Direct naar artikelinhoud

Gemeenschapsonderwijs weer onder vuur voor hoofddoekverbod

Er komt opnieuw een rechtszaak tegen het hoofddoekverbod op school. De vereniging Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!) neemt het niet dat het Gemeenschapsonderwijs (GO) doorzet met een algemene ban.

Nu na meer dan drie jaar zowat alle lopende juridische procedures onontvankelijk zijn verklaard, treedt het verbod op levensbeschouwelijke kenmerken van het Gemeenschapsonderwijs in werking. Vanaf komend schooljaar zijn hoofddoeken, maar ook keppeltjes of opvallende kruistekens verboden in alle scholen van het GO.

De heisa om de hoofddoek begon in juni 2009. Toen besloot het Antwerps atheneum om de hoofddoek te verbieden. Dat zorgde voor een storm van protest. De zaak kwam bij de Raad van State terecht. De auditeur liet weten dat het niet aan een school was om een dergelijk reglement te maken, maar wel aan het net. Het GO deed dat prompt, wat een reeks nieuwe rechtszaken opleverde met een dubbele inzet: mag het GO een verbod instellen of is dat een zaak van de overheid én is zo'n verbod strijdig met de mensenrechten?

"Wat dat eerste betreft, heeft het Grondwettelijk Hof uiteindelijk beslist dat onze Raad wel degelijk bevoegd is", zegt Raymonda Verdyck, topvrouw van het GO. "Wat het tweede betreft, daar is nooit een uitspraak over gekomen."

Precies dat zit BOEH! dwars. "De zaak heeft zo lang aangesleept dat de meisjes die naar de rechter waren gestapt inmiddels zijn afgestudeerd", legt advocaat en grondwetsspecialist Stefan Sottiaux uit. "Daardoor hadden ze geen belang meer bij de uitspraak en werden de zaken onontvankelijk verklaard." Sottiaux bekijkt de komende dagen of er via de Raad van State opnieuw een procedure zal worden opgestart. "Maar het kan ook dat we naar een gewone rechtbank stappen om de beslissing te toetsen aan de antidiscriminatiewet", zegt hij. Ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen onderzoekt het dossier.

In de meeste GO-scholen verandert er op 1 september overigens niets. Uit een zeer recente rondvraag blijkt dat acht op de tien scholen zelf al een verbod heeft ingesteld. Toen het debat drie jaar geleden begon, bedroeg dat aantal zeven op tien. Het zouden bovendien vooral basisscholen zijn, waar nog geen regeling was en daar speelt de kwestie veel minder. Al is er hier en daar toch een secundaire school waar nu de gemoederen verhit zullen geraken.

Gelijkwaardigheid

Hoewel het verbod nu automatisch in werking is getreden en Verdyck de inhoudelijke discussie niet opnieuw heeft gevoerd, blijft ze wel achter de beslissing staan. "In scholen waar inmiddels een verbod is, is er geen debat meer. Leerlingen respecteren wat er wordt gevraagd. Het gaat om gelijkwaardigheid. Door de symbolen weg te nemen wordt het makkelijker om de dialoog op gang te brengen."

Wel vindt ze dat er een gemeenschappelijk standpunt moet komen. "We zitten in een concurrentiepositie", zegt Verdyck, "maar toch zou er voor dit soort gevoelige zaken een generieke aanpak moeten komen. Het kan niet zijn dat kinderen een school kiezen op basis van het feit of ze al dan niet een hoofddoek mogen dragen."

De andere netten lijken niet geneigd om op die vraag in te gaan. De katholieke scholen zijn sowieso autonoom in deze. In heel wat scholen is er weliswaar een verbod, maar dat kadert meestal in een algemene regel die stelt dat het dragen van hoofddeksels niet is toegelaten. Een ban op religieuze symbolen ligt vanzelfsprekend moeilijk in katholieke scholen, waar kruistekens een vast onderdeel van het decor zijn. In het stedelijk en gemeentelijk net heeft meer dan zeven op de tien een regel omtrent hoofddoeken. Ook daar wil de koepel geen standpunt innemen.