Direct naar artikelinhoud

Voer voor voorzichtig optimisme

Het is amper een week geleden dat Standard&Poor's de kredietwaardigheid van half Europa en van het noodfonds naar beneden bijstelde. Veel slechter nieuws kan je, als aarzelend ingestapte belegger, niet krijgen. Er werd een orkaan voorspeld op de financiële markten en we overwogen ernstig om onze nieuwe aankopen weer van de hand te doen. We deden het niet. En maar goed ook want het bleef windstil. Sterker nog. Na een kleine schrikreactie begonnen de beurzen te klimmen. Misschien wel omdat het spierballengerol van de kredietbeoordelaars behoorlijk op de zenuwen begint te werken. Hun pessimistische deuntje is grijsgedraaid en zorgt hoogstens nog voor onverschillig schouderophalen.

Nu dreigt ook Fitch met een ratingknip voor zes eurolanden, waaronder België. So what? Waarom zouden we ze nog geloven? Die Amerikanen die vanuit hun dure ivoren torens naar hartelust en ongestraft hun pijlen op Europa richten en van onrust stoken hun handelsmerk hebben gemaakt. Het is immers nooit goed genoeg voor deze blazers van warm en koud waarvan we nog geen enkel constructief voorstel hebben gehoord. Hautaine stuurlui aan wal zijn het. Ze blijven hameren op wurgende besparingen en eisen tegelijk dat er volop in de economie wordt geïnvesteerd. Op die manier heb je natuurlijk altijd gelijk.

Daarom zijn we ze beu. Ontmenselijkte en koele cijferaars die alles in rapporten proberen te vatten en elke voeling met het dagelijkse leven verloren hebben. Want zo betrouwbaar zijn de zelfverklaarde controleurs van de wereldeconomie nu ook weer niet. Anders hadden ze wel tijdig gewaarschuwd voor de kredietcrisis en zichzelf niet schatrijk gespeeld door rommelkredieten de hemel in te prijzen of Lehman Brothers zaliger tot een paar dagen voor het rampzalige faillissement nog met de hoogste rating te bedenken. Het lijkt erop dat beleggers niet langer bereid zijn zich nog langer door hen te laten chanteren.

Frankrijk en Spanje wisten verrassend vlot en tegen een 'redelijke' rente hun staatspapier te slijten en het er wordt stilaan weer drukker op de beursvloer. Ook in onze rangen neigt de barometer naar voorzichtig optimisme. De bedrijfsresultaten zijn bemoedigend. De VS-economie vertoont duidelijke tekenen van herstel dankzij een hoger consumentenvertrouwen en een lagere werkloosheid. De grootbanken maken er weer miljardenwinsten en het 'failliete' General Motors verrees miraculeus en is opnieuw 's werelds grootste autobouwer. Sinds de jaarwisseling zijn de indexen ruim vijf procent gestegen en bij sommigen groeit zelfs het geloof in een sterke voorjaarsrally. Toch merkwaardig, dat omgeslagen sentiment. Elke sprankel hoop doet immers leven en een dag zonder slecht nieuws wordt (te) gemakkelijk als goed nieuws geïnterpreteerd. Daarom blijft opperste waakzaamheid geboden. Want er zijn nog steeds weinig redenen tot juichen.

De groeiverwachtingen voor de wereldeconomie worden er niet rooskleuriger op en nog steeds weet geen mens hoe Athene van een chaotisch bankroet kan worden gered. Griekenland is een Europees ontwikkelingsland geworden. Zelfs een nog drastischer 'haircut' lijkt niet meer dan de zoveelste druppel op een hete plaat en het blijft een open vraag of de banken zonder blijvende schade die bittere pil kunnen doorslikken.

Wachten dus, op het nieuwe wit konijn dat de Europese leiders op de top volgend weekend uit hun hoge goed toveren. Toch lijkt er stilaan, een beetje, schot in de zaak te komen. Het IMF zet samen met de ECB alle zeilen bij om de schuldencrisis aan te pakken en wil haar financiële slagkracht met maar liefst 500 miljard uitbreiden. Jammer genoeg moet een groot deel van die extra miljarden worden opgehoest door landen die met steeds grotere wrevel naar het Europees gestuntel zitten te kijken. De nieuwe economische grootmachten willen, terecht, meer inspraak binnen het IMF en eisen de garantie dat Europa eindelijk eens echte initiatieven neemt om de schuldencrisis te bestrijden. Het wordt dan ook geen simpele bedelopdracht voor IMF-topvrouw Christine Lagarde om tegen de G20-top van eind februari die spaarpot gevuld te krijgen.