Direct naar artikelinhoud

ParijsGroeiende sociale kloof

PARIJS l Ruim vier jaar na de rellen in de Parijse banlieue blijft de situatie er precair. Zo leeft 44 procent van de minderjarigen er onder de armoedegrens, en is in de zogenaamde Zones Urbaines Sensibles (ZUS) bijna de helft van de jonge schoolverlaters werkloos. De misdaad ligt er dan weer lager dan in de aangrenzende, rijkere wijken.

Voor alle duidelijkheid: Parijs en zijn banlieue, een stadsgebied dat grosso modo samenvalt met de regio Ile de France, telt 11,7 miljoen inwoners, een tienvoud van het Brussels gewest en de grootste stadsregio van West-Europa. Slechts twee miljoen mensen wonen in het hogelijk gegentrificeerde Paris Intra Muros,waar enkel een handjevol buurten van (vooral) het 19de en 20ste arrondissement het concept ‘achterstandswijk’ benaderen. Het is aan de overkant van de périph’, met name in de noordoostelijke voorsteden van het kleine departement Seine Saint-Denis, dat de sociale malaise het zichtbaarst is.

Een tweede premisse: de Franse Republiek is grondwettelijk één en ondeelbaar, waardoor maatschappelijke analyses op grond van etnische afkomst taboe zijn. Het Institut National de la Statistique et des Études Économiques (Insée) of het in 2003 opgerichte Observatoire National des Zones Urbaines Sensibles (Onzus) gebruiken enkel sociaaleconomische gegevens in hun analyses. Het concept ‘allochtoon’ wordt in Frankrijk niet of amper gehanteerd, al proberen de autoriteiten, onder andere door middel van ‘anonieme’ cv’s in aanwervingsprocedures, etnisch-raciale discriminatie tegen te gaan.De cijfers dan. Van de totale bevolking van Ile de France woont 1.262.037 in een quartier à difficultés,10,7 procent. Als de banlieue ‘brandt’, zoals eind 2005, dan gaat het over specifieke buurten in specifieke gemeenten, niet over de hele regio. Net zoals Brussel (met een bruto intern product van 53.876 euro per hoofd van de bevolking een van de rijkste gebieden van de EU) in ons land, is Ile de France, goed voor 38.666 euro per hoofd, statistisch de voorspoedigste streek van Frankrijk. Maar evengoed de armste: in ‘Groot-Parijs’ (zoals Nicolas Sarkozy de regio wil hernoemen met de ambitie er een eengemaakte ‘competitieve’ wereldmegapool van te maken) leeft 44 procent van de minderjarige ZUS-bewoners onder de armoedegrens, en zit gemiddeld 41,7 procent van de mannen jonger dan 24 zonder baan (29,6 procent van hun vrouwelijke leeftijdgenoten), evenveel als pakweg in Molenbeek. Anders dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar de werkloosheid op een ontstellende 21 procent zit, heeft in Parijs en voorsteden slechts 8,1 procent geen baan. De zwakste voorstadsgebieden van Parijs doen het inzake tewerkstellingsgraad gemiddeld beter dan de Belgische hoofdstad (16,9 procent werkloosheid in de ZUS).Het neemt niet weg dat de Parijse voorstadsmisère hoe dan ook alarmerend blijft. Stelde een Franse kader- en programmawet (2003) zich tot doel “het aantal ZUS-werklozen in vijf jaar tijd met een derde te verminderen en de werkloosheidsgraad op hetzelfde peil te brengen als in de niet-ZUS-zones”, dan is overduidelijk dat het beleid gefaald heeft. Met haar op scepsis onthaalde plan Espoir Banlieue hoopt staatssecretaris voor Grootsteden Fadela Amara dit jaar 10 miljard euro in de achtergestelde gebieden te pompen. In onderwijs bijvoorbeeld: volgens het jongste Onzus-rapport, van december vorig jaar, bezit 66 procent van de min-25-jarigen in ZUS-gebieden geen diploma, en wordt “de kloof tussen ZUS-leerlingen en de anderen breder”. Ook de doorstroming naar het hoger onderwijs is een probleem. Onlangs ontstond nog heibel toen minister van Hoger Onderwijs Valérie Pécresse de zeer elitaire Grandes Ecoles sommeerde 30 procent van hun beschikbare plaatsen voor beursstudenten open te stellen. De scholen gaven Pécresse echter nul op het rekest: een quotastelsel zou tegen het gelijkheidsideaal ingaan dat de Republiek schraagt.

En dan is er het hoofdstuk criminaliteit. Net als in Brussel is de trend ook in Parijs en banlieue dalend. Werden in 2007 933.953 misdaden vastgesteld, dan waren het er in 2008 nog ‘maar’ 912.751. Gewelddadige inbraken en carjackings gingen allemaal naar beneden, in bepaalde categorieën zelfs met 11 procent. Een lichte stijging, 1,8 procent, was er in het geweld tegen personen (verkrachting, slagen en verwondingen, moorden). Vooral drugsgelieerde delicten namen toe, met 15 procent. Opvallend is dat de misdaad binnen de ZUS gemiddeld 12 procent lager ligt dan in de aangrenzende rijkere gebieden. Mogelijk spelen misdadigers dus op verplaatsing.(LD)