Direct naar artikelinhoud

Conflict bij Brink’s zit muurvast

Het sociaal conflict bij de Belgische tak van de Amerikaanse geldtransportonderneming Brink’s zit muurvast. De bijna twee weken durende staking laat zich vooral voelen bij de geldautomaten.

Zowel BNP Paribas Fortis als ING is cliënt bij Brink’s. Bij BNPP Fortis stond maandagmorgen een op de zes automaten in de kantoren leeg. Van de automaten buiten de bemande kantoren staat de helft leeg. ING meldt dat slechts 2 procent van de geldautomaten getroffen is. In totaal stonden gisterenmorgen bij de twee banken ongeveer 430 van hun bijna 3.400 geldautomaten droog. KBC en Dexia melden geen problemen als gevolg van een grotere toeloop naar hun automaten.

Bij de supermarktketen Delhaize kampten sommige winkels met een gebrek aan wisselgeld. Dat werd opgevangen door klanten gepast of elektronisch te laten betalen, stelt een woorvoerder. Informatie over geld dat weggehaald is bij de winkels wordt niet gegeven. Het kabinet van Binnenlandse Zaken bevestigt dat de geldtransporten door de Nationale Bank onder politiebegeleiding doorgaan “zolang het nodig is”.

Federaal minister van Werk Joelle Milquet (cdH) overlegde ondertussen met de directie van Brink’s. Haar woorvoerder wou na afloop gisteren geen commentaar kwijt. “Wij doen een poging om het sociaal overleg vlot te trekken.” Vandaag ontmoet Milquet de vakbonden.

Statuut

Met zijn poging om het arbeidersstatuut weer in te voeren, roeit Brink’s tegen de stroom in. Het aandeel van de bedienden in de groep van loontrekkenden steeg tussen 2004 en 2009 van 47,9 naar 49,4 procent. Het aandeel arbeiders zakte van 37,9 naar 37 procent. De restgroep wordt gevormd door ambtenaren.

Vooral de overgang van een industriële naar een diensteneconomie is verantwoordelijk voor die mutatie. Maar ook binnen de industriële bedrijven stappen arbeiders geregeld over naar een bediendenstatuut.

Het conflict bij Brink’s toont nog eens aan dat het verschil tussen de twee statuten allesbehalve theoretisch is. Arbeiders en bedienden hebben andere opzegregelingen en proeftijden. Hun loon en vakantiegeld wordt anders berekend en uitbetaald. Enkel arbeiders hebben nog een carensdag (een eerste, niet-vergoede ziektedag). Er zijn andere regelingen voor tijdelijke werkloosheid, al hebben de crisismaatregelen dat verschil (tijdelijk?) verminderd.

Onverantwoord

Iedereen is het erover eens dat die discriminaties niet meer verantwoord zijn. Bovendien leiden ze, zoals het geval-Brink’s aantoont, tot concurrentievervalsing.

Maar veel verder dan die vaststelling zijn de sociale partners en de politieke wereld nooit geraakt. Een goed compromis is gebaseerd op een win-winsituatie. In dit debat zijn er echter bijna onvermijdelijk winnaars en verliezers. Onder invloed van hun bediendecentrales willen de vakbonden enkel weten van een harmonisatie naar boven. Dat is dan weer onaanvaardbaar voor de industriële bedrijven met veel arbeiders.