Direct naar artikelinhoud

Volkslening moet spaargeld in economie pompen

Om uw opgepotte spaargeld in de slabakkende economie te krijgen, wil de overheid via volksleningen dat slapende goud wakker kussen. In ruil lonkt een belastingvermindering. Voor de lancering is het echter nog wel even wachten.

Angstsparen. Het zou het woord van het jaar kunnen zijn. We potten alles op, omdat we onzeker zijn over onze job en over de slechte economie. Daardoor verergeren we de crisis. Want als wij minder consumeren, verkopen bedrijven minder en stellen ze hun investeringen uit. Zo raakt de economie nog meer in het slop, waardoor nog meer banen sneuvelen en we nog meer op de rem gaan staan.

Om die negatieve spiraal te doorbreken moet er dus iets gebeuren. Op het begrotingsconclaaf werd het idee van de volkslening van onder het stof gehaald. Een idee waar minister van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a) al een tijdje op broedde.

Belastingvermindering

Het concept van een volkslening is even nobel als simpel. Van ons spaargeld, momenteel een forse 230 miljard euro, zetten we een deel over op een volkslening. Dat geld wordt gebruikt voor de bouw van bijvoorbeeld scholen of ziekenhuizen. Zulke investeringen creëren jobs zonder te wegen op de begroting of de balans van de verzwakte banken te hypothekeren. De spaarder krijgt in ruil een hogere vergoeding op zijn spaargeld zonder dat hij daarvoor grote risico's moet nemen. En een belastingvoordeel als toemaatje. "De leningen, die beheerd zullen worden door de banken, zullen een looptijd kennen tussen de vijf en de tien jaar. Wie intekent zal in ruil een belastingvermindering krijgen van 10 procent", zegt Rik Otten, woordvoerder van minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V). Alleen is het nog even wachten op die volkslening. De informatieronde is volop bezig. Maar de effectieve uitvoering zal pas "in de loop van 2013 plaatsvinden."

Opsteker

Of dit de grote relance moet betekenen? "Daarvoor is het wachten op de concrete modaliteiten", zegt Geert Vancronenburg van het VBO. "Als die marktconform zijn en de overheid neemt niet de plaats in van de bankiers, dan is dat een opsteker. Omgekeerd, dit zal niet dé hefboom voor de economie zijn en indien slecht gepresenteerd kan het zelfs een omgekeerd effect hebben. Het is ook verkeerd te denken dat bedrijven zomaar gaan investeren omdat er geld voorhanden is. Zolang er geen vertrouwen is in de toekomst en er geen oplossing is voor de eurocrisis, zullen ze op de rem blijven staan." Geert Janssens, van de economische denktank VKW Metena zit op dezelfde golflengte. "Als het goed in de markt wordt gezet en specifiek gebruikt wordt voor langetermijnfinancieringen, is dit een goede maatregel." Michel Vermaercke, gedelegeerd bestuurder van de koepelfederatie Febelfin bevestigt dat de gesprekken aan de gang zijn maar kan niet vooruitlopen op de modaliteiten. Ook wie de uiteindelijke beheerder wordt en de middelen toewijst is nog niet uitgemaakt.