Direct naar artikelinhoud

Wie niet werkt, is gezien

Kun je de term 'werkloos' ook positief benaderen? Wel als het aan choreograaf Daniel Linehan ligt. Samen met veertig werklozen maakt hij in deSingel een voorstelling rond de 'beschikbare mens'. Want waar ligt de grens tussen werken en een 'echte' job hebben? Sofie Mulders

'Ik ben werkloos en daar voel ik me schuldig om. Ik zou iets moeten teruggeven aan de maatschappij. Als ik een dagje naar zee ga, wil ik het gevoel hebben dat ik dat verdiend heb na mijn harde werken. Dat heb ik nu niet." Nee, we zijn niet in een zelfhulpgroep beland, wel in het Antwerpse kunstencentrum deSingel. De Amerikaanse choreograaf en danser Daniel Linehan nodigde hier veertig werklozen uit, die samen met hem en zijn assistent Michael Helland een week lang zullen werken rond de begrippen 'tijd' en 'werk'. Die workshop zal leiden tot de voorstelling Vita activa, nu zaterdag op het podium van deSingel.

"'Werkloos' klinkt zo smekend. Ik zeg liever 'werkzoekend'", zegt Sarah Verhasselt. Dertig jaar is ze, ze studeerde communicatiemanagement en heeft al enkele werkjaren achter de rug. Na een sabbatjaar is ze sinds november weer op zoek naar een job, en dat bracht tot nu toe niet veel op. "Deze week heb ik eindelijk mijn eerste sollicitatiegesprek. Ik hoop dat dat aan de eindejaarsperiode ligt."

Stormloop

Ruth Deprez (21) is nog wat minder optimistisch. "Ik ben afgestudeerd in sociaal-cultureel werk", zegt ze, "en het is een ramp om daarin werk te vinden. Er zijn wel vacatures, maar meestal gaat het slechts om deeltijds werk. Bovendien zijn er ook veel mensen met ervaring op de arbeidsmarkt gekomen, door ontslagen of verminderde subsidies, en daar kan ik niet tegenop. Vaak zijn er driehonderd kandidaten voor één job. Dan kun je het als jonge, onervaren twintiger wel vergeten."

Veel gegadigden waren er ook voor het project van Linehan: honderdvijftig mensen antwoordden op zijn oproep. De eerste veertig hadden geluk. En nu de groep hier deze maandagmorgen voor het eerst samenkomt, valt het direct op: een overwicht aan jonge mensen. Veel mensen uit de artistieke sector ook, blijkt even later uit het eerste groepsgesprek. "Technisch gezien ben ik werkloos, ja. Maar ik werk wel. Ik fotografeer", zegt een vrouw van rond de veertig. "Ik wil dingen doen die ik graag doe. Waarom krijg ik daar dan geen geld voor?" Conrad, een jonge kunstenaar uit Gent, vult aan: "Ik zie niet in waarom ik een 'gewone' job zou moeten doen om de uren die nog resten dan te wijden aan mijn kunst. Dan kun je toch nooit tot iets goeds komen?"

En dan vraagt iemand: "Hoeveel mensen beschouwen zichzelf hier als werkloos?" Ongeveer de helft van de veertig mensen steekt zijn hand op. "En hoeveel van jullie krijgen geld van de overheid?" Waarop zo goed als iedereen een hand opsteekt.

Plots mengt Algayyar Mais zich in het gesprek, een jonge Iraakse die vier jaar geleden in België kwam wonen. Ze studeerde cinematografie aan de universiteit van Bagdad. "Ja, ik doe aan kunst, maar ben ik daarom een kunstenaar? Ik wil eerst goed in het echte leven kunnen staan en een gewone job hebben", zegt ze nuchter. "Ik moet mijn rekeningen kunnen betalen. Bovendien is kunst voor mij meer een zaak van geven dan van nemen."

Maar dit project heet niet voor niets Vita activa. En dus zullen de mensen hier ook werken deze week. Eén uur tijd krijgt elke deelnemer, om iets aan te bieden aan een andere werkloze uit de groep. Iets waar hij goed in is, of iets wat hij graag doet. Hardop voorlezen. Assisteren bij het kleren kopen. Een hoofdmassage. Filosoferen. Computers repareren. Een uur lang huisvrouw zijn.

Linehan en Helland inspireerden zich hiervoor op enkele 19de-eeuwse intellectuelen die tijd wilden gebruiken als betaalmiddel in plaats van geld. Ze printten geldbriefjes waarop stond: 'drie uur werk' in plaats van 20 dollar. Het idee achter time banking was een eerlijke en gelijkwaardige uitwisseling: een uur werk wordt uitgewisseld voor een uur werk.

Merengue

Wat Danny Peersman, 54 en voormalig toezichter bij De Lijn, gaat aanbieden? Dat weet hij nog niet. Een uurtje salsa dansen misschien. Dansen kan hij namelijk goed. Merengue kan hij ook. Zijn vrouw komt uit de Dominicaanse Republiek, vandaar. "Ik heb vijf jaar bij de stad Antwerpen gewerkt en vijf maanden geleden ben ik ontslagen. Omdat ik niet meer voldeed. Wat ik nu ga doen? Werken, hopelijk. Liefst opnieuw als toezichter. Of als bewakingsagent. Maar zoveel werk vind je daar niet in." De voertaal is hier Engels, en daar was Danny wel wat bang voor. "Ik heb dat nooit gehad op school. Maar ik heb het mezelf geleerd, en het gaat best vandaag. Wie weet waar deze workshop nog toe leidt. Nochtans zie ik het niet rooskleurig in. Steeds meer mensen verliezen hun job. Bij ons is het nog niet zo erg als in Portugal of Spanje, maar ik hou mijn hart vast voor wat nog komen gaat."

Vita activa, zaterdag om 20 uur in deSingel in Antwerpen, www.desingel.be