Direct naar artikelinhoud

Een op de acht kinderen is arm

Het aantal kinderen in armoede is nog maar eens gestegen, zo blijkt uit de recentste Armoedebarometer. Ging het in 2013 om 11,2 procent, dan was dat in 2015 al 12 procent. 'En als we kijken naar de plannen van de bevoegde regeringen, dan zijn we voor de toekomst somber gestemd.'

Het is de negende keer dat de organisatie Decenniumdoelen 2017 een Armoedebarometer voorstelt. De negende keer ook dat er aan de alarmbel wordt getrokken over het aantal kinderen in armoede. Een op de acht kinderen groeit op in slechte omstandigheden.

"Een dramatisch cijfer", vindt Michel Debruyne, coördinator van Decenniumdoelen 2017. "Zeker omdat we merken dat er absoluut geen verbetering op komst is. Telkens opnieuw klagen we dit aan, 'trekken we aan de alarmbel', maar blijven structurele ingrepen uit. Maar na negen jaar staan we nog geen stap verder. Voor de economische crisis zagen we die cijfers stabiliseren en zelfs lichtjes dalen, maar sinds 2011 gaat het zonder verpinken omhoog."

Trendbreuk, of niet

De Armoedebarometer 2016 is gebaseerd uit cijfers van 2014. Enkel wat kinderarmoede betreft, is nu al duidelijk dat het voor 2015 nog verder stijgt tot 12 procent. Toch wijzen de huidige bevoegde ministers nadrukkelijk naar de vorige legislatuur, de regering-Di Rupo.

Zo benadrukt Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans (N-VA) aan Belga dat de cijfers niks zeggen over het beleid van deze regering en dat er inmiddels belangrijke hervormingen zijn doorgevoerd om dit probleem aan te pakken.

"Deze cijfers tonen dat het resultaat van regering-Di Rupo allesbehalve fraai is", treedt haar federale collega Elke Sleurs (N-VA) haar bij. "Het was daarom absoluut noodzakelijk om het armoedebeleid bij te sturen. De cijfers tonen dat door dit beleid de kentering is ingezet." Zo wijst ze naar het armoederisico voor kinderen, dat volgens Europese cijfers tussen 2014 en 2015 van 18,8 procent naar 18 procent is gedaald. "Dit is nog geen hoeracijfer, maar de trendbreuk is duidelijk."

De analisten van de Armoedebarometer durven dat betwijfelen. "Akkoord, die cijfers zijn uit 2014", zegt Debruyne. "Omdat wij enkel uitspraken willen doen op basis van álle gegevens. Het is natuurlijk altijd makkelijk om her en der er een cijfer uit te pikken en daarmee het eigen gelijk te bewijzen. Wil je globale trends achterhalen, heb je brede cijfers nodig."

Bovendien is het volgens hem helemaal niet bewezen dat het beleid na 2014 een sprong voorwaarts heeft gedaan. Integendeel zelfs. "Een heleboel besparingsmaatregelen die toen al waren genomen, zijn de mensen pas in 2015-16 beginnen voelen. En daarna hadden we de indexsprong, de stijgende energieprijzen en zelfs een extra taks op energie. Allemaal maatregelen die het risico op armoede verder doen toenemen."

Ook de hervorming van de kinderbijslag, volgens experts een belangrijke sleutel om armoede bij de allerjongsten aan te pakken, kon op weinig applaus rekenen. Duur, maar weinig effectief, hekelde Bea Cantillon van het Centrum voor Sociaal Beleid (Universiteit Antwerpen) die aanpassing.

Vangnet nodig

Volgens Debruyne bewijzen de cijfers vooral dat het credo van de huidige regeringen 'jobs jobs jobs' niet zaligmakend is. "Niet elke job levert de tools om uit de armoede te komen", legt hij uit. "Om dat te verkrijgen heb je onder meer een goede sociale zekerheid nodig, een stevig vangnet. Raak je in België je baan kwijt, dan beland je op relatief korte termijn in de armoede. Dat is nu eenmaal zo.

"Kijk, het is zeker niet de bedoeling om met deze Armoedebarometer bepaalde ministers te viseren. Maar wij willen wel graag eens weten wat deze regering aan deze vreselijke cijfers wil doen. En dan hebben we het niet over gerommel in de marge, maar over structurele hervormingen."