Direct naar artikelinhoud

'Dit seizoen is een puinhoop'

Vier juli 2012, Independence Day, was alweer geen goeie dag voor Tyler Farrar (28). Hij lag erbij, bij die grote hoop renners, net als daags voordien. Een jaar lang heeft hij niet gewonnen. De laatste zege is die van 4 juli 2011, toen hij de Tourrit naar Redon won en die opdroeg aan zijn maat Wouter Weylandt. Sindsdien gaat alles mis.

Sprintetappe in de Tour, maar niemand praat over Tyler Farrar. Raar, want hij kan het wel. Dat zegt het palmares. Ritten gewonnen in de Giro en de Vuelta. En in Tirreno-Adriatico, ZLM Tour, Eneco Tour, Ronde van Mallorca en Franco-Belge. Farrar heeft gewonnen in ongeveer elke Ronde waar hij aan de start kwam. Vorig jaar nog in de Tourrit naar Redon. Prachtig verhaal toen: op Independence Day en opgedragen aan Wouter Weylandt. De renner die hij in woonplaats Gent had leren kennen en die zijn allerbeste maat was geworden.

'Closure', of toch niet?

Iedereen zag het als het einde van een donkere periode, een omgeslagen bladzijde. Closure, in de moedertaal. Maar dat zou het dus allemaal niet worden. Sindsdien heeft Farrar niet één rit meer gewonnen. Achtervolgd door pech: valpartijen, blessures.

Ook in deze Tour. Een eerste keer afgelopen dinsdag in de rit naar Boulogne. Pijnlijke val. Zoals de Nederlandse renner Wim Van den Meulenhof het ooit zei: "Met de kloten tegen de stang." Ploegleider Jonathan Vaughters tweette toen: "Slecht nieuws: Farrar geraakt aan zijn 'bal'. Goed nieuws: die is nu dubbel zo groot als normaal."

Bij zijn team proberen ze het luchtig te houden. Maar dat wordt steeds moeilijker. Gisteren viel Farrar opnieuw. En eindigde hij op de honderdvijfentachtigste plaats. Zelfs Jonathan Vaughters kan dan geen grap meer bedenken: "Bij sprinters als Tyler gaat het zo", zegt hij. "Winnen is 'momentum' opbouwen. En niet winnen, tja... Dan kun je dat gevoel heel lang kwijt zijn."

Farrar is het kwijt. Er waren in Qatar en de Giro twee overwinningen in een ploegentijdrit, maar voor een sprinter telt dat niet. Weet hij zelf ook. "Het is een puinhoop dit seizoen", zegt Farrar. "De klassiekers waren niet goed. En dan ben ik gevallen in de Giro. Ik weet dat ik een sprinter ben. Dus het is alleen goed als ik win. Tweede plaatsen onthouden mensen niet."

David Millar, sprintloods voor Farrar, zegt: "Sommige jongens, zoals Cavendish, maken hun eigen geluk. Maar dat is een minderheid. Voor Tyler is dat moeilijker: Hij moet gewoon eens winnen. Fysiek is hij sterk genoeg."

Wouter

Een mentaal probleem dan, dat wordt weleens gezegd. Wouter Weylandt, zijn beste vriend. Het palmares voor en na ziet er heel anders uit, dat zeker. Maar het is ook een makkelijke conclusie. En een (te) moeilijke vraag om te stellen in de hectiek van een Touraankomst. Farrar heeft nooit een oorzakelijk verband gelegd tussen de dood van zijn beste maat en zijn neergang als renner. Aan de Seattle Times, de krant van zijn geboortestad Wenatchee zei hij tijdens de Giroherdenking dit jaar wel "dat de dood van Wouter niet slijt." En dat er geen dag is dat hij niet aan hem denkt.

Misschien toch een stuk van de verklaring. "Hij is veranderd als mens", zegt Allan Peiper, ploegleider bij Garmin-Barracuda. "Wat hij heeft meegemaakt, is een enorme klap. Maar of hij ook een andere renner is geworden? Ik denk het niet. Renners zijn standvastig. En Tyler is geen twijfelaar. Hij weet dat hij het kan, daar zit het probleem niet. Schrik heeft hij ook niet. Dat ligt niet in zijn aard. Hij heeft het extreme altijd opgezocht. Rollerbladen, skaten, ik geloof dat hij zelfs eens met zijn beide handen tegelijk in het gips heeft gezeten. Schrik is niks voor hem."

Dat blijkt in het post-interview, meteen na de race, trillend op de benen en met bloed aan de knie. Farrar: "Ik heb niks gebroken, denk ik. Straks probeer ik het opnieuw. Mocht ik nu gewoon eens kunnen stoppen met omvallen."