Direct naar artikelinhoud

'Iedere dag opnieuw leven wij in angst'

Omdat de advocaat van Kim De Gelder zopas nog een nieuw verslag indiende, komt er vandaag zo goed als zeker weer geen duidelijkheid of er een assisenproces komt. 'Kan die advocaat 's nachts nog slapen?', vragen de kinderverzorgsters die de moordpartij overleefden. Hun wonden zijn diep, de messteken zijn wel geheeld, de krassen op hun ziel niet. 'Nergens voelen we ons nog gerust.'

Rita Van Geyte (55), Hilde De Bondt (45), Katja Van Meersche (29) en Sabrina Lissens (37) zijn hun namen. Op 23 januari 2009 vormden ze één blok tegen de jongeman die van hun kinderdagverblijf Fabeltjesland in Dendermonde wereldnieuws maakte. Twee baby'tjes en een collega-oppas overleefden de doortocht van Kim De Gelder niet.

Vandaag trekken de vrouwen nog altijd aan hetzelfde touw: ze willen dat er zo snel mogelijk wordt beslist of De Gelder zal worden geïnterneerd of zich zal moeten verantwoorden op een assisenproces. Al noemen zij De Gelder nooit bij naam. Ze praten over 'hij' en over 'hem'.

Voor het eerst willen de oppassers praten. "Noem het gerust een noodkreet", zeggen ze. Want in juni vorig jaar waren zij, de andere slachtoffers en nabestaanden verzekerd dat er geen vertragingsmanoeuvres meer mogelijk waren. Nu blijkt dat de advocaat van Kim De Gelder vorige week vrijdag nog een psychiatrisch rapport indiende en de onderzoeksrechter dat wellicht nog zal wil laten onderzoeken. Resultaat: de zitting kan vandaag 'gewoon' doorgaan.

Maar een beslissing valt er normaal - alwéér - niet. "We wachten nu al bijna drie jaar. Ronald Janssen vermoordde een jaar na de feiten in Dendermonde dat jonge koppeltje. Intussen kreeg Janssen wel al levenslang. Wij weten nog niet eens of er ooit een proces komt. Er komt gewoon geen einde aan."

Sabrina: "Maandag belde de advocaat. Ik dacht dat het was om af te spreken voor de raadkamerzitting van donderdag (vandaag, bjm). Maar de advocaat zei: 'hou je maar goed vast. De beslissing zal niet vroeger vallen dan 30 maart'."

Rita: "Het is altijd iets. Ze zijn de hemel op aarde aan het prepareren voor hem. Het lijkt of hij het slachtoffer is, niet wij."

Hilde: "Het is gewoon unfair en het zorgt voor een enorme frustratie."

Is dat inderdaad wat jullie nu voelen: frustratie?

Katja: "Het is alleszins een teleurstelling. Die beslissing waarop we wachten schrikt enerzijds af, maar anderzijds kijk je daar ook naar uit. Het is het begin om verder te gaan. Zodat het eindelijk vooruit kan."

Rita: "Ik ben inderdaad gefrustreerd. Maar ook enorm kwaad en ontgoocheld. Ik voel me ook zo machteloos."

Sabrina: "En het erge is dat je er zelf gewoon niets aan kunt doen."

Op de vorige raadkamerzitting waren jullie allemaal aanwezig. Waarom?

Rita: "Ik was daar omdat ik wilde weten of er nu een assisenproces komt of niet. Vragen voor hem had ik eigenlijk niet. Of misschien wel. Maar ik vrees dat hij daar toch nooit op zal antwoorden."

Sabrina: "Ik ben toen geweest om te tonen dat we er nog staan."

Hilde: "Voor mij was het een enorme ontgoocheling dat hij er zelf niet was."

Rita(cynisch): "Ha, neen. Hij had keelpijn."

Hilde: "Ik wil vragen of ik voor hem mag gaan staan. En dan zou ik vragen of hij in mijn ogen wil kijken. Want hij heeft me toen in de ogen gekeken en me met angst vervuld. Nu wil ik de rollen omkeren."

Rita(haast zich): "Ik denk dat we op dat vlak allemaal anders zijn. Ik zou hem liever nooit meer terugzien. Ik was zelfs opgelucht toen hij er de vorige keer niet was. Doodsbang ben ik van hem."

Katja: "We waren er ook voor de andere slachtoffers. Uit respect voor de kindjes, hun ouders en onze collega's. Want we staan er allemaal samen voor. We zijn er spijtig genoeg ook samen in geraakt."

Hoe gaat het nu met jullie?

Hilde: "Eigenlijk werken we in principe alle vier nog in de crèche. En je probeert elke dag nog wel je ding te doen, maar er zijn periodes dat het echt niet gaat. De dokter heeft me zopas een maand op ziekteverlof gezet. Ik weet zelf niet wat de aanleiding is van die moeilijke periodes. Dat kan soms iets heel onnozel zijn.

"Ik heb momenten dat ik zeg: voor mij hoeft het allemaal niet meer. We doen onze job enorm graag en zetten ons ten volle in voor de kinderen. Maar het is niet meer hetzelfde."

Katja: "Ik heb na de feiten alles samen opnieuw vijf maanden gewerkt in de crèche. Maar toen is het licht uitgegaan. Sindsdien hol ik van de ene naar de andere therapie. (zachtjes) Ik zit nu in dagtherapie."

Rita: "Ik werk de helft van vier vijfden. Omdat ik fysiek niet meer werk aankan. Ik heb vier operaties gehad aan mijn nek en rug. Nooit nog zal ik mijn arm normaal kunnen bewegen."

Sabrina: "Ik sta nu ook op 'ziekte'."

Was het niet gemakkelijker geweest een andere job te kiezen? Minder confronterend?

Hilde: "Ik heb meer dan een jaar getwijfeld. Ik zag het na een carrière van 17 jaar niet meer zitten. Stilletjes aan heb ik beseft dat ik het toch opnieuw wilde proberen. Ik heb van dag één een baseball-bat meegenomen naar de crèche. Die knuppel staat daar en zal daar altijd blijven staan. Gewoon omdat er in een kinderdagverblijf niets anders is om iemand te stoppen. Ik hoop dat ik hem nooit moet gebruiken. Ik ben sindsdien veel alerter. Ik luister en kijk veel meer."

Sabrina: "Ik ben ook altijd en overal op mijn hoede."

Hilde: "Dat vergt veel inspanning. In het begin werkte ik deeltijds en moest ik 's middags gaan liggen. Omdat ik op was. Niet fysiek, maar psychisch was ik moe. Soms slaap ik ook maar drie uur per nacht. Dan weet ik dat het bergaf met me gaat."

Sabrina: "Ik heb ook nog altijd last van nachtmerries. Die gaan dan over collega's, kinderen die wenen, de paniek van die dag. Het heeft altijd wel iets met die dag te maken, maar dan in een andere vorm."

Leven jullie in angst?

Rita(knikt heftig): "Zeker. Als ik 's ochtends om zeven uur naar de crèche ga, durf ik niet alleen naar binnen. Dan wacht ik op de parking tot een andere collega arriveert. Dan zit je daar met de daver op je lijf. Gisteren nog werd ik onderweg onwel in de auto. Maar ik durfde niet stoppen langs de kant van de weg - wie weet wie kom ik tegen. Dus heb ik maar overgegeven in de auto."

Kunnen jullie gemakkelijk praten over wat er is gebeurd? Over hoe jullie zich voelen?

Sabrina: "Met elkaar, ja. We zijn de enigen die elkaar begrijpen. Aan een half woord hebben we genoeg. We hebben het samen meegemaakt. We weten wat het met ons doet."

Rita: "Voor veel andere mensen is dat allemaal al lang geleden. Soms vragen ze me dat vlakaf: hoe lang is dat nu al niet geleden? Ik kan me daar zo kwaad in maken. Sommigen zeggen me ook dat het tijd wordt dat ik me erover zet. Dat ik me moet herpakken. Ze beseffen niet dat ik ermee opsta en ga slapen."

Hilde: "Veel mensen hebben ons in de steek gelaten. We voelen ons vaak alleen."

Rita: "In het begin was het anders. Om de vijf minuten was er iemand die over de feiten begon. Nu draaien ze met hun ogen als ik er nog maar een woord over zeg. Ze hebben liever dat ik er over zwijg, na al die jaren."

Hebben jullie uitgemaakt wat het beste is: een assisenproces of internering?

Sabrina(fel): "Ik wil vooral dat er een proces komt. Dan kunnen ze hem nog altijd interneren. Maar interneren zonder proces: dat betekent dat ze vinden dat hij niet wist wat hij deed. En wij weten dat dat niet het geval was."

Rita: "Als er een proces komt, moet ik hem om te beginnen terug zien. En zoals ik al zei: ik ben doodsbang van hem. Daarnaast vraag ik me ook af: wat als hij dertig jaar krijgt. Sorry, dat ik het zeg. Maar we wonen in België, hé. Dan loopt hij binnen enkele jaren terug rond."

Hilde: "Als hij morgen vrij komt of ontsnapt zal overigens niemand hem herkennen. Die krantenfoto's met zijn lang haar? Forget it. Hij lijkt daar totaal niet op.

"Ik wil vooral een proces omdat er al veel onzin is verschenen over wat er is gebeurd. Uit vrees voor procedurefouten kan en wil ik daar niets over zeggen. Maar op een proces is het onze beurt om te vertellen wat er is gebeurd. Dan zullen de mensen de waarheid horen. "

Sabrina: "En dan mag hij zeggen wat hij wil. Zijn uitleg maakt niets uit."

Hilde: "We zijn er zeker van dat hij zich heel bewust van was van wat hij daar deed. De kans dat hij dat ooit toegeeft, is echter heel klein."

Hebben jullie soms ook goede dagen?

Hilde: "Betere dagen? Ja. Goede dagen? Neen. Dat kan ook niet anders. Sinds de feiten heb ik een groot litteken op mijn knie en kappen in mijn haar. Telkens ik mijn kleren uittrek of mijn haar brush, zie ik die verwondingen. Dat vind ik zo erg: dat ik elke keer dat ik naar mezelf kijk aan hem moet denken."

Rita: "Ons leven is helemaal veranderd. (blaast) Ons gezin is ook helemaal veranderd. Weinig mensen schijnen dat te beseffen."

Sabrina: "Wij mogen ook precies geen plezier meer maken."

Katja: "We voelen ons nooit nog veilig. Overal waar ik kom, ben ik op mijn hoede. Elke dag moet ik vechten om op te staan en de dag door te komen."

Sabrina: "Ik durf zelfs niet meer te douchen met het gordijn dicht. Uit angst dat hij achter dat gordijn staat. Je zet dat onbewust ook over op je kinderen. Mijn zoontje van twaalf controleert vier tot vijf keren of de voordeur wel op slot zit."

Rita: "Soms voelen we ons ook goed. Maar na vijf minuten slaat dat om, bijvoorbeeld omdat het te druk is. Tussen kerst en nieuw zat ik bijvoorbeeld op de trein toen er tussen Gent en Antwerpen opeens een rare jongen in de wagon liep. Ik heb hem geen seconde uit het oog verloren. Ik was niet meer op mijn gemak.

"Hetzelfde verhaal vorige week. Op een verjaardagsfeest heb ik van zeven tot drie uur op mijn stoel gezeten. Ik heb niets anders gedaan dan rond mij gekeken. Ontspannen, dat kan niet meer."

Willen jullie dat ook zeggen of duidelijk maken aan De Gelder, dat hij jullie levens heeft verwoest?

Sabrina(maakt wegwerpgebaar): "Die lacht ons vierkant uit."

Volgen jullie wat er over hem wordt gezegd en geschreven?

Hilde: "Ik kijk sinds die dag bewust niet meer naar het nieuws."

Rita: "Ik wel. Ik word daar naartoe gezogen, zo lijkt het. Zodra ik uit bed ben is het eerste wat ik doe Teletext opzetten. Om te kijken of er hopelijk niets ernstigs is gebeurd. Dat drama op dat plein in Luik: ik heb dat van A tot Z gevolgd. Ik zap constant, op zoek naar zo'n nieuws. Ik kan dat niet uitleggen. Vroeger deed ik dat niet."

Hebben jullie ooit contact gezocht of gehad met zijn ouders?

Hilde: "Via iemand van slachtofferbejegening heb ik destijds enkele vragen overgemaakt aan zijn ouders. Ze hebben me ook geantwoord. Maar ineens hebben ze het contact stopgezet. Omdat ze het resultaat van het psychiatrisch verslag van hun experts wilden afwachten.

"In het begin dacht ik: amai, voor die mensen moet dat ook erg zijn. Stel je maar eens voor dat je zo'n kind hebt. Maar naarmate dat evolueerde en maar bleef aanslepen, hoefde dat contact ook niet meer. Zij zijn toch de mensen die de advocaat altijd maar vragen nog dit of dat te proberen, niet? Ik vraag me overigens af of die advocaat nog kan slapen? Wel, wij niet. Toch niet zonder pillen. Als zijn ouders en hun advocaat dat spelletje nog lang volhouden en rekken, zullen er nog slachtoffers vallen. En dan zijn zij de daders."

Katja en Hilde waren tijdens het gesprek zeker dat ze vandaag naar de zitting van de raadkamer zouden afzakken. Sabrina en Rita twijfelden nog een beetje.

"Eigenlijk weten we nu al dat we weer niet zullen weten waar we aan toe zijn. Ik ben bang voor die teleurstelling. Maar misschien ga ik als ook alle anderen gaan", zegt Rita. Ook Sabrina denkt er zo over.

Hilde: "Weet je wat het ook is? We zitten met een schuldgevoel. We hebben die dag onschuldige kinderen moeten afgeven. Terwijl het onze verantwoordelijkheid was om de kinderen die 's ochtends naar Fabeltjesland waren gebracht 's avonds terug te geven aan haar ouders."

Katja: "Elke dag vraag ik me dag nog af: waarom heb ik toen dit niet gedaan? Of waarom niet dat?"

Rita: "Ik ook. Maar je zag dat ook niet aan hem. Dat was eigenlijk een heel gewone jongen."

Hilde: "Ik heb mijn best gedaan om erger te voorkomen. Wij allemaal. Dat is niet volledig gelukt."

De partner van Hilde komt tussen: "Er is maar één schuldige. En dat is hij."

Katja: "De dag dat ik dat zelf zal kunnen zeggen, moet nog komen (loopt weg van tafel)."