Direct naar artikelinhoud

Op stap met de personal art shopper

Echte luxe is… geen Ikea-reproductie aan de muur maar een origineel schilderij. Hoe kies je dat? De personal art shopper weet raad.

ven de achtergrond van dit stuk schetsen. Zou ik mijn woonkamer willen opfleuren met een origineel kunstwerk? Ja, natuurlijk. Zou ik daarvoor de hulp inroepen van een personal art shopper? Mmm, misschien niet spontaan. Ik ben gezegend met een bovengemiddeld vertrouwen in mijn eigen smaakgevoel. ‘Ik weet toch zelf best waar ik elke dag wil naar kijken’, dat soort overtuiging. Aan de andere kant is nog nooit iemand slechter geworden van wat vrijblijvend professioneel advies. Dus stem ik ermee in om Stephanie Manasseh, personal art shopper, te ontmoeten in de Brusselse Bar Loui. Laat die privéspoedcursus ‘Kunst op de kop tikken’ maar komen.

Pech. Van doceerdrang geen spoor bij Manasseh (37), een Canadese met Joodse roots die sinds 2004 met haar gezin in Brussel woont. Als personal shopper in de kunstsector wil ze haar cliënten niets bijleren, inpeperen of opdringen: “Ik ben geen lid van de smaakpolitie en geef al zeker geen investeringsadvies. Ik probeer alleen een drempel te verlagen. Er zijn genoeg mensen tussen de 30 en de 55 die wat geld kunnen spenderen en respect hebben voor originaliteit en vakmanschap. Vertrouwd met de kunstscene zijn ze daarom niet en het wereldje kan erg gesloten zijn. Ik wijs kunstmaagden de weg naar lokale kunstenaars en dan zien we of ze een coup de foudre voelen met één of ander werk. Voor veel mensen is de aankoop van een kunstwerk iets gevoelsmatigs - de beslissing geeft een kick.”

Stephanie Manasseh is een ontspannen type zakenvrouw. Niks wapperende handen, niks overenthousiaste mimiek. Manasseh is dan ook geen volbloed voorbeeld van een personal shopper. “Ik ben in de eerste plaats de initiatiefnemer en curator van de Accessible Art Fair in Brussel. Mijn personal shoppingservice is daaruit gegroeid.” Op de Accessible Art Fair, die twee keer per jaar plaatsvindt in het Conrad Hotel, stellen maximaal vijftig kunstenaars hun werk persoonlijk voor aan potentiële kopers.

De sfeer is ongedwongen en mikt op een boetiekgevoel. De beloofde toegankelijkheid geldt in twee opzichten. Ten eerste is de toegang tot de beurs gratis en varieert de prijs van de tentoongestelde werken tussen de 50 en de 5.000 euro. Bovendien - en zo onderscheidt de formule zich van de uit Londen overgewaaide Affordable Art Fairs - praat je er als koper niet met galeriehouders maar met de kunstenaars zelf. Manasseh: “Dat persoonlijke contact is een enorme meerwaarde. Toen klanten me ook tussen de voorjaars- en de najaarseditie van de beurs begonnen te benaderen, ben ik gestart met de personal shoppingservice. Op elk moment van het jaar regel ik op aanvraag persoonlijke afspraken met onze exposanten.”

Exotische namen

Hoewel Manasseh me vooraf gevraagd had om foto’s van mijn interieur mee te nemen, wil ze vanmorgen vooral horen welke kunstenaars uit haar stal me aanspreken. Ze stelt voor om enkele portfolio’s op de website van de Accessible Art Fair te bekijken en na onze koffie een bezoek te brengen aan twee kunstenaars van mijn smaak. Klinkt goed, maar zo makkelijk komt ze er niet vanaf. Gisteren heb ik een klein uur ongewenste elementen - genre speelgoed, papierstapels, verlepte plantjes - uit mijn woonkamer verwijderd. Daarna heb ik er, godbetert, gestofzuigd. En dat allemaal om haar een presentabele foto te kunnen tonen van mijn lege muur. In ruil verwacht ik voor we op pad gaan minstens een diepgaande interieuranalyse van mijn huiskamer. “De ruimte heeft kleur nodig”, luidt Stephanies verdict, “en ze heeft een duidelijke sfeer.” Dat klopt: ik woon in een volledig houten huis, met parket, diverse inbouwkasten en houten deuren. “Je moet beslissen of je daarbinnen wil werken of juist voor contrast gaat.” Ik kies voor de clash. Hout is warm en gezellig maar ik wil het cottage-gehalte niet onderstrepen. We zijn het snel eens dat alle soorten landschappen uit den boze zijn. Zelfs een spectaculaire natuurfoto zou verkeerd uitpakken in mijn huis.

Op zoek naar wat wel werkt, overlopen we enkele onlinegaleries. Het eerste doek waarbij ik een klik voel is Pensies van Olga Gouskova. Gouskova werd geboren in Moskou maar woont al bijna een decennium in België. Haar naam is niet de enige exotische in de lijst Accessible-kunstenaars: Schlesser-Gamelin, Debongnie, D’Alimonte of Yedid… Het lijkt wel een internationale club.

Manasseh: “De Accessible Art Fair is mijn geesteskind en draagt mijn stempel. Omdat mijn moeder schildert wou ik haar werk aan enkele galeries in Brussel presenteren. Tot mijn verbazing bleek het aartsmoeilijk om voorbij de assistentes te geraken. Toen ik dat besprak in onze expatgemeenschap, ontdekte ik dat heel wat buitenlandse kunstenaars worstelden met het vinden van een Belgisch forum. Met de Accessible Art Fair heb ik dat gecreëerd, maar er exposeren natuurlijk ook Vlamingen en Walen en meer gevestigde kunstenaars.” Tot die laatste categorie behoort Olga Gouskova. Haar melancholische vrouwenfiguren in sepiapotlood en acrylpen zijn precies getekend maar hebben een onbestemde gelaatsuitdrukking waardoor ik hen telkens opnieuw wil bekijken. Helaas is het kleurenpalet aan de sombere kant. Erg geslaagd, maar niets voor mijn muren. Geen bezoek aan Olga Gouskova dus.

De Amerikaan Gordon Hopkins is de eerste die mij en mijn personal shopper over de vloer krijgt. Hopkins heeft een kleine toonruimte in de Brusselse Edelknaapstraat, vlak bij het hippe Kasteleinsplein. Zijn atelier - waarin hij soms aan zes tot zeven doeken tegelijk werkt - ligt elders. Felle kleuren, herhaling, alledaagse objecten (zoals theekopjes), primitieve vormen (zoals ovalen) en vissen inspireren deze voormalige landschapsarchitect met lichte heimwee naar de Californische zon. De laatste tijd gaat de verkoop goed en dan is contact met klanten natuurlijk leuk. Hopkins: “Ik nam al deel aan de allereerste editie van de Accessible Art Fair in 2007, toen we bij wijze van spreken nog in Stephanies garage stonden. Op de komende editie in het Conrad Hotel, van 13 tot 15 mei, ben ik er weer. Ik geniet enorm van spontane reacties op mijn werk, goed of slecht. Als kunstenaar krijg je die veel te weinig.” Ik neem aan dat niet iedereen zo graag op een verkoopbeurs staat als de vlotte Hopkins? Stephanie Manasseh: “We hebben kunstenaars die op een vorige editie niets verkochten en toch weer meedoen. Artiesten met een duidelijke visie kunnen publieksreacties relativeren. Hun ego mag niet te groot zijn en hun zelfbeeld niet te laag.” Het losse zelfvertrouwen van Gordon Hopkins wakkert mijn enthousiasme voor zijn doek Indian summer aan. Ik pols naar de prijs: 4.500 euro. Ik betrap mezelf op de vaststelling: toch tweeduizend euro duurder dan de Gouskova.

picture perfect loft

Even later heeft de personal shopper me alweer binnengeloodst in een fotogenieke loft op een boogscheut van de Sint-Katelijnekerk. Hier woont en werkt Katarina Winslow, een Zweedse grafisch ontwerpster, kunstenares en moeder van twee. De blonde Winslow oogt frêle en verzorgd. Ze intrigeert omdat ze kleurige, abstracte doeken maakt waarover ze haar hele getormenteerde ziel uitgiet. Mijn oog valt op Fertility en Brighter earth. Als ik vraag naar hun inspiratiebron, hebben we het in geen tijd over hedendaags feminisme, spirituele groei en het verstikkende van politieke partijlijnen. Winslow (lacht): “Mijn zus vroeg mij als kind al: ‘Katarina, kun je iets minder diep zijn?’ Maar ik ben het zo eens met Picasso. Of ik nu een halve dag of een maand heb geschilderd aan één doek - uiteindelijk duurde het mijn hele leven voor ik het zo kon maken.” Winslow staat binnenkort voor het eerst op de Accessible Art Fair: “Ik had tien jaar geleden al een show in Washington, maar dit is anders. Mensen bekijken je werk en oordelen of het past bij hun sofa. Dat mag, al hoop je als kunstenaar toch vooral dat je andere reacties losmaakt.” Wellicht is dit niet het moment om te melden dat ik denk dat Brighter earth (3.500 euro) het erg goed zou doen naast mijn inbouwkast?

Mocht het personal shoppingparcours resulteren in een impulsaankoop, dan ging ik zonder twijfel naar huis met een Katarina Winslow. Ik ben me ervan bewust dat mijn sympathie voor Winslow als persoon daarin een rol speelt. Is dat niet het gevaar van kunst kopen in contact met de kunstenaar? Dat schilderijen niet langer voor zich moeten spreken omdat de persoonlijke klik doorweegt? Stephanie Manasseh: “Dat lijkt me geen probleem. Particulieren die een kunstwerk kopen doen dat meestal spontaan. Omdat ze iets mooi vinden en omdat ze in het talent van de maker willen investeren.” Ze biedt aan om de werken in mijn woonkamer te hangen zodat ik hen los van hun ontstaanscontext kan beoordelen, in mijn huis. In ruil voor een waarborg mogen ze er zelfs een week lang blijven. Een aanlokkelijk aanbod, maar misschien moet ik eerst maar eens naar de Accessible Art Fair? Wie weet wie ik daar nog ontmoet. n

Werk van de Zweeds-Brusselse Katarina Winslow (links) en van de Amerikaans-Brusselse kunstenaar Gordon Hopkins (rechts). Het werk van Winslow zou perfect passen in de huiskamer van het redactie-proefkonijn.

Het interieur van het redactie-proefkonijn is voor de gelegenheid opgeruimd én gestofzuigd (rechts). De personal art shopper geeft tips voor de lege muur. Ze stelt de melancholische vrouwenfiguren in sepiapotlood van Olga Gouskova voor.

Stephanie Manasseh, personal art shopper:

‘Ik ben geen lid van de smaakpolitie en geef al zeker geen investeringsadvies. Ik probeer alleen een drempel te verlagen.’