Direct naar artikelinhoud

Bouwmeester versus Bouwcollege

De Vlaamse regering wil de Vlaamse Bouwmeester vervangen door een Bouwmeestercollege. Een beslissing die meer dan 4.000 Vlamingen contesteren via een petitie. Huidig bouwmeester Peter Swinnen krijgt veel tegenwind - hij zou onder meer te elitair zijn - maar de vrees voor verwatering en verzwakking in een Bouwmeestercollege leeft sterk. Anderen juichen zo'n college toe en zien het als de som van verschillende visies.

'Na het mandaat van de huidige Vlaamse Bouwmeester, richten we een Bouwmeestercollege op.' Met die oppervlakkige zin maakte de nieuwe Vlaamse regering haar intentie bekend om een beslissing van de laatste regering-Vandenbrande ongedaan te maken. Sinds 1998 hebben we er drie gehad: bOb Van Reeth, Marcel Smets en Peter Swinnen. Halfweg 2015 mag die laatste plaatsruimen voor een college van vijf tijdelijk aangestelde experts uit het architectuurmiddenveld. Wie of wat moet zetelen, is nog niet duidelijk. Dat moet de komende maanden worden uitgewerkt.

De Vlaamse Bouwmeester is gemodelleerd naar de Nederlandse Rijksbouwmeester. Net als in Nederland adviseert onze bouwmeester bij bouwprojecten van de overheid, zowel in steden als gemeenten. Dat gaat van Kazerne Dossin in Mechelen over het gemeentehuis in Oostkamp tot de brug over het Albertkanaal in het Limburgse Vroenhoven. Maar ook pleinen en parken vallen onder het advies van de bouwmeester, denk maar aan het masterplan voor Park Spoor Noord in Antwerpen.

"De eerste bouwmeester, bOb Van Reeth, heeft de Open Oproep in het leven geroepen", zegt André Loeckx, emeritus hoogleraar architectuur aan de KULeuven en één van de initiatiefnemers van een onlinepetitie om het systeem van de bouwmeester te behouden zoals het nu is. De petitie werd op amper twee dagen meer dan 3.000 keer ondertekend.

Loeckx werkte met de drie bouwmeesters samen en zetelde in tal van selectiejury's. "Lokale besturen hebben weinig ervaring met architectuur. Als zij een bestaande ruimte willen aanpakken, omschrijven ze zo duidelijk mogelijk wat er met de ruimte moet gebeuren. Op basis daarvan stelt de bouwmeester tien architectenbureaus voor, vijf worden geselecteerd in samenspraak met het lokale bestuur. Die vijf werken, betaald, een voorstel uit. Hoewel een jury, waarin onder meer de bouwmeester zit, er een ranking van opstelt, ligt de uiteindelijke keuze helemaal bij de opdrachtgever. Dat is de Open Oproep. Het systeem heeft er mee voor gezorgd dat de Vlaamse architectuur een goede naam heeft gekregen."

Loeckx' collega Hilde Heynen, departementsvoorzitter architectuur aan de KULeuven en één van de initiatiefnemers van de petitie, maakt zich zorgen over de onafhankelijkheid van het nieuwe college. Tot nu werkt de bouwmeester onafhankelijk, het college wordt ondergebracht in het departement Ruimtelijk Ordening. "Ik vrees dat de adviezen van de Bouwmeester in die van de administratie worden ingepakt. Het verliest zo de mogelijkheid om beleidsoverschrijdend te werken."

Toch vinden anderen net dat de huidige bouwmeester te weinig beleidsoverschrijdend werkt. Kati Lamens, voorzitter van NAV, de Vlaamse Architecten- organisatie, ziet brood in een instituut als de bouwmeester, maar vindt de huidige invulling beperkt. "Een bouwmeester moet een bruggenbouwer zijn tussen verschillende domeinen: ruimtelijke ordening, cultuur, leefmilieu, maar ook mobiliteit. Dat is nu niet het geval."

Voorstanders van een college zien vooral een meerwaarde in de optelsom van verschillende visies. Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw: "Architectuur is een stuk subjectiviteit, en het is een goede zaak als je dan meerdere meningen hebt." Het is een punt van kritiek dat gekend is, het weerwoord ook: "De bouwmeester werkt zeker niet alleen, hij heeft een team rond zich," zegt Heynen.

Eenheidsworst

De reactie uit het kamp van de voortzetting van de huidige eenmansbouwmeester is fel. De angst dat Vlaanderen in eenheidsworst vervalt, is groot. Die angst is ongegrond volgens Olivier Carrette, afgevaardigd bestuurder van BVS, de beroepsvereniging van de vastgoedsector. "Ik begrijp de ophef niet. Alles hangt toch af van wie in het college zetelt."

Toch valt de felle reactie te kaderen in het ontslag van de Antwerpse bouwmeester. "Wat daar is gebeurd, stelt mij niet gerust," zegt Heynen. "Daar gaat men terug naar het oude systeem, waarbij de link tussen bouwpromotor en beleid direct is, vroeger stond de bouwmeester ertussen."

Het Bouwmeestercollege moet volgend jaar naadloos volgen op de laatste Vlaamse Bouwmeester. De invulling ervan staat nog wijd open. Zelfs binnen de regering staat niet iedereen op dezelfde lijn. Regeringspartner Open Vld bertreurde de afschaffing eerder deze maand bij monde van Vlaams minister Sven Gatz. Op 18 september organiseren het team van de Vlaams Bouwmeester en het Vlaams Architectuur Instituut een debat in deSingel over de toekomst van de Vlaamse Bouwmeester als instituut.

Vlaamse Bouwmeesters tot nu toe

B0B VAN REETH

1998-2005

Pionier van Open Oproep, een selectieprocedure waarbij lokale besturen begeleid werden in de keuze van ontwerpers voor bouwopdrachten.

MARCEL SMETS

2005-2010

Verspreiding en uitbreiding van Open Oproep naar al wat met bouwkunde, stedenbouw en landschapsarchitectuur heeft te maken. Voegde daar maatschappelijk relevante projecten aan toe, in zijn geval scholenbouw.

PETER SWINNEN

2010-2015

Werkte maatschappelijk relevante projecten verder uit. Begon met de uitbreiding naar wonen (onder andere cohousing) en zorg en zet pilootprojecten op.