Direct naar artikelinhoud

Waar ratio en emotie botsen

Het was een primeur sinds het begin van deze crisis: een Griekse premier die het Europees Parlement toesprak. Dat Alexis Tsipras daar zijn opwachting maakte, was geen licht signaal: het was een smeekbede om begrip, maar vooral een poging om het debat te verleggen naar een ander speelveld. Van ratio naar emotie.

Nee, we gaan er niet flauw over doen: toen we vorige week donderdagmiddag voet aan de grond zetten in Athene, hadden we het allerminst verwacht. Nadat we diezelfde avond in Piraeus nog een handvol Grieken van allerlei gezindten en sociale klassen ontmoetten, wees niets erop dat we er wel eens helemaal naast konden zitten met onze inschatting.

En ook vrijdagmiddag, na twee lange interviews met een econoom uit het ja-kamp én een naaste adviseur van premier Tsipras, waren we niet meteen geneigd onze mening bij te stellen. We wisten het dus wel zeker: als puntje bij paaltje kwam, zou het nee-kamp zondag wel het onderspit delven.

De kentering kwam er op vrijdagavond, even na negenen. Goed anderhalf uur al stonden we al op het Syntagmaplein, naast het podium. Op dat podium: een aantal illustere rockgoden van lokale bodem. Voor dat podium: een almaar aanzwellende massa, die op gezette tijden even vastberaden als oorverdovend 'oxi' begon te scanderen. En nee, het hoort eigenlijk niet dit toe te geven als journalist, maar het had soms iets, welja, aanstekelijks.

Het plan was om later die avond te verkassen naar de slotmeeting van het ja-kamp, een boogscheut verderop, maar daar is niets meer van in huis gekomen. Omdat we niet meer door de stilaan indrukwekkende massa raakten, jazeker, maar toch vooral vanuit het intuïtieve gevoel dat we hier getuige waren van een historisch moment.

Last man standing

De waardige vastberadenheid, de zinderende spanning, de opbouw naar een climax en ontlading die je als nuchtere en kritische West-Europeaan alleen maar met de nodige verbijstering kunt aanschouwen. Het moment dat een al wat grijzende Griek met gegroefd gelaat Yanis Varoufakis snikkend om de hals viel, nauwelijks gehinderd door enige nadarafsluiting. Het moment ook waarop Alexis Tsipras zich, omringd door enkele potige lijfwachten, haast een weg door de massa moest vechten op weg naar het podium. Ze vielen hem om de nek, wilden hem aanraken, smeekten hem om samen op de foto te gaan.

Dit was het waarop Syntagma urenlang gewacht had: hun helden waren opnieuw thuis, vergeten was even de doffe ellende van het dagelijkse bestaan. Toen en daar, op dat broeierige Syntagmaplein, beseften we in een flits dat dit referendum geen gelopen wedstrijd was. En begon het ons ook te dagen welke onmogelijke spreidstand deze Alexis Tsipras nu al maandenlang tentoon moet spreiden. In Athene aanbeden als een held, the last man standing op de flinterdunne grens tussen ordinaire armoede en pure ontbering. Om vervolgens, drie uur vliegen verderop, het debat te moeten aangaan met technocraten over cijfers, komma's en percenten. En die godenstatus dan maar even te vergeten.

Het is, laten we wel wezen, het lot van elke politicus. De kloof tussen de Wetstraat en de Dorpsstraat blijkt wel vaker onpeilbaar diep. Maar toch: als Tsipras gisteren in het Europees Parlement een hartstochtelijk pleidooi hield voor meer begrip en voor een andere Europese benadering van de Griekse crisis, dan was dit veel meer dan een zoveelste blijk van politieke onwil of, erger nog, pure onkunde.

Of we het nu prettig vinden of niet: Athene is Brussel niet, en zal het de eerstvolgende decennia ook niet worden. Trots, blinde verafgoding en irrationele willekeur maken essentieel deel uit van de Griekse politiek. Die cocktail botst vandaag keihard met de Europese realpolitik, en dus rest Tsipras geen andere optie dan nu op zoek te gaan naar een breder draagvlak of ander politiek niveau. Eentje waar iets meer ruimte is voor emotie en empathie.

Failed state

Door een West-Europese en economische bril bekeken - en net zo goed in de feiten - is Griekenland al vele jaren 'a failed state'. Dat beseft ook Tsipras zelf maar al te goed. Maar tegelijk confronteert zijn politieke basis hem keer op keer, telkens als hij in Athene landt, met die andere realiteit. In geen enkele Europese stad zagen we de goorste ellende en de meest arrogante uitwassen van rijkdom al zo nauw in elkaars vaarwater komen.

Nog meer besparingen druisen niet alleen radicaal in tegen Tsipras' politieke visie, de puur rationele aanpak van de crisis botst op het terrein ook keihard op het cliëntelisme en de emo-benadering die al sinds mensenheugenis het handelsmerk vormen van de Griekse politiek. Moeten we daar begrip voor tonen? Haast zeker niet. Kan wat meer empathie daarvoor ons uit deze crisis tillen? Heel misschien wel.