Direct naar artikelinhoud

Een kamer vol angst en verleiding

Het 'museum' van de Botanique in Brussel is getransformeerd tot een Wunderkammer, een curiositeitenkabinet gevuld met werk van twintig hedendaagse kunstenaars, van Jan Fabre en Wim Delvoye tot Roberto Kusterle en Ulrike Bolenz. Het is een bizarre, kleurrijke wereld waarin sprookjes, fantasieën en nachtmerries heersen.

De oorspronkelijke Wunderkammer dateert van de 16de eeuw en is eigenlijk de voorloper van onze musea. Het 'rariteitenkabinet' was aanvankelijk een kast, later een hele kamer waarin de toenmalige connaisseur - een rijke burger die vaak al kunst en boeken verzamelde - de meest uiteenlopende, vreemdsoortige objecten samenbracht. Het uitgangspunt was verwondering: de voorwerpen in kwestie waren vaak exotische schelpen, planten en opgezette dieren, die aangevoerd werden uit de recentelijk ontdekte koloniën, waarover de collectioneur én zijn geleerde vrienden naar hartenlust konden converseren.

In zo'n Wunderkammer bevonden zich vaak ook stolpen met opgezette Siamese tweelingen, naast de zogeheten 'echte hoorn van een eenhoorn', 'het dijbeen van een reus' en een bokaal met 'bloed van een draak'. Hoewel het rariteitenkabinet een coherent beeld van de wereld wilde geven, ging het er dus niet echt wetenschappelijk aan toe. Men werd toch eerder aangetrokken tot het buitenissige van Moeder Natuur en wilde vooral graag de fantasie prikkelen en de droom stimuleren.

In die traditie zette het cultuurcentrum van de Franse Gemeenschap Botanique een hedendaagse Wunderkammer op met werk van twintig, meestal Belgische kunstenaars. Het 'Museum' van de Botanique werd herschapen in een curiositeitenkabinet, een kapelachtige ruimte waar de kunstwerken kriskras door elkaar staan en hangen. Het resultaat is een prikkelende tentoonstelling op de grens van kunst en kitsch, fantasy en gothic, sprookjes en nachtmerries.

Hybride wereld

Wunderkammer begint meteen sterk met een tiental werken, tussen foto en schilderij in, van Roberto Kusterle, een Italiaanse kunstenaar. Hij roept een bizarre, bevreemdende wereld op met wezens die half mens half dier zijn: mannen met vissenkoppen, vrouwen in luipaard- of giraffenvel, gezichten die overwoekerd worden door schelpen en een man door wiens huid stekels priemen als was hij een egelmannetje. Kusterle, die naar verluidt geen digitale technieken gebruikt maar met fototoestel en pigmenten aan de slag gaat, creëert in zwart, wit en grijs prehumanoïde mutanten in desolate landschappen. Zijn werken hangen in één gang, waardoor ze elkaar alleen maar versterken. Een ervaring en meteen het hoogtepunt van deze Wunderkammer.

Even hybride zijn de 'libellen' van Ulrike Bolenz, een Duitse kunstenares die in Brussel neergestreken is. Verspreid in de Wunderkammer hangen haar transparante werkjes, lichte constructies van plexiglas, polyester en een foto van een naakte vrouw tegen de achtergrond van ontwerptekeningen. Het zijn fragiele objecten die aan elfjes doen denken en ons tegelijk confronteren met de broosheid van het bestaan. Ook de gemuteerde krabben van de jonge Belgische Alexandra Leyre Mein, een stel krabbenlijven op hoge kippenpoten, horen in dezelfde bizarre wereld thuis.

Vincent Solheid, geboren in Malmedy, heeft zijn grillige fantasie de vrije loop gelaten: ook hij toont transformaties en mutaties, maar van gipsen heiligen. Uit de buik van de madonna groeit een drakenkop, Jezus is vermomd als beer en de heilige Franciscus lijkt uit Star Wars afkomstig.

Twee glas-in-loodramen van Wim Delvoye, met röntgenfoto's van menselijke skeletten, en de getatoeëerde Jezus van Jean-Luc Moerman passen prima in de kapelachtige ruimte. In dezelfde sfeer van zwarte missen zitten de gothic foto's van Olivia Droeshaut en Yves Dethier.

In het midden van de ruimte staat een werk dat je makkelijk over het hoofd ziet: een bescheiden bokaal met 'iets' erin dat bijna instinctief ongemakkelijk stemt. Zijn het huidschilfers of gedroogde insecten? Bij nader inzien blijkt het 'afval van

het leven' te zijn: een verzameling geknipte vinger- en teennagels van de kunstenaar, Alessandro Filippini.

Er mag ook gelachen worden, met twee piepkleine

maquettes waarin een bruine beer als zeemonster een zeilschip aanvalt en enkele stolpen waaronder alweer een bruine beer het op een tent gemunt heeft. Werken van de jonge Belgische kunstenaar Eric Croes, die toont dat in een miniwereld het kwaad niet uitgebannen is.

En er is ook pure schoonheid te zien, zij het dan met een scherp, akelig randje: Laurence Dervaux heeft een serie mensenbotten deels gewikkeld in rode draad en ze met diezelfde rode draad met elkaar verbonden. Bij nader inzien ligt er een onvolledig menselijk skelet, een fraai netwerk van botten. Bizarre schoonheid ook bij Jan Fabre met zijn Skull uit 2010: een schedel bezet met scarabeeën, die tussen zijn kaken een parkiet klemt. Misschien komt Fabre met dit werk het dichtst bij de uitgangspunten van de oorspronkelijke Wunderkammer: verwondering, fantasie en gruwel.

INFO:
Wunderkammer. Hedendaags curiositeitenkabinet tot 29 januari in Botanique, Koningsstraat 236, Brussel. Woe-zo 12-20 uur. Toegang: 5 euro, met gebruikelijke kortingen. www.botanique.be