Direct naar artikelinhoud

Bang voor de tram, bang voor de stad

In Brasschaat en Lochristi willen ze geen tramverbinding met de stad. Tramangst, is de diagnose van sociologen. Of de vrees dat met een tramlijn de enge stad de rustige randgemeentes zal infiltreren.

Jan Jambon herhaalde het deze week nog eens: als kandidaat-burgemeester voor N-VA is hij mordicus tegen een tramverbinding tussen Antwerpen en Brasschaat. Te duur, niet efficiënt en er is geen plaats voor. En ook nog: "We willen de verstedelijking buiten houden. Brasschaat is een buitengemeente, en dat moet zo blijven. De tram is een trigger, een glijmiddel voor verdere verstedelijking, en daar is hier geen draagvlak voor."

Tram of geen tram? Deze prangende kwestie leeft niet alleen in Brasschaat. In Lochristi, bijvoorbeeld, circuleert het idee van een tramverbinding met Gent al jaren en de meningen zijn even verdeeld als in Brasschaat: Groen en sp.a zijn voor, Open Vld, N-VA en CD&V zijn tegen. Burgemeester Yves Deswaene (Open Vld): "Lochristi is een buitengebied. Ze zeggen wel dat er geen verband is, maar die tramlijn is een manier om ons onder te brengen in het grootstedelijk gebied Gent."

Die weerstand heeft een naam: tramangst. "Het gaat om bestuurders in de stadsrand die denken dat ze met de tram een hoop negatieve elementen van de stad naar de rand trekken", vertelt stadssocioloog Pascal De Decker (Hogeschool Gent). "De tram als symbool voor vreemdelingen, criminaliteit en onveiligheid. Ze zeggen het niet luidop, maar tramangst gaat uiteindelijk over angst voor de stad, die nog steeds een negatieve bijklank heeft. Randgemeenten willen daar niet bij horen."

Die afwijzing heeft ook iets egoïstisch, vindt De Decker. "Randbewoners wonen graag rustig, en trekken naar de pretstad als er iets te doen is, om hun wagen er te parkeren in een ondergrondse parking. Ze consumeren de stad, maar tonen zich voorts weinig solidair. Iemand als Jambon is daar een schoolvoorbeeld van."

Jambon pareert: "Ik wil het beeld ontkrachten dat we allochtonen willen buitenhouden. Er rijden elk uur vier bussen van de Rooseveltplaats naar Brasschaat, kans genoeg dus om hier te geraken. Maar kijk naar Merksem, waar tram 3 rijdt: een aaneenrijging van interimkantoren, telefoonwinkels en andere winkels van laag niveau. Dat bedoel ik met verstedelijking."

Er speelt ook een statuskwestie. Was de tram vroeger van iedereen, dan evolueerde die na de Tweede Wereldoorlog tot het vervoermiddel voor sukkels die zich geen auto konden permitteren. "Voor stadsmensen heeft status er weinig mee te maken, ze vinden trams doorgaans snel en comfortabel", denkt De Decker. "Bij niet-stedelingen speelt dat nog wel. Dat zie je ook bij treinen: veel mensen staan nog liever in de file dan gebruik te maken van een collectief vervoersmiddel."

Dat het ook anders kan, bewijst Boechout, aan de andere kant van 't Stad. Sinds een dikke maand rijdt daar tram 15, die pendelt tussen het dorpscentrum en Antwerpen, tot groot jolijt van burgemeester Koen T'Sijen (sp.a). "De generatie voor mij heeft nog protestacties gehouden tegen de komst van de tram, maar wat ons betreft biedt het een ongelooflijk voordeel", legt T'Sijen uit. "De tram haalt de auto's van de baan. Nu al zitten we met een tekort op onze parking en fietsenstalling aan de eindhalte. In de rand kun je niet anders dan nadenken over een andere mobiliteit, of je raakt binnenkort je oprit niet meer af. Als je jonge mensen vraagt waarom ze voor de zuidrand kiezen, dan blijkt die aansluiting tussen stad en rand met het openbaar vervoer een troef. Ook de stad wint, omdat ze minder auto's van randbewoners moet slikken en dus minder last heeft van fijn stof en druk op het verkeer."

T'Sijen begint er zelf over: "Ik ken ze wel, die rechts-conservatieve reacties. Dat het krapuul nu van de stad zal komen. Maar dat klopt absoluut niet. De scouts hebben hier net een fuif georganiseerd voor 3.750 man, en die heeft geen ander publiek gelokt dan anders. Inbraken, nog zo'n dooddoener. We weten dat inbrekers uit de stad met het openbaar vervoer komen, ze verstoppen de buit om die later op te halen. Maar dat fenomeen bestond al voor de tram. Verstedelijking hou je niet tegen. Met een goed woonbeleid en ruimtelijke ordening kan je het groene karakter wel bewaren."

Dat vinden ze ook in Ukkel: uit angst voor stadsboefjes werd een metrolijn vanuit Brussel twintig jaar geleden nog afgeschoten, vandaag blijkt het opnieuw bespreekbaar. Idem in Vilvoorde. Daar reed jarenlang tram 58, vanuit noordelijk Brussel. "Er liep daar een en ander mis met de verkeerscirculatie, maar begin jaren negentig was in ook de weerstand groot in Vilvoorde, omdat de tram problemen van de grote stad zou importeren", weet Kees Smilde van reizigersvereniging TreinTramBus. "Het was toch een van de argumenten die er toe leidde dat de tramlijn begin jaren 1990 werd afgeschaft."

Inmiddels zijn er plannen om de tram in Vilvoorde in ere te herstellen. Burgemeester Marc Van Asch (nochtans fractie CD&V-N-VA): "We zeggen niet direct nee, de tram is mogelijk een oplossing tegen sluipverkeer. Natuurlijk zijn er bepaalde nadelen verbonden aan Brussel. Maar tram, bus of trein, wat is het verschil? Brussel is onze vijand niet, die nabijheid is ook een troef."