Direct naar artikelinhoud

Van vakantie laad je niet op

De vakantie zit erop, u gaat weer uitgerust aan het werk. Wat, geen energie? Dan lijdt u aan het postvakantiesyndroom. Daar is wat aan te doen: 'Misschien zijn een paar kortere vakanties wel beter dan één lange.'

Heerlijk uitgerust schuift u deze weken weer aan in de file en op de perrons, op weg naar kantoor. Na zo'n vakantie kunt u er immers weer helemaal tegenaan. Toch?

Was het maar waar. Verwacht in de eerste ochtendspitsen gewoon hetzelfde als voorheen: duffe, slaperig kijkende mensen die in de trein nog snel hun make-up doen of die achter het stuur hardop op hun medeweggebruikers zitten te vitten. Bijna de helft van de Nederlandse ambtenaren voelt zich niet goed uitgerust na vakantie, bleek vorig jaar uit peilingen. In Groot-Brittannië zeiden zelfs twee op de drie zich gestrest te voelen bij de gedachte weer aan het werk te moeten.

Noem het gerust een postvakantiesyndroom, zeggen sommigen. Te definiëren als "een algemeen gevoel van onbehagen, veroorzaakt door de onmogelijkheid om zich na de vakantie aan te passen aan het werk", zoals hoogleraar psychologie Humbelina Robles Ortega van de Universiteit van Grenada het eens omschreef. Bij een echt syndroom horen ook symptomen: vermoeidheid, concentratiegebrek, prikkelbaarheid, slapeloosheid, hartkloppingen, angst, onverschilligheid en "een diep gevoel van leegte".

Maar dat is te veel eer, zegt hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie Michiel Kompier van de Radboud Universiteit Nijmegen. "Je moet ervoor oppassen om ergens meteen een psychologisch probleem van te maken." Toen zijn groep eens alle relevante vakantiestudies op een rij zette, vond hij in elk geval geen aanwijzingen voor zo'n syndroom.

Waar onderzoekers als Robles Ortega waarschijnlijk eerder op doelen, denkt Kompier, is de landing op aarde na een paar weken flierefluiten. "Het is logisch dat veel mensen dan even moeten slikken. Opeens word je weer blootgesteld aan allerlei eisen en verwachtingen, en ben je dat gevoel van vrijheid kwijt. We zien vaker dat mensen zich gespannen voelen voor ze weer aan het werk gaan, of de nacht ervoor slecht slapen."

Voorpret

Wat niet wegneemt dat het verontrustend is hoe snel we vervolgens weer veranderen in de bezige baasjes die we al waren vóór we vertrokken. Het idee was toch juist dat je van vakantie 'oplaadt' of 'bijkomt', of hoe noemen ze dat?

Niets ervan. 'Lots of fun, quickly gone', is de treffende titel boven een studie die Kompier een paar jaar geleden samen met enkele collega's publiceerde in vakblad Work & Stress. Het team volgde groepen van telkens zowat vijftig tot honderd Nederlandse vakantiegangers voor, tijdens en na de vakantie, op indicatoren als energie, stemming, vermoeidheid en slaapkwaliteit. En wat bleek: het vakantiegevoel piekt op dag acht van de vakantie. Maar eenmaal terug op kantoor zijn de meeste vakantiegangers hun vakantiegevoel binnen een week weer helemaal kwijt.

Dat vond ook de Rotterdamse toerismeonderzoeker Jeroen Nawijn, die het geluksgevoel volgde van duizend vakantiegangers en vijfhonderd thuisblijvers. Na de vakantie zaten de mensen die waren weggeweest binnen de kortste keren weer op hun oude geluksniveau. "We vonden geen duidelijk langetermijneffect", zegt geluksonderzoeker Ruut Veenhoven, een van de medeauteurs. "Als je op vakantie bent, voel je je beter. En als je terugkomt, ben je terug bij af."

Sterker: de grootste piek in het geluksgevoel zit merkwaardig genoeg niet na, maar juist voor de vakantie, ontdekten de Rotterdammers. "Blijkbaar start de voorpret voor de meesten weken tot zelfs maanden voordat de eigenlijke vakantie begint", noteerde het team in een vakblad met de bemoedigende titel Applied Research in Quality of Life.

Alles overziend is dat geen goed nieuws voor wie weer aan het werk moet. Eenmaal terug op kantoor is het alsof u nooit bent weggeweest, mooi is dat. En gek genoeg maakt het niet eens uit of u nu een maand lang de olifanten bent gaan aaien in het Thaise Chiang Mai of gewoon een weekje in uw voortent heeft zitten kwartetten op een natuurcamping. Want ook dat blijkt uit de cijfers: hoe lang we weggaan of wat we precies doen, maakt weinig uit.

Daarbij hoort wel een kanttekening, benadrukt Veenhoven. "Ons onderzoek is gebaseerd op gemiddelden. En wat werkt voor de een, hoeft niet te werken voor de ander. Je kunt je best voorstellen dat iemand die sociaal wat onhandig is of een fobie heeft, heus niet opeens gelukkig wordt als je hem in zijn eentje aan een tafeltje aan de Rivièra zet. Zo iemand haalt misschien meer uit een dagje naar de dierentuin."

Als u op vakantie maar hebt gedaan wat u van plan was, ontdekte Kompier. Vakantie heeft immers alles te maken met het terugkrijgen van de controle over het eigen leven. "Zelf aan de touwtjes kunnen trekken, is een basisbehoefte. Idealiter is de vakantie een periode waarin je helemaal de baas bent over je eigen tijd."

Een hoop onzin

De hoogleraar vertelt hoe hij probeerde uit te vissen waarvan we beter uitrusten: een sportieve vakantie of luieren in de hangmat. "We vonden geen eenduidig effect. De verschillen tussen mensen zijn daarvoor gewoon te groot", zegt hij. Zo lang de vakantieverwachting maar uitkomt: "Als je actieve wintersport verandert in een gedwongen luiervakantie omdat je wegens een blessure niet kunt snowboarden, worden vakantiegangers geïrriteerd en chagrijnig."

Eén aanbeveling keert opvallend vaak terug. Als voorpret zo belangrijk is en de lengte van een vakantie toch niet echt uitmaakt, is het misschien zinvoller om in plaats van één lange zomervakantie meerdere kortere vakanties te houden. "De data die we nu hebben, geven aan dat je misschien meer rendement haalt uit een aantal stedentrips verspreid over het jaar", zegt Veenhoven voorzichtig.

Maar goed: daaraan hebt u weinig, zo achteraf. Wie al is geweest en weer aan het werk moet, kan zich hooguit vastklampen aan de doekjes tegen het bloeden die elke nazomer over de teruggekeerden worden uitgestrooid: probeer een dag eerder terug te komen, zodat u niet meteen weer aan het werk hoeft, leg een aandenken aan uw vakantie op uw bureau om de herinnering langer vast te houden, zorg voor een extra leuke afsluitende vakantiedag. "In alle eerlijkheid", zegt Kompier, "zulke adviezen zijn een hoop onzin. Het zijn tips om je stemming op te krikken, vaak zonder wetenschappelijke basis."

Dat gedoe ook allemaal. Is het misschien beter om maar helemaal niet meer op vakantie te gaan? "Dat is ook weer zowat", haast Kompier zich te zeggen. "Voor onze duurzame inzetbaarheid is vakantie als herstelmechanisme van belang. Er is goed onderzoek dat aangeeft dat mensen die nooit op vakantie gaan toch iets vaker ziek zijn en eerder doodgaan."

En afgezien daarvan. Wegvallend vakantiegevoel of niet - het was toch ook gewoon leuk, daar in de bergen of waar was u ook alweer? "Anders kun je ook redeneren: je krijgt toch steeds weer honger, dus ga ik ook nooit meer lekker eten", geeft Kompier in overweging.