Direct naar artikelinhoud

‘Blijf van die knopjes, James Blake’

Linde Merckpoel is Studio Brussel- presentatrice. Elke ochtend presenteert ze samen met Tomas De Soete het ochtendprogramma ‘Tomas staat op’.

r zit een groot cultuurliefhebber in mij, maar door mijn rare werkuren heb ik soms weinig tijd om die uit mezelf te halen. Wel lees ik veel en heb ik een zwak voor kookboeken. Omdat mijn lief (Radio 1-presentator Gilles De Coster, ST) en ik rond twee uur ’s namiddags thuiskomen van het werk, hebben we ook tijd om uitgebreid te koken. We vinden niks toffer dan nieuwe dingen uit te proberen en op te eten. Het kookboek van de boerinnenbond is een van mijn favorieten. Men gaat er niet zomaar van uit dat je weet hoe je de perfecte roux moet maken en dat is een troostende gedachte. Een ander topkookboek is Asian Flavours van Jean-Georges, de man achter de restaurantketen Spice Market.

Daarnaast lees ik vooral Engelstalige romans. Zo heb ik net One Day van David Nicholls uit, een ongelooflijk ontroerend liefdesverhaal dat mij aangeraden werd door een Facebook-vriendin die helemaal op dezelfde literaire flow zit als mij. Nu ben ik begonnen in een totaal ander boek: het derde deel van The Hunger Games Trilogy van Suzanne Collins. Een beetje gênant eigenlijk om toe te geven, want het is een sciencefictionverhaal voor tieners. Maar het leest als een trein. Ik lees bijna uitsluitend in het Engels, omdat ik liefst Engelse auteurs lees en ik dat liever niet in vertaling doe. Tijdens het lezen komt de student in mij ook een beetje naar boven. Elk woord dat ik niet ken, zoek ik op.

De laatste cd die ik kocht, is helaas een enorme ontgoocheling gebleken: die van James Blake. Ik had er veel vertrouwen in, omdat mijn collega’s van Select er zo positief over waren, maar echt: ik kan er niet naar luisteren. Het is een ware computerplaat en telkens als je denkt: ‘Dit vind ik wel mooi’, verknoeit hij het door er effectjes tussen te gooien. ‘Blijf toch van de knopjes, James Blake’, denk ik dan. Misschien ben ik ouderwets.

Vroeger ging ik constant naar het theater omdat ik Studio Herman Teirlinck volgde, maar ik vrees dat ik een beetje een overdosis heb gehad. Omdat ik zoveel stukken heb gezien, weet ik ook hoe zeer het kan tegenvallen en ik heb de energie niet meer om een slechte voorstelling uit te zitten. Maar soms is het er wel helemaal op. Naar Oom Vanja van Het Toneelhuis bijvoorbeeld, in een regie van Luk Perceval, ben ik drie keer gaan kijken.” (ST)