Direct naar artikelinhoud

'Iedereen op Utoya moest dood'

Anders Behring Breivik wilde iedereen op het eiland Utoya vermoorden en het niet bij 69 mensen houden. Dat zei hij vandaag op de vierde dag van het proces tegen hem. De Noor zei ook dat hij eigenlijk van plan was geweest alle leden van de Noorse regering te vermoorden. Zo wilde hij de voormalige premier Gro Harlem Brundtland gevangen nemen en met een mes onthoofden.

Nabestaanden schudden vol afschuw hun hoofd. Zelfs de openbaar aanklager lijkt even van zijn stuk gebracht als Anders Behring Breivik vertelt dat hij aanvankelijk iedereen op het eiland Utøya had willen ombrengen. Zijn schietpartij moest als 'ontsteker' functioneren voor massale paniek onder de aanwezige jongeren, het ijskoude water om het eiland zou als 'een massavernietigingswapen' het karwei afmaken.

Zakelijk en onaangedaan vertelt Breivik dat hij ook de oud-premier van Noorwegen Gro Harlem Brundtland, die tien jaar lang de door hem gehate Arbeiderspartij leidde, had willen ombrengen. Een onthoofding, vastgelegd op video, zou hij uitvoeren terwijl hij een tekst voorlas over zijn strijd tegen de overname van Europa door moslims. Wreed, ja, gaf Breivik toe tegenover openbaar aanklager Svein Holden, die beurtelings met zijn collega Inga Bejer Engh de verdachte aan de tand voelt. Maar deze methode is een extreem efficiënt psychologisch wapen, zei hij. "Ik ben geïnspireerd door Al Qaida. Ook in Europa is onthoofding tot in de 19de eeuw uitgevoerd."

De rechtszaal is in shock. Die ochtend en de dag ervoor was de status Breivik in de rechtszaal gekrompen van een onbekend monster tot een af en toe nerveus ogende verdachte die zijn manifest en ideëen voornamelijk bij elkaar had gegoogeld. De openbaar aanklagers betwijfelen of het door Breivik opgerichte netwerk van militante nationalisten Knights Templar echt bestaat. Sommige nabestaanden probeerden hun leed te verzachten door hem weg te zetten als een zielig en mislukt moederskindje.

Maar nu de aandacht van zijn ideeën is verlegd naar de uitvoering van zijn aanslagen rijten negen maanden na 22 juli alle wonden met kracht weer open. Breivik stelt met kille zekerheid dat hij 'zijn aanval opnieuw zou uitvoeren'.

"Utoya was op dat moment het meest aantrekkelijke politieke doelwit", zegt hij tegen aanklager Svein Holden. "Ik wist dat het een controversiële actie was. De helft van de militante nationalisten vindt dat ik te ver ben gegaan. Maar het is makkelijk een aanval achteraf te bekritiseren."

"Ik ben geen kindermoordenaar", zegt Breivik. "Deze jongeren waren allemaal politieke activisten die ervoor kozen voor het multiculturalisme te strijden. 44 van hen hadden leidinggevende posities. Zij waren legitieme doelen."

Breivik wilde aanvankelijk drie bommen tot ontploffing brengen in Oslo en daarbij de hele regering ombrengen, maar zag daarvan af omdat het te moeilijk was deze te fabriceren. Hij dacht dat hij '5 procent kans' zou hebben om te overleven. Hij zei ook een aanslag op het hoofdkantoor van de Arbeiderspartij te hebben overwogen, maar zag ook daarvan af omdat hij dacht dat daarbij te veel burgerslachtoffers zouden vallen. Hij mikte bewust op 'politieke activisten', zo zei hij.

Maar toen aanklager Holden doorvroeg over de leeftijd van de jonge deelnemers aan het kamp, gaf Breivik toe dat 'het niet wenselijk was' mensen onder de 18 te doden. "Ik had aanvankelijk had gedacht dat 75 procent van de deelnemers boven de 18 zou zijn."