Direct naar artikelinhoud

Belegerd bolwerk Kadhafi loopt leeg

De uittocht uit Sirte, een van de laatste twee steden die aanhangers van kolonel Kadhafi nog in handen hebben, is begonnen. Honderden inwoners trekken in lange colonnes de stad uit. Het Rode Kruis raakte enkele uren de stad binnen en trof daar een humanitaire ramp.

"Volgens lokale burgers is er een enorm tekort aan drinkbaar water, voedsel - vooral babyvoeding - en hygiënische artikelen", zegt Soaade Messoudi, woordvoerster van het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC), aan De Morgen. Na een intens overleg met de NAVO, de Libische Overgangsraad maar ook met de autoriteiten in Sirte, slaagde een team van het ICRC er zaterdag in als eerste de stad Sirte binnen te komen.

Het team wist chirurgisch materiaal voor 200 gewonden en 400 liter brandstof voor de generator naar het Ibn Sina-ziekenhuis te brengen. "De omstandigheden waarin het medisch personeel daar de voorbije weken heeft moeten werken, zijn uitzonderlijk moeilijk", zegt teamleider Hichem Khadraoui in een communiqué. "Er zijn heel veel patiënten, de medische voorraad raakt uitgeput en er is een hoge nood aan zuurstof. Bovendien is het waterreservoir beschadigd."

De tekorten in het ziekenhuis, kosten mensenlevens. "De stroom valt uit terwijl dokters een operatie uitvoeren", zegt Al-Sadiq aan het Britse persagentschap Reuters. Hij leidt naar eigen zeggen de dialyse-unit in het ziekenhuis. "Ik heb gezien hoe een kind van veertien jaar op de operatietafel is overleden, omdat de elektriciteit het begaf."

Het team van het Rode Kruis bleef uiteindelijk nog geen vijf uur ter plaatse. "Terwijl onze mensen binnen waren, is het ziekenhuis beschoten", zegt Messoudi. "We weten niet precies door wie, maar we roepen alle partijen op het internationaal recht te respecteren en medisch personeel een veilige doorgang te verzekeren." In de komende dagen probeert het ICRC opnieuw in de stad te komen.

De burgers van Sirte daarentegen slaan massaal op de vlucht. Honderden inwoners trekken in lange colonnes de stad uit. Auto's, volgestouwd met persoonlijke bezittingen, schuiven aan bij de verschillende checkpoints van de Libische Overgangsraad (TNC) net buiten de stad.

"We konden niet meer buitenkomen door de bombardementen. We moesten de stad wel verlaten", zegt Ahmed Hussein aan het Amerikaanse AP. Hij is samen met zijn vrouw, schoonmoeder en twee kinderen Sirte ontvlucht. Een andere man, Ali, getuigt hoe hij gevangenzat tussen de bombardementen van de NAVO en die van de rebellen. "Vooral de NAVO schiet er maar op los en raakt daarbij geregeld burgerwoningen", zegt hij aan AFP.

Volgens ICRC zijn al meer dan 10.000 mensen de stad ontvlucht. "Eerdere berichten dat het burgers belet werd de stad te verlaten, zijn dus onjuist", benadrukt Messoudi. Duizend vluchtelingen hebben hun tenten opgesteld op slechts 15 kilometer van de stad en hopen zo snel mogelijk terug te kunnen keren. In het woestijngebied rond Sirte staan zeker al drie vluchtelingenkampen opgesteld. Andere burgers trekken naar Misrata of Tripoli en zoeken er een onderkomen bij familie.

Wapenstilstand

Sinds enkele weken ligt Sirte, de geboorteplaats van de verdreven dictator Muammar Kadhafi, onder vuur. De troepen van de TNC hebben al de luchthaven ingenomen, maar in de rest van de stad bieden Kadhafigetrouwen hevig weerwerk. Naast Sirte is ook Bani Walid nog steeds onder controle van aanhangers van het regime.

Het is pas als die laatste twee plaatsen in handen van de rebellen komen dat het TNC de toekomst van het land wil uitstippelen en een regering zal vormen. De rebellen kondigden vrijdag een bestand van twee dagen aan. De wapenstilstand moest burgers de kans geven de stad op een veilige manier te verlaten, maar volgens inwoners is vrijwel niemand van het bestand op de hoogte en gaan de gevechten en bombardementen onverminderd door.