Direct naar artikelinhoud

Hoera, het gaat goed met de banken

De grootbanken hebben de financiële crisis achter zich gelaten. Dat blijkt uit de puike resultaten waarmee ze uitpakten. Helaas, reken als consument niet op enige clementie.

Het gaat goed met onze grootbanken. Zowel KBC als BNP Paribas kwam gisteren met goede cijfers over het voorbije boekjaar 2013. Eerder deze week kon ook ING al een mooi rapport voorleggen. Als we afgaan op de nettowinst, dan hield de Nederlandse bank en verzekeraar 3,2 miljard euro over, een stijging met 22 procent op jaarbasis.

De Franse bank BNP Paribas - en moedermaatschappij van de Belgische tak BNP Paribas Fortis - mocht vorig jaar 4,8 miljard euro bijschrijven. Dat is een daling van de nettowinst door een voorziening die de bank moest aanleggen (zie kader), maar nog steeds een behoorlijk resultaat. En de Belgische staat mag zich alvast verheugen op een dividend dat 192 miljoen euro oplevert.

Ook de Belgische bank KBC zag de winst toenemen: boekte de bank in 2012 nog een 'bescheiden' nettowinst van 612 miljoen euro, dan dikte dat in 2013 aan tot 1,015 miljard euro. Voor de andere grootbank, Belfius, is het wachten tot 13 maart voor een volledig beeld over het hele boekjaar, maar de halfjaarresultaten doen het beste vermoeden. De banken lijken de financiële crisis van zich te hebben afgeschud. Nu wij nog.

Billen dicht

"De banken noteren gigantische winsten", zegt Kristof De Paepe van Spaargids.be. "Ik zou bijna durven zeggen op de kap van de consument." De rente op de spaarboekjes is historisch laag en dat zal de eerstkomende maanden niet veranderen, meent De Paepe.

Voorbeelden voor die stelling in overvloed. Belfius introduceerde de premium spaarrekening in januari van dit jaar, om amper een maand later de getrouwheidspremie te doen zakken van 0,65 naar 0,20 procent. Ook de rente op de Volkslening, die met zo veel bravoure werd aangekondigd, is bij een aantal banken al na één maand herzien. Naar beneden, uiteraard.

Voor het waarom van de discrepantie tussen grote winsten en lage opbrengsten voor de consumenten zijn verschillende redenen. De grote winsten uit het prefinanciële crisistijdperk werden vooral geboekt op basis van gigantische risico's met ingewikkelde rommelkredieten of speculatieve beurshandel. Toen die zeepbel ontplofte ging het lawinegewijs bergaf met die winstmotor. Dus moeten die ergens anders gehaald worden.

Genoegen nemen met minder winst is geen optie. Het rendement op het eigen vermogen is nu al fors gedaald door de crisis. Om nieuwe problemen te voorkomen legden de financiële toezichthouders de banken strengere regels op. Onder die Bazel III-regels moeten de banken grotere risicobuffers aanleggen, dus meer inkomsten in eigen zak houden. Minder rente op het spaarboekje, een strenger kredietbeleid, een duurdere hypotheek, het zijn allemaal geijkte methodes.

En nu komt daar ook nog de Asset Quality Review (AQR) bovenop. De centrale banken leggen een pak banken op de rooster, onder meer over hun financiële gezondheid en tegen eind dit jaar moet dat rapport klaar zijn. Tot dan knijpen de bankiers de billen dicht en moeten we geen ander beleid verwachten.

Bizarre paradox

Die eisen en regels komen er op vraag van de overheden die de capriolen van de financiële sector terecht beu zijn. De banken zitten op de strafbank en zijn een makkelijke schietschijf. Toezichthouders willen dat ze hun kapitaal versterken, terwijl Europa aandringt op de terugbetaling van de staatssteun. Bedrijven en consumenten willen goedkoper krediet en hogere opbrengsten op hun spaarrekening. De financiële sector heeft zichzelf opgesloten in deze bizarre paradox.