Direct naar artikelinhoud

Tenoren imponeren op Passa Porta

Het Passa Porta Festival kreeg het flink voor de kiezen van de weergoden. Toch liep het storm voor Karl Ove Knausgård, Cees Nooteboom én de Lange Nacht van het Kortverhaal.

Straten vol smeltende smurriesneeuw. Kleumende toeristen met rode neuzen. Her en der troepjes boekenfreaks met een oranje badge, die zich met opgetrokken kragen naar BOZAR, de KVS of De Markten reppen, hot spots waar de literatuur zondag hoogtij mocht vieren.

Normaal luidt het tweejaarlijkse Passa Porta Festival gracieus de Brusselse lente in. Maar ditmaal zetten de uitzonderlijke weersomstandigheden een domper op het vierdaagse evenement. Toch warmde Passa Porta-directeur Sigrid Bousset zich gisteravond op aan de ongeveer 8.000 festivalgangers en de 1.000 bezoekers voor het sluitstuk met Julian Barnes. Met onder meer de Britse topauteur A.S. Byatt, de Ierse Anne Enright, Nederlands reiscoryfee Cees Nooteboom en de Noorse succesauteur Karl Ove Knausgård kon het moeilijk misgaan. "Alle avondprogramma's waren uitverkocht", zegt Bousset. "Ook het ontbijt met Bart Moeyaert en de gesprekken met Geert Mak en Tahar Ben Jelloun liepen op zondag meteen vol."

Al geeft Bousset grif toe dat de zichtbaarheid van het festival door de barre kou bescheidener was: "Voor het eerst hadden we een Passa Porta Festival zonder zon. Maar uiteindelijk is de sfeer in de zalen voor mij belangrijker dan die op straat."

Het Passa Portafestival is een mer à boire, een "soort Rock Werchter" van de letteren, zoals David van Reybrouck het vorige week omschreef. Nadat de eerste dagen in het teken stonden van de Arabische literatuur, met als eregast de Algerijnse schrijver Boualem Sansal, triomfeerde zondagavond het festivalthema 'verbeelding' op de Lange Nacht van het Kortverhaal in Flagey, met veel tenoren over de vloer.

Tahar Ben Jelloun, voormalig Goncourtwinnaar, beet de spits af met een pittig verhaal over een man die tevergeefs wacht op een callgirl, maar daardoor wel "een uur vol verlangen en hoop" had gekend. Even leek het of we op Saint-Amour waren terechtgekomen, want ook Kristien Hemmerechts bracht een broeierig kortverhaal over een overspelige maar gedwarsboomde liefde. Met 'De bescheidenheid' van de Spaanse auteur Enrique Vila-Matas viel alles in de plooi: een schitterende lezing van een verhaal over een man die op buslijn 24 zijn medepassagiers afluistert, "een pickpocket van ideeën", "een verzamelaar van zinnen", vol knipogen naar de wereldliteratuur.

Ook de Ierse Anne Enright kreeg de zaal met bitter cynisme en wendbare stem op de knieën. Het was klein bier vergeleken met Arnon Grunberg die met veel panache een komisch-wrange short story bracht over een eigenaardig koppel waar een Rhodesische hond uiteindelijk de definitieve splijtzwam bleek, als opmaat naar kortverhalenkoningin Lydia Davis. Toch overtuigde de avond niet helemaal, mede door de wat makke, muzikale omlijsting van Osuna en het ontbreken van visuals, ondanks de immense boekenpyramide waarachter de schrijvers prijkten.

Op zondag moest je pas echt scherpe keuzes maken, met vooral in BOZAR een plejade aan grote namen. Erwin Mortier wisselde er van gedachten met de Roemeense schrijver Mircea Cărtărescu en vertelde dat hij wel eens erg aanschouwelijke dromen had over utopia, "een kruising van Dante's Paradijs met Disneyland". Het leidde tot een geestig steekspel over de subversiviteit van dromen, zij het dan in ietwat krakkemikkig Engels.

Ook Cees Nooteboom was goed op dreef met exposés over zijn Brieven aan Poseidon, de geilheid van de Griekse goden of het Brusselse restaurant van Hugo Claus. Hij duldde liever geen tegenspraak van interviewster Chantal Pattyn. Zelfs het bijzondere seksuele leven van zeepaardjes en de lange afbraaktijd van een dode walvis kwamen aan bod. "National Geographic heeft je nog niet gepolst?", schotelde Pattyn hem voor. Al even welsprekend ging het er aan toe in het gesprek met Laurent Binet, de Franse auteur die met zijn debuut HhhH Europa veroverde en nu een boek afleverde over de verkiezingscampagne van president François Hollande. Ondanks zijn imago van stijve hark, viel het Binet op hoe verbazend soepel Hollande meetings naar zijn hand kon zetten.

Divers publiek

In de KVS liep het storm voor de Noor Karl Ove Knausgård, sinds zijn passages op de Boekenbeurs uitgegroeid tot mannelijk literair sekssymbool. Hij liet een nietsontziende blik in zijn ziel én schrijfpraktijk toe. "Schrijven is een eeuwige zoektocht naar vrijheid en naar controleverlies." Zijn schaamte kan hij enkel afleggen wanneer hij drinkt of schrijft. Intimistischer ging het eraan toe in het Muziekinstrumenten-museum, in een ontspannen gesprek tussen AKO-winnaar Peter Terrin en Tommy Wieringa, onder leiding van Karl van den Broeck. "Literatuur is een strand, je kunt maar een paar korrels bestuderen", zei Wieringa, en strooide anekdotes in het rond over zijn familie vol "zwijgzame analfabeten" en zijn Nederlandse tv-bekendheid.

Peter Terrin verzekerde ons op zijn beurt dat hij "nooit de clown zou uithangen", nu de literaire roem hem aan zijn tenen begon te kietelen. Dat Passa Porta een divers publiek bediende, bewees ten slotte Muntpunt. In het Dominican Hotel lazen een honderdtal 'gewone' Brusselse lezers van allerlei nationaliteiten voor uit honderd meesterwerken van de wereldliteratuur, van Balzac tot Scott Fitzgerald. Het ging er bij momenten geanimeerd aan toe, in deze toren van Babel, waar geen levende schrijver te bekennen was.