Direct naar artikelinhoud

Helft van Belgische jongeren blijft bij mama wonen

Nog even en Hotel Mama is volgeboekt. Uit een nieuw rapport blijkt dat bijna de helft van de Europese jongeren niet uit het ouderlijke nest geraakt. Dat heeft niet alleen te maken met de economische realiteit. Ook de mindset is veranderd. Thuiswonen is niet zielig maar handig. 'Tot het te vervelend wordt.'

Dat het goed is, bij mama en papa. Dat bewijst de jongste publicatie van Eurofound, een organisatie die zich buigt over de levens- en arbeidsomstandigheden in de Europese Unie. Die stelt dat het percentage jongeren die bij hun ouders blijven plakken in de periode 2007-2011 gestegen is van 44 tot 48 procent, oftewel tot 3,67 miljoen mensen. Zowel in de leeftijdscategorie van 18- tot 24-jarigen als in die van de 24- tot 29-jarigen gaan de cijfers omhoog. Mannen zijn in de meerderheid.

Voor die toename mag volgens de onderzoekers niet alleen in de richting gekeken worden van de met schulden beladen landen als Italië en Spanje. Ook landen als Zweden, Denemarken en Frankrijk duwen de cijfers mee de hoogte in. Net als België: waar ons land in 2007 nog netjes het Europees gemiddelde volgde, blijken we daar vier jaar later zelfs met 2 procent boven te zitten.

"Dit rapport toont dat de economische crisis een groeiend aantal jongeren dwingt om bij hun ouders te blijven", zegt Anna Ludwinek, een van de onderzoeksters, bij de voorstelling van het rapport. En dat is vaak geen goed nieuws: 49 procent van de 7.300 ondervraagde Europese jongeren geeft aan in zekere mate een ontbering te voelen: dat gaat van geen vrienden kunnen uitnodigen tot geen geld hebben om op vakantie te gaan of rekeningen te betalen.

In België geloven ze dat de stijging van het aantal jongeren thuis met meer te maken heeft dan alleen een gebrek aan vaste en voltijdse jobs. "Natuurlijk, de jeugdwerkeloosheid is ook hier hoog en werkt angst en voorzichtigheid in de hand. Jongeren kiezen liever het zekere voor het onzekere, in plaats van achteraf met hangende pootjes te moeten terugkeren", zegt professor sociologie Dimitri Mortelmans (UA). Maar ook de mindset van jongeren is veranderd. Die willen niet in sneltempo van huisje-boompje-beestje doen. Ze nemen hun tijd om te studeren, te reizen, een partner te zoeken.

'Emerging adulthood' heet dat fenomeen, zegt Evie Kins, onderzoekster aan de faculteit ontwikkelingspsychologie van de UGent. Zij doet al jaren onderzoek naar de zogenaamde afhankelijke generatie en hun vertrouwde Hotel Mama.

"De keuze om thuis te blijven of ernaar terug te keren: daar gaan niet alleen financiële maar evenzeer emotionele redenen aan vooraf", zegt ze. Sommige zijn bijvoorbeeld ingegeven door het ontbreken van een standvastige relatie. "Ze willen niet alleen gaan wonen, uit schrik om eenzaam te worden."

Maar ook gemakzucht speelt een rol. Het is verdomd fijn als er eten op tafel staat en een gestreken hemd klaarhangt. Tijdsefficiënt ook. "Dat ze daarvoor een deel van hun privacy moeten afstaan, daar vallen de meesten niet echt over."

Leeg nest uitstellen

Kins wijst ook op de generatiekloof tussen ouders en hun kinderen. In tegenstelling tot enkele decennia geleden, staan beide nu veel meer op gelijke voet. "De manier van opvoeden is ook erg veranderd: van autoritair naar meer toegeeflijk."

Zowel Kins als Mortelmans wijzen ook op het aandeel van de ouders in het Hotel Mama-verhaal.

"Zij zijn niet alleen bezorgd dat hun kind onvoorbereid of met onvoldoende kapitaalkracht de grote boze wereld ingaat, ze vinden het zelf ook best gezellig. Daarbij: een kind dat pas verhuist als het een goede job en een vaste relatie heeft, dat straalt ook beter op hen af. En in de tussentijd hebben ze het lege nest zo lang mogelijk uitgesteld", weet Mortelmans, die er ook op wijst dat veel echtscheidingen op latere leeftijd plaatsvinden als alle kinderen uit huis zijn.

Ouders zijn ook in de mogelijkheid om langer voor hun kinderen te zorgen. Deze generatie heeft er minder dan vroeger én ze hebben het financieel makkelijker.

De onderzoekers van Eurofound wijzen op het feit dat niet alleen meer jongeren thuis blijven, maar ook op het feit dat ze dat steeds langer doen. Het zijn niet alleen twintigers die onder de vleugels van moederlief verblijven, maar ook dertigers. Kins schrikt daar niet van. Al gelooft ze dat dat wel uitzonderingen zijn en wellicht blijven. "Thuiswonen mag dan voor velen geen taboe meer zijn of iets voor hopeloze mannen die niet voor zichzelf kunnen zorgen, we merken wel dat met ouder worden de drang om op eigen benen te staan steeds groter wordt." Ook Mortelmans stemt in. "Jongeren blijven thuis zolang de voordelen opwegen tegen de nadelen. Het comfort moet voldoende groot zijn. Als het echt te vervelend wordt, zijn ze weg."

Deksel op de neus

Maar is dat als ouders iets wat je moet willen? Dochter- of zoonlief in huis? Maakt dat pamperen hen het later niet extra moeilijk?

"Die woonsituatie zal er wel voor zorgen dat ze bepaalde praktische zaken, als administratie en het huishouden runnen, minder goed onder knie hebben", stelt Kins. "Maar de thuiswonende jongeren die wij in het verleden ondervraagd hebben, gaven niet aan zich minder goed in hun vel te voelen. Toch niet als dat een keuze was die ze volledig zelf maakten. Anders wordt het wanneer het de ouders zijn die controleren."

Overbescherming is nooit goed, benadrukt Kins. "Alles uit handen van je kind nemen, uit angst dat het misloopt, kan de zelfredzaamheid van je kind ondermijnen. Als je moeder of vader alles voor jou oplost, dan kun je last krijgen om bepaalde situaties zelf de baas te kunnen." En het kan ook anders uitpakken. "Als een kind zich heel speciaal voelt, op een voetstuk wordt geplaatst, is de kans groot dat het in de toekomst de deksel op de neus krijgt."