over een uitblijvend telefoontje dat zo belangrijk was, over een overreden huisdier, over een scheefgelopen relatie, even reëel. Cie Barbarie zet zich af tegen wat ze ‘geluksdwang’ noemt: gewrongen tussen de zelfhulpcultus en streven naar instantbehoeftebevrediging, eisen deze dames tijd op om triest te zijn. Dat is het uitgangspunt.

Er is een en ander dat voor deze club pleit. Om te beginnen: ze slagen er in om een totaal eigen universum te creëren op scène. Happymess heeft een eigen esthetiek: in een basic decor (houten wanden, gigantische poster van bomen in een bos, vinyl vloertje, een tafel en een paar stoelen), dragen de dames weinig flatterende variaties op ondergoed met daar doorzichtige plastic regenjassen overheen. Een heerlijke treurmars van Tommigun zorgt voor een desolate sfeer: alsof de tijd stilstaat, alsof er niks meer te hopen valt, alsof het alleen nog maar een kwestie van wachten is.

De absurditeit van hun handelingen maakt het compleet: een tapijt wordt uit- en weer opgerold; een meisje wil een ladder, waarop ze haar gsm gebruikt om er een te vragen aan een ander meisje dat amper een meter verder staat; de dames wachten eindeloos in de rij om het zoveelste kopje water op te warmen: bakjes troost tot een treurig minimum herleid. Bovendien wordt er weinig gesproken. Hier gaat het bovenal om de blikken, de houdingen en de kleine acties die zich allemaal voltrekken volgens een eigen logica.

Twee: de dames weten hier en daar mooie beelden te maken. Hoe ze daar staan in het begin, bewegingloos met de ruggen naar de zaal, terwijl er eentje in de weer is met een radiator: alles voor een beetje warmte. Of als er een doos wordt bezorgd waar een ballon uitfloept die meteen de hoogte in vliegt, en wat er dan gebeurt.

Drie: het zijn leuke actrices. Als ze gaan, gaan ze helemaal. Als ze kijken moet je daar van alles bij denken.

Op papier is Happymess een leuke productie. Goed idee, origineel uitgewerkt, lekker gespeeld. En toch merkte ik dat ik - al mijn welwillendheid ten spijt - nergens in hun wereld werd getrokken. Dat ik, als grote fan van mooie traagheid, wiebelig dreigde te worden naar het einde toe, zo van: toch wat te veel van hetzelfde. Dat ik minder moest lachen dan vermoedelijk de bedoeling was. Dat ik het nooit echt spannend vond. Dat ik in de sympathieke chaos te weinig inhoudelijkheid kon vinden, of te weinig emotie, of te weinig ideeën. Maar dat kan ook aan mij liggen. Of aan die ene avond waarop ik het zag. Wie benieuwd is op basis van deze tekst en uitleg, moet vooral zelf gaan kijken.