Direct naar artikelinhoud

De ongeregelde blik van Aglaia Konrad

De Oostenrijkse, in Brussel wonende, Aglaia Konrad breekt met haar fotografische werk een lans voor architecturaal buiten de lijntjes kleuren.

Een zigzaggende wand verdeelt de expozaal van het Stuk in twee helften. Als je binnenkomt moet je kiezen of je links, dan wel rechts gaat. Links is de wand bekleed met osb-platen. Ze zijn liggend, in halfsteens verband, geplaatst. Waar de platen bloot komen zijn ze gewit, maar de ruwe spaanders van de platen blijf je zien. Het lijkt zo een grillige cyclopische muur.

Het grootste deel van de wanden is echter bedekt met zwart-witfoto's van gebouwen. Ze sluiten zonder overgang op elkaar aan. Je duikelt zo van de ene architecturale sfeer in de andere. Waar de wanden een heel scherpe hoek vormen zie je zelfs nauwelijks waar het ene beeld begint en het andere eindigt. Dat komt vooral omdat de beelden zoals oude krantenfoto's 'gerasterd' zijn: van dichtbij bestaan ze slechts uit kleine en grote zwarte stipjes.

Zo vervloeien de beelden met elkaar en met de muur. De muur en het beeldprocedé strijden om aandacht met wat afgebeeld wordt. De 'visie' bekampt het 'objectieve' beeld. De laatste foto - een cultureel centrum in Vilnius - is zelfs kunstmatig door zijn verwarrende superpositie van twee opnames van dezelfde ruimte.

De grillige muur en de foto's hebben ook een nader verband. De foto's tonen steeds spectaculaire betonstructuren. De kerk van beeldhouwer Fritz Wotruba in een buitenwijk van Wenen is bijvoorbeeld een stapeling van kolossale betonblokken, een hedendaags Stonehenge. Het Conferentiecentrum in Kyoto van Sachio Otani tart met zijn zeshoekige structuur de zwaartekracht. Een in de grond gevormde betonpaal in een Brussels metrostation intrigeert door zijn grillige vorm en enorme maat.

De meeste foto's overdonderen vooral omdat ze vanuit het midden van zo'n gebouw getrokken zijn. Zo verlies je het overzicht. Al snel besef je dat het hier niet om recente gebouwen gaat: zo veel durf en verbeelding zou niemand nu nog tolereren. Het wilde van de muur krijgt zo plots een echo in het visionaire van de hemelbestormende architectuur van de jaren 1960 en '70. Meteen wordt de betekenis van de titel Frauenzimmer duidelijk. Oostenrijkers hekelen er een aberrante plek of toestand mee. Een plek waar mensen hun eigen gang gaan, ook al omdat niemand ze een blik waard acht. Maar daar vallen wel lessen te trekken, laat Konrad ons voelen.

Wie bij het binnenkomen rechtsom gaat, komt wel in rustiger vaarwater. Egale wanden van smetteloos gladde mdf-panelen stroken beter met klassieke tentoonstellingsarchitectuur, al zijn de wanden meestal leeg. Pure, netjes gearticuleerde architectuur in plaats van wilde zigzaggen. Hier slaan de foto's van Konrad een andere toon aan: documentair, in kleur, op klein formaat, ingelijst. Maar het gaat wel nog steeds om visionaire gebouwen. Naast het al vermelde conferentiecentrum van Kyoto zie je hier beelden van een merkwaardig ensemble van Jean Renaudie en Renée Gailhoustet: winkels, gemeenschapsvoorzieningen en sociale woningen in een Parijse banlieue die veel meer zijn dan een droefgeestige, maar perfect genormeerde accommodatie van de woonfunctie. Hier wijst een geelfilter voor de ramen, de urban shade, echter weer nadrukkelijk op het feit dat we naar beelden kijken, gekleurde visies op de werkelijkheid.

Slechte verstaander

Voor de echt slechte verstaander heeft Konrad nog een verrassing in petto. Op een kleine tafel staan kriskras door elkaar betonblokjes waar een gleuf in gezaagd werd. In die gleuf staan perspexpanelen waarop ansichtkaarten gelijmd werden van, alweer, imposante betonstructuren. Zo kan je de voor- en achterzijde van de kaartjes bestuderen. Verrassend genoeg gaat het vaak om weinig spectaculaire gebouwen, zoals sociale woonwijken. Je vindt er ook een postkaart van de betreurde Brusselse Martinitoren of zelfs de vroegere fly-over aan het ABC-hotel (nu het Kaaitheater) en de Citroëngarage aan het Brusselse Sainctelettesquare. Al die kaarten samen vertellen een verhaal over wat we ooit belangwekkend of bezienswaardig vonden. Een verhaal van een andere visie.

Omdat de paneeltjes zo dicht bij elkaar staan, moeten mensen wel aan de praat geraken terwijl ze neuzen tussen de afbeeldingen. Maar misschien denken ze zo ook even aan de Italiaans-Braziliaanse architecte Lina Bo Bardi. Het presentatiemodel is immers een miniatuurmodel van de presentatie die ze bedacht voor haar Museum in Sao Paulo. Het toppunt van visionaire, sociaal bewogen architectuur: het zwevende gebouw creëerde onder andere een gigantische publieke ontmoetingsplaats op straatniveau . Dat soort buiten de lijntjes denken, daar breekt Konrad hier een lans voor.