Direct naar artikelinhoud

JAN CALLEBAUT

Door technische problemen werden gisteren in de column van Jan Callebaut verschillende woorden en eigennamen verkeerd weergegeven. Onze excuses daarvoor. Vandaag leest u de juiste versie. De column van Bart Steenhaut vindt u terug op onze website.

De media zijn altijd al afhankelijk geweest van sterke persoonlijkheden. Nu meer dan ooit. Individuele persoonlijke blogs kunnen vandaag net zo sterk zijn als traditierijke krant- of magazinetitels. De nieuwe technologie heeft veel barrières doen sneuvelen tussen auteurs en hun publiek. In deze WK-tijden moet het grote menselijke leed wijken voor de kleine pijntjes van volkse superhelden. In de sport, de belangrijkste bijzaak in onze samenleving, is de journalistiek in handen van een grote variëteit mensen. Sommigen schrijven goed, anderen zijn sterk in de technische analyse. De besten maken het verschil. Helaas voelen velen zich geroepen maar zijn slechts weinigen door de natuur met echt talent verwend.

Piet Theys, Jan Wauters, Rik De Saedeleer: zij hebben de lat hoog gelegd. Ze koppelden scherpe analyse aan virtuoos taalgebruik. De radioverslagen van Piet Theys waren zo rijk aan schakeringen dat een tv-uitzending altijd veel saaier leek. Peter Vandenbempt beschikt vandaag over evenveel visuele radiokracht. Jan Wauters aan de zijde van Eddy Merckx na zijn uitsluiting in Italië is Vlaams audiovisueel werelderfgoed. Het is weinigen gegeven om de drievuldigheid analyse-taal-samenlevingsvisie virtuoos met elkaar te vervlechten. Soms horen en lezen we hijgende reporters/fans die hun geluk niet op kunnen omdat ze dankzij hun journalistenbadge toegelaten worden tot het voorgeborchte van het sportheldendom. De gênante voorbeelden zijn niet meer te tellen. Sportverslaggeving lijkt soms het WK clichés verzamelen. Het andere uiterste is misschien nog irritanter. De obsessieve specialisten die het zo ver gaan zoeken dat voetbal bij hen wel op astrofysica lijkt. Is dit om de herinnering aan een eigen (mislukte) sportcarrière te verdringen? Ik hoef echt niet te weten of Andrea Pirlo zijn baard liet staan om 's ochtends sneller op het trainingsveld te staan of omwille van liefdesverdriet. De vervreemding ligt hem in de overvloed aan zogenaamd verklarende details.

Sport is als het leven zelf: soms boeiend, af en toe spannend, maar altijd passioneel. De sportjournalist die mij dat alles op de schoot brengt verdient groot respect. Zo hernieuw ik in deze krant sinds enige weken met veel leesplezier en nog meer sportplezier de kennismaking met Hans Vandeweghe. Een echte sportauteur die past in het talentrijke rijtje van zij die de drievuldigheid bezitten. Hij was een van de weinigen die het fenomeen Armstrong al vroeg met grote scherpte wist te duiden, maar dit niet deed met de verschroeiende drang om de wielersport te vernietigen. Hij wist het ook maatschappelijk te kaderen. Heldere taal, creatieve metaforen en juiste ontleding zijn z'n handelsmerk. Zijn chargerende dissectie van het Afrikaanse voetbal twee weken geleden was pijnlijk precies: erkentelijk voor het grote Afrikaanse talent, maar veroordelend voor de zwermen managers en makelaars. Vakwerk met zoals altijd felle voor- en tegenstanders. Het woord racisme viel in deze context prematuur. Dit is zo'n ernstig misdrijf dat je met het woord zuinig en bedachtzaam moet omspringen. Natuurlijk is sport een uitvergroting van de samenleving. Sport als de paradox van het leven. Om het met de woorden van Hans te zeggen: topsport is de ultieme meritocratie. In sport is het de beste die zou moeten winnen.