Direct naar artikelinhoud

Een moslimdemocratie, en waarom niet?

Koert Debeuf vindt dat de overwinning van de islamisten in Tunesië niet per se een domper op de feestvreugde hoeft te zijn.

Het werd voor velen een feestje in mineur, de verkiezingen in Tunesië. Waar zondag iedereen emotioneel en zelfs bijna euforisch was over de massale opkomst en de rust waarin alles verliep, zetten de eerste resultaten op maandag een domper op de vreugde. Dat de Islamitische partij Ennahda zou winnen, wist iedereen. Maar dat ze veertig procent van de stemmen zou halen, deed menig seculier even slikken. Vooral omdat het ingaat tegen ieders gevoel.

De hoofdstad Tunis voelt meer dan welke stad ook in Noord-Afrika aan als een Europese stad. De straten zijn proper, het verkeer is rustig, iedereen spreekt Frans en vrouwen met een hoofddoek vormen een erg kleine minderheid. Op de verkiezingsdag was ik op het stembureau in de Rue de Marseille, in het centrum van Tunis. De sfeer was er bijzonder rustig. Mensen stonden kalm te praten in een lange wachtrij. Elk van hen kwam emotioneel en bijna euforisch buiten nadat ze hun stem hadden uitgebracht. Eindelijk democratie, eindelijk vrijheid.

Renaissance

Wie is Ennahda of de partij van de Renaissance? Ik heb enkele weken terug met een van hun topmensen een uur gesproken. Hij sprak over vrijheid, gelijkheid en democratie zonder zelfs maar één keer het woord Islam te vermelden. Toen ik hem daarnaar vroeg, zei hij dat de Islam voor hen wel belangrijk is als inspiratiebron, maar niet als politiek programma.

Het is zeker dat Ennahda aan de wereld een ander verhaal vertelt dan aan de eigen militanten. Maar het is blijkbaar ook zo dat zij bezorgd zijn om hun imago en dat van Tunesië en er dan ook alles aan doen om de wereld gerust te stellen. Er zijn maar twee mogelijkheden: ofwel draaien ze ons en hun bevolking een rad voor de ogen, ofwel gaan ze echt zoiets bouwen als een Moslim-democratie, naar Turks model of een nieuw model voor de hele Arabische wereld.

En waarom niet? Laat ons niet vergeten dat na de Tweede Wereldoorlog Europa decennialang absolute meerderheden heeft gekend voor de christen-democratie. Ook christen-democraten hebben erg lang geworsteld met de rol van de Kerk in de politiek. De grote debatten over abortus, euthanasie of het homohuwelijk zijn nog erg recent. In heel wat Europese landen is het zelfs nog onmogelijk om deze thema's op de agenda te zetten. In Malta is het pas sinds deze zomer mogelijk voor getrouwde koppels om te scheiden. Het is bovendien nog maar vijftig jaar geleden dat Monseigneur Desmedt van Brugge op de kansel zei dat stemmen voor de Volksunie een zonde is.

Ik wil niet beweren dat Ennahda hetzelfde is als de CVP, de CDU of Democrazia Christiana. Ik had in Tunesië bovendien ook veel liever seculiere partijen als de Parti Démocratique Progressiste, de Pôle Démocratique Moderniste of Afek Tounes zien winnen. Maar misschien moeten we ons eerst afvragen waarom Ennahda en niet de misschien voor ons voor de hand liggende partijen hebben gewonnen ?

Jobcreatie

Het regime van Ben Ali was niet alleen seculier, het vervolgde ook vele van de Moslimleiders. Een snelle blik op de rapporten van Amnesty International toont aan dat vooral de leiders van Ennahda jaren in de gevangenis hebben gesleten. Het maakt hen tot geloofwaardige figuren van de revolutie. Een van de fouten die bijvoorbeeld een aantal seculiere partijen maakten, was het opnemen van voormalig partijgenoten op hun lijsten. Bovendien had Ennahda een beter netwerk, een professionelere campagne en een meer uitgewerkt programma dan de andere partijen. Een Tunesiër die na de revolutie graag opnieuw stabiliteit en jobcreatie wil zien, kiest gemakkelijk voor het meest geloofwaardige alternatief voor Ben Ali. De Tunesiërs wilden verandering. Verandering is wat ze hebben gekozen.

Verzoenende taal

Misschien zal op termijn Ennahda evolueren tot een partij van een nieuw evenwicht tussen islam en zo de voedingsbodem voor de fundamentalisten wegnemen. Ik ben er niet helemaal gerust in, maar toch is het een kans die we ze moeten geven. In elk geval werd en wordt het Tunesische experiment in de hele Arabische wereld met argusogen gevolgd. Het is nu al zeker dat de overwinning van Ennahda door haar gematigde positie en de verzoenende taal die ze nu spreekt, de gematigden binnen het Egyptische Moslim Broederschap versterkt in hun positie. Dat is bijzonder welkom gezien de bijna zekere overwinning waar zij over een maand op afstevenen. Het zal zonder twijfel ook de Libiërs beïnvloeden die momenteel vanop de puinhoop die Kadhafi achterliet, een nieuwe staat moeten bouwen. Tot slot, ontneemt het rustige en transparante verkiezingsverloop in Tunesië het Bashar Al-Assad en consorten het argument dat het ofwel hen is ofwel de chaos. Het belang van het Tunesische experiment kan dus moeilijk worden onderschat.

Laat ons tot slot niet vergeten dat zestig procent van de Tunesiërs niet voor Ennahda maar voor seculaire partijen gestemd. Als er één iets is waar we sinds zondag zeker van mogen zijn, dan is het dat deze meerderheid niet zal zwijgen wanneer Tunesië de verkeerde kant zou uitgaan. Ennahda of geen Ennahda, Tunesië is het tijdperk van de democratie binnengetreden en ze zal een democratie blijven. En daarvoor kunnen we de Tunesiërs alleen maar feliciteren.