Direct naar artikelinhoud

"Deze film overstijgt Gent"

Nog voor de release van Felix Van Groeningens Belgica - gebaseerd op het Gentse café Charlatan - raakte bekend dat Netflix de film koopt.

Tom Vermeir, de acteur die samen met zijn filmbroer Stef Aerts het 'favoriete oord van verderf' runt, vertelt waarom ook niet-Gentenaars van de film zullen smullen.

oe is jouw band met café Charlatan als ingeweken stedeling? "De eerste keer dat ik het café bezocht, herinner ik me niet meer. Maar met mijn band A Brand heb ik er regelmatig opgetreden en natuurlijk kwam ik er ook weleens om een pint te drinken of een nieuwe band te ontdekken. Ik ben oorspronkelijk van de kust, maar ik woon intussen al even lang in Gent. Zoals alle ingeweken West-Vlamingen mag ik dus wel zeggen dat ik een Gentenaar ben. Gerald Claes (huidig uitbater van de Charlatan, red.) kende ik al voor we met de opnames van Belgica begonnen. Toen Felix me vroeg voor de rol van Frank heb ik daar zeer uitbundig ja op gezegd."

Heb je tijdens het draaien veel bijgeleerd over het café?

"Zeker over de beginjaren, toen Felix' vader het café openhield. Gerald en zijn broer hebben ons ook nog verhalen verteld die we nog niet kenden. Ik kwam in dat café gewoon af en toe een pintje pakken, van de interne keuken wist ik zo goed als niets."

Belgica is niet alleen het relaas van een legendarische kroeg, maar ook het verhaal van twee broers die elkaar onvoorwaardelijk steunen maar ook botsen. Herken je dat?

"Ik schiet goed op met mijn eigen broer, alleen zien we elkaar veel te weinig. Vroeger maakten we vaak ruzie, maar ik denk dat dat normaal is als je vier jaar scheelt. Het mooie aan Belgica is dat de relatie van de broers altijd de kern van de film blijft. Deze film is voor een minder breed publiek weggelegd dan Felix' vorige film, The Broken Circle Breakdown, maar de film overstijgt Gent door de karakterschets van Jo en Frank. Hun relatie heeft in wezen niets met het nachtleven te maken. Je zou hetzelfde verhaal kunnen vertellen met twee architecten in de hoofdrol. Alleen dat Frank ontspoort door te veel drank en drugs is minder voor de hand liggend in een architectenbureau."

Openheid is een belangrijke voorwaarde voor je je in een project stort. Vond je die hier onmiddellijk?

"Felix en ik zijn op een heel intuïtieve manier beginnen samenwerken. Ik kreeg van hem ook veel vrijheid om mijn personage vorm te geven, tot op de set toe. Het is magisch om te zien dat als je genereus bent in je spel, je daar de generositeit van de regisseur voor terugkrijgt waardoor je zelf nog meer aan de volumeknop gaat draaien."

De film kaapte de prijs voor beste regie weg op het Amerikaanse filmfestival Sundance, heb je reacties opgevangen van het publiek?

"Ik vond het vooral bijzonder om te horen hoe de Amerikanen op bepaalde scènes reageerden. Ze waren in shock van de scène waarin Frank een tampon uit de immer verstopte wc's van het café trekt. Terwijl ik dacht: zo erg is dat nu toch ook niet? Dan merk je dat Amerikanen toch een stuk conservatiever zijn dan wij." (lacht)

De keuze tussen muziek en acteren zal altijd de grootste keuze van mijn leven blijven, zei je in een eerder interview. Heeft de soundtrack van Soulwax je opnieuw naar je instrument doen grijpen?

"Na de split van A Brand heb ik mijn instrument niet meer aangeraakt. Maar ik ben nu met Koen De Sutter een voorstelling aan het maken rond de figuur van Chet Baker, samen met mijn twee copains van A Brand. De soundtrack heeft me niet opnieuw naar muziek doen verlangen, integendeel. Door Belgica heb ik naast theater en muziek een nieuw leven leren kennen. Ik hoop dat ik na deze rol iets kan spelen dat heel ver ligt van Frank. Cinema is mijn nieuwe speelgoedje, hé."

Waarin verschilt spelen in theater met dat in film?

"De transformatie tot je personage is subtieler in film dan op theater, maar het effect is minstens even groot. Voor mijn rol van baron in Poepsimpel (stuk met Titus De Voogdt en Robrecht Vanden Thoren van Compagnie Cecilia, red.) droeg ik een vals buikje en kleurde ik mijn haar wit, in Flandrien speel ik het prototype van een hele domme coureur, in Chet wordt het weer iets anders. Frank daalde anders in, ik legde krullen in mijn haar, droeg schoenen en kleren die ik zelf nooit zou aantrekken en rookte vier pakjes Bastos per dag. Het lijkt subtieler, maar toch zit je naar een andere gast te kijken."

www.belgicadefilm.be, nu in de bioscoop.