Direct naar artikelinhoud

Politietop zoekt uit of Leuvens team fouten heeft gemaakt in het dossier Ronald JanssenIntern onderzoek naar speurders Annick Van Uytsel

Leuvenl Woensdag start een speciaal onderzoek naar alle speurders die betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning en moord op studente Annick Van Uytsel (18). Paul Van Thielen, de directeur-generaal van de federale politie, wil weten of zijn diensten wel goed werk leverden. De hamvraag van het hele onderzoek: waarom werd Ronald Janssen nooit eerder als verdachte ondervraagd?

Paul Van Thielen, de absolute topman van de federale politie, heeft de hulp ingeroepen van superflik Johan Trotteyn (60), tot voor kort directeur van de federale gerechtelijke politie in Gent. Trotteyn zal de onderzoekers op de rooster leggen. Woensdag begint de speurder aan zijn vragenronde bij de betrokken onderzoekers. “Ik wil te weten komen wanneer Ronald Janssen in beeld kwam, welke informatie er voorhanden was, wat daarmee werd gedaan en wat heeft meegespeeld om hem uiteindelijk niet te interpelleren. Want dat is in eerste instantie de essentie: waarom werd Ronald Janssen niet verhoord? Die vraag mag gesteld worden. Ze zal sowieso toch gesteld worden op zijn proces”, verduidelijkt Trotteyn zijn geplande onderzoek aan de betrokken speurders in een brief die De Morgen kon inkijken.Het onderzoek komt er nadat de Leuvense procureur des Konings, Ivo Carmen, op 28 januari 2010 een brief schreef aan directeur-generaal Paul Van Thielen met een vraag om hulp. Carmen had vastgesteld dat er na de arrestatie van Ronald Janssen bij enkele van zijn onderzoekers een ongenoegen leefde. Procureur Carmen vroeg de directeur-generaal te waken over de verbetering van de werkprocessen in de federale gerechtelijke politie (FGP) Leuven.“Ik kan enkel beloven mij te zullen inspannen. Omdat dit dossier inderdaad de moeite waard is om met zijn allen uit te leren”, vervolgt Trotteyn. Volgens de doorgewinterde speurder is het hem niet te doen om ‘koppen te snellen’. “Ik denk niet dat iemand eraan twijfelt dat elk lid van het onderzoeksteam de dader of daders van de feiten waarvan Annick Van Uytsel het slachtoffer werd, wilde identificeren en pakken. Er werd blijk gegeven van een grote betrokkenheid. Maar toch moet men vaststellen dat Ronald Janssen niet werd ontmaskerd. Er werd hard gewerkt en goed. Maar kon het toch niet beter?”Trotteyn zegt in zijn brief dat hij geen resultaat kan garanderen. Hij beklemtoont ook dat de gesprekken met de onderzoekers vertrouwelijk zijn. Toch zegt Trotteyn dat zijn onderzoek niet zomaar pro forma is. “Wanneer er toch - wat ik niet verwacht - manifeste disfuncties zouden blijken die te beschouwen zijn als het grof verzuimen van beroepsplichten, zal ik die melden in een afzonderlijk verslag aan de directeur-generaal. Ze kunnen dan onderzocht worden door andere instanties.”Zonder dat hij het met zoveel woorden zegt, hoopt Trotteyn uit te klaren waarom Ronald Janssen door de speurders in Leuven niet werd verhoord terwijl er nochtans een vage tip was over de leraar uit Loksbergen (bij Halen). Het laatste signaal van de gsm van Annick Van Uytsel werd overigens op een steenworp van zijn huis, op de mast in Halen, opgevangen.