Direct naar artikelinhoud

MENSENHANDEL IN DE ACHTERTUIN VAN DE EU

Mensenhandel komt niet alleen voor in verre landen op andere continenten, maar heeft ook plaats in staten die drummen om bij de Europese Unie te komen en zelfs in landen die al lid zijn van de EU-club. In Bulgarije en Roemenië blijkt mensensmokkel en -handel nog een onuitroeibaar fenomeen. Albanië, Kosovo en Macedonië, die steeds gretiger naar 'Brussel' lonken, zijn scharnierlanden in deze criminele activiteit. Ngo's uit de westelijke Balkanlanden voeren er een wanhopige strijd tegen, maar krijgen ook steeds meer steun van collega's uit de EU. Door Frank Schlömer

Te huur: baby's

om te bedelen

Internationale ngo's vechten samen tegen iets wat op een paar uur vliegen van hier schering en inslag is, al beweren regeringen dat het niet of nauwelijks voorkomt. De handel in mensen is op de Balkan wel degelijk een maatschappelijk fenomeen, waar maffiabendes geld uit slaan. Met deze moderne vorm van slavernij is grof geld gemoeid.

De Koning Boudewijn Stichting (KBS) is een van de organisaties die actief betrokken zijn in de strijd tegen de 'human trafficking' en heeft daar sinds 2007 zo'n 800.000 euro aan steunfondsen voor uitgetrokken. De financiële bijstand van de KBS gaat naar projecten in Bulgarije, Roemenië, Albanië, Kosovo, Macedonië en Servië.

Overigens is de KBS al sinds 2003 bezig met projecten in Balkanlanden die zich toespitsen op sociale bijstand en ook maatschappelijke reïntegratie van slachtoffers van misdaad. Samen met de Duitse GIZ (Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit) heeft de KBS onlangs een grote conferentie over het thema georganiseerd in de Macedonische hoofdstad Skopje.

De locatie was niet toevallig gekozen en dat de openingstoespraak door minister van Sociale Zaken Spiro Ristovski werd gehouden, heeft ook zijn belang. De Macedonische regering weet dat haar land een spil is in deze criminele activiteit, maar het is nog maar de vraag of ze er veel aan doet. Ze betaalt wel eens de elektriciteit en verwarming van de hulporganisaties, maar verder houdt ze hen op afstand met het eeuwige argument dat er geen geld is.

Totaal doorzichtig als je ziet dat er wel vele honderden miljoenen beschikbaar zijn voor megalomane bouwprojecten aan beide oevers van de Vardarrivier in Skopje.

Maar de Macedonische en andere regeringen willen de hulporganisaties ook niet bruuskeren en schuiven hen dus af en toe een aalmoes toe. De ngo's brengen tenslotte toch maar geld het land binnen en zorgen ook voor wat werkgelegenheid. De bewindsploegen wentelen hun verantwoordelijkheid inzake sociaal beleid af op de organisaties, maar geven toch af en toe en beetje geld om de internationale donoren ter plekke te houden.

Slachtofferhulp

Een van die hulporganisaties die door de Koning Boudewijn Stichting gecofinancierd worden, en die daarmee haar onafhankelijkheid kan behouden, is Open Gate/La Strada (OG/LS), die rechtstreeks hulp verleent aan slachtoffers, mensenhandelaars helpt vervolgen, 'gerecupereerde' meisjes probeert te overhalen om tegen de handelaars te getuigen en via 'Europese wegen' de Balkanoverheden onder druk probeert te zetten om het sociale weefsel in de samenleving te verbeteren en harder op te treden tegen de criminele netwerken.

Jasmina Rajkovska, voorzitter van OG/LS en nationaal coördinator in Macedonië: "Twaalf jaar geleden waren wij de enige organisatie zich zich bezighield met het probleem van mensenhandel en gedwongen prostitutie, inmiddels zijn we lid van een internationale koepel. Wij vangen meisjes op die uit het circuit geraakt zijn en beschikken over een net van sociale werkers, juristen, artsen, sociologen en psychologen. Velen helpen ons gratis. Van de overheid krijgen we maar mondjesmaat steun, wat onze werking niet echt vergemakkelijkt. Ook de internationale financiële crisis is niet van aard opdat de overheid meer aandacht zou hebben voor deze problematiek binnen haar samenleving, hoewel ze goed weet dat Macedonië door zijn strategische ligging een rol speelt in de mensenhandel.

"Naast het opvangen van slachtoffers, proberen we ook preventief te werken. Zo hebben we een film gemaakt over mensenhandel die in de scholen wordt getoond en de leerlingen het fenomeen leert kennen. Er is een telefonische hulplijn, we verstrekken langs alle mogelijke kanalen informatie, we waarschuwen voor de valkuilen en leggen uit wat mensenhandel is."  

Politieagenten en grenswachters krijgen aangeleerd hoe ze het verschijnsel mensenhandel moeten benaderen en er is zelfs een cursus voor journalisten. De Macedonische pers is namelijk weinig te vertrouwen, blijkt in Skopje, omdat ze het vertikt om bijvoorbeeld alleen de initialen van een slachtoffer te gebruiken en liefst sensatieverhalen brengt met het nieuwe adres en de foto van 'gerecupereerde' slachtoffers er bij.

Ook dat vergemakkelijkt het werk niet van de ngo's, die voormalige slachtoffers op een geheim adres een tijdelijk onderkomen willen geven, hen een scholing aanbieden, hen bijna een nieuwe identiteit geven en hen opnieuw in de samenleving willen integreren. Sensatiejournalistiek kunnen de meisjes en de hulpverleners daarbij best missen. 

Zo zal bijvoorbeeld een werkgever een solliciterend meisje nooit in dienst nemen als hij te weten komt wat haar voordien is overkomen. Er zijn zelfs voorbeelden genoeg van ouders die hun dochters niet meer willen kennen om hun opgedrongen verleden. Daarom probeert OG/LS de opgevangen meisjes wel aan een job te helpen, maar zonder ooit iets over hun verleden te lossen en soms slaagt de organisatie er zelfs in het contact met ouders te herstellen.

Uitgebuit

Een andere vorm van moderne slavernij is het zwartwerk dat veel meisjes en vrouwen in Macedonië verrichten. Vooral in de sectoren textiel en landbouw zijn veel vrouwen zonder contract aan het werk en hebben niets anders dan een mondelinge afspraak. Vaak worden ze maanden niet betaald, worden ze aan het lijntje gehouden en ze verdienen toch al veel minder dan een man voor hetzelfde werk.

Eigenlijk zouden ze elk moment kunnen opstappen, maar dan verliezen ze zeker elk vooruitzicht op enige betaling. De officiële vakbonden trekken er zich niets van aan dat de textiel en de landbouw vol zitten met uitgebuite vrouwen omdat ze alleen de belangen van hun eigen leden verdedigen en zwartwerksters uiteraard geen lid zijn van een vakbond. En trouwens wie tegen de baas zou durven zeggen dat hij/zij bij een vakbond is, maakt sowieso geen kans op een onderbetaalde job.

Het gaat hier over een land waar een officiële arbeider 80 euro per maand verdient (een vrouw heeft voor hetzelfde werk 30 procent minder), waar nauwelijks sociale zekerheid bestaat en de werkloosheid volgens de overheid 37 procent bedraagt, maar die in werkelijkheid natuurlijk nog een heel pak hoger ligt. Er bestaat geen werkloosheidsvergoeding en na 20 jaar onafhankelijkheid is er in het land, dat liefst zo snel mogelijk lid van de EU wil worden, op sociaal gebied zo goed als geen vooruitgazng geboekt.

Maar er is nog iets anders waar Jasmina Rajkovska op wijst: "Het wordt allemaal niet vergemakkelijkt omdat noch de uitgebuite zwartwerksters, noch de verhandelde vrouwen over hun zaak willen spreken. En... patroons en georganiseerde misdaad hebben goede advocaten in dit land. De ngo's worden hier niet als partner beschouwd door de overheid, maar als een dienstverlener die delen van het werk van die overheid uitvoert."

Ratko Trimceski is sociaal werker in de West-Macedonische stad Gostivar, een bolwerk van de goed georganiseerde misdaad, niet ver van de grens met Kosovo en die met Albanië, waarvan de politie weet dat er aan mensen- en drugshandel wordt gedaan en waar ook smokkel van wapens, tabak en alkohol tot de lucratieve bezigheden behoren.

Hij heeft het over het geval van een 16-jarig meisje dat verkracht werd en seksueel misbruikt, maar dat met de hulp van ngo's de moed had om de politie in te lichten. Trimceski: "Ze is eerst bij ons ondergedoken en dan hebben wij haar voor haar veiligheid naar het opvangtehuis van OG/LS in Skopje gebracht. Dat is 50 kilometer verder landinwaarts en een grote stad waar meer anonimiteit heerst. Er zijn drie daders opgepakt en die gaan nu voor jaren achter tralies, maar hun vrienden en familie vormen permanent een bedreiging voor onze meisjes.

"Violeta (*) wordt nu voorbereid om alsnog middelbaar onderwijs te kunnen beginnen. Gelukkig treden de Macedonische wetgever en justitie een beetje strenger op de jongste tijd, waardoor wij ook minder een transitland voor mensenhandel worden. Servië neemt dit stilaan over."

Als een ngo als Open Gate/La Strada en andere om financiële redenen zou moeten sluiten, is er geen opvang voor voormalige slachtoffers meer mogelijk. Daarom is internationale hulp zo belangrijk, want op de eigen regeringen moet men niet al te veel rekenen.

Men stelt bij de sociale organisaties vast dat veel Europese landen en regeringen Macedonië en de buurlanden helpen bij de wegenbouwinfrastructuur, maar men vraagt zich bezorgd af waarom niet meer aandacht wordt geschonken aan sociale projecten zoals de opvang van slachtoffers van mensenhandel. Welke omvang de mensenhandel op de Balkan heeft, is niet te achterhalen omdat daar natuurlijk geen cijfers over bestaan. maar dat het een permanent verschijnsel is weten de regeringen zeer goed.

Nieuwe handelswaar

Een andere vorm van mensenhandel is nog moeilijker te bestrijden of te voorkomen, omdat de ouders van minderjarige kinderen er zelf de spil van zijn. In de wijk Shuto Orizari in Skopje, die hoofdzakelijk door Roma wordt bewoond, is Irena Velkovska opvoedster in een opvangcentrum voor Romastraatkinderen en leidt er samen met andere vrijwilligers een schooltje. Velkovska is redelijk wanhopig, hoewel het initiatief toch wel succes kent. "Het probleem is bijna onoplosbaar en dat ligt aan niemand anders dan aan de ouders. De nieuwe handelswaar bestaat uit minderjarige kinderen."

"De zigeunerbevolking is hier zo arm dat veel van die ouders hun kinderen aan misdadige organisaties verhuren voor 500 denar per dag (net geen 8 euro, FS) en dat zijn vaak hun enige inkomsten. Ze worden door de handelaars verspreid over de hoofdstad om te bedelen en te stelen en bij voorkeur buitenlandse bezoekers te 'bewerken'. Moeders verhuren hun baby's aan andere vrouwen om te gaan bedelen en de maffia achter het circuit strijkt het geld op. In de zomermaanden worden kinderen naar de grensovergangen met Servië, Griekenland en Albanië gebracht, omdat daar misschien iets te rapen valt. Ze dagen ook op aan de tolhuizen op de autowegen, waar hopelijk wel wat klein geld te halen is. Grotere en beter georganiseerde bendes doen zelfs aan 'export' en versluizen hun vrouwen en kinderen naar West-Europese steden. U zal dat in het straatbeeld van Brussel toch wel al gezien hebben."

Irena Velkovska vertelt dat de Macedonische overheid nu eindelijk toch wel wakker schiet, kinderen van straat probeert te halen en ook de onwillige ouders aanpakt. In het schooltje zitten kinderen in ijskoude klaslokalen te kleumen tijdens de teken- en de schrijflessen. Er worden 97 kinderen van 4 tot 16 jaar opgevangen die blijven dan tenminste van straat. Het aantal straatkinderen is moeilijk te schatten omdat velen niet zijn ingeschreven bij de burgerlijke stand en dus voor de overheid niet eens bestaan. In zo'n situatie kan men dus zelfs niet eens het juiste inwonersaantal van het land Macedonië kennen.

Die kinderen die naar het schooltje gaan komen allemaal uit de wijk en de boel wordt rechtgehouden door vrijwilligers. Ze krijgen aandacht voor hygiëne bijgebracht, worden gevaccineerd, hun kleding wordt gewassen ("de wasmachines zijn afdankertjes die we gekregen hebben"), soms geven warenhuizen wel eens voedsel cadeau dat tegen zijn vervaldatum zit en er zijn avondlessen voor oudere kinderen.

Velkovska: "De ouders moeten toelating geven dat de kinderen komen en die willen dat vaak niet omdat ze hun kinderen liever gebruiken voor gemakkelijk geld. Er wordt zelfs familiaal geweld gebruikt tegen kinderen die naar het schooltje willen komen. De ouders zijn vaak een groter probleem dan de kinderen. Hier worden huwelijken geregeld voor 50 euro, 13-jarige meisjes hebben soms al een kind en geraken dus zo goed als nooit uit de vicieuze cirkel. 

"Ik heb een absolute voldoening en kan wenen van geluk als een klein meisje tegen mij zegt dat het niet meer wil gaan bedelen maar kapster wil worden. Op het einde van de dag willen kinderen vaak niet naar huis omdat ze dit hier als hun thuis beschouwen, maar we mogen en kunnen hen natuurlijk over nacht niet hier houden."