Direct naar artikelinhoud

Droom Europees leger weer stap dichterbij

Het parlement stemt morgen over militaire investeringen van 9,4 miljard euro. Die moeten het Belgisch leger sterker maken, maar ook Europeser. 'Je kunt over een Europees leger dromen, maar eigenlijk brengen we het al in praktijk', zegt generaal-majoor Marc Thys.

De militaire programmatiewet maakt een einde aan jaren van besparingen. Als de Kamer ze goedkeurt, "betonneert" ze investeringen van 9,4 miljard euro voor de volgende legislaturen tot 2030. Eerder was al bekend dat de luchtmacht een opvolger krijgt voor de F-16 en dat de zeemacht twee nieuwe fregatten en zes mijnenjagers krijgt.

De 1,7 miljard die opzijgezet is voor de landmacht, moet gaan naar opvolgers van de Dingo's en Piranha's, twee types pantservoertuigen. Maar minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) is naar eigen zeggen niet op zoek naar nieuwe voertuigen, maar naar "een nieuw systeem".

"We zouden graag één mobiel systeem hebben", zegt Vandeput. "Lichtere voertuigen die met elkaar kunnen communiceren."

Is er bijvoorbeeld een probleem met een bepaald voertuig, dan zijn de andere voertuigen meteen op de hoogte. Voor dat intergeconnecteerd systeem kijkt België niet naar een tender, zoals bij de opvolger van de F-16, maar naar een samenwerking met Frankrijk.

Dat idee zou al door de ministerraad zijn goedgekeurd, maar de onderhandelingen lopen nog, onder andere over Belgische onderdelen. "Er moet ook een return on investment voor ons zijn", klinkt het op het kabinet van Vandeput.

Sterkte/zwakte

Een Frans-Belgisch systeem is handig om tijdens operaties reserveonderdelen maar ook informatie uit te wisselen. Tegelijkertijd ligt daar ook de zwakte. Het kan enkel met partners die je 100 procent vertrouwt. Ook de ondersteuning zouden de twee landen delen: denk aan opleidingen voor militairen en logistieke ondersteuning.

"We zijn simpelweg niet meer in staat om autonoom een nieuw systeem aan te kopen en vooral daarna up-to-date te houden", zegt generaal-majoor en commandant van de landcomponent Marc Thys.

Vandeput toonde zich altijd een tegenstander van een Europees leger, maar de programmatiewet gaat resoluut voor Europese partnerschappen. Zo richt België samen met Nederland en Denemarken een commandostructuur op voor Special Forces, voor multinationale operaties.

En België legt ook samen met vier lidstaten voor een vloot van acht tankvliegtuigen. Het moet de luchtmacht onafhankelijker maken van de Verenigde Staten. Tot nu toe moeten Amerikaanse tankvliegtuigen bijspringen als Europese straaljagers op grotere afstand opereren, zoals in Libië.

Dat Europese lidstaten onafhankelijker willen werken heeft vooral te maken met geopolitieke verschuivingen. Het NAVO-bondgenootschap, de belangrijkste militaire bescherming tegen Rusland, staat steeds meer onder druk.

"In plaats van in de bipolaire situatie van de Koude Oorlog zitten we nu in een multipolaire wereld", zegt Sven Biscop, professor aan de Universiteit Gent en verbonden aan het Egmont Instituut. "En daarin vallen de belangen van de VS steeds minder samen met die van ons. De grootste bedreiging voor de Amerikanen komt niet meer van Rusland, maar van China."

Binnen Europa gaan daardoor meer stemmen op voor een Europees leger, een idee dat al zo oud is als de Unie zelf. Onlangs zette de EU een voorzichtige eerste stap, met een commandocentrale voor de ondersteuning van gezamenlijke missies.

"Ik heb vragen bij alweer een hele reeks instellingen die vooral veel kosten en weinig opbrengen", zegt Vandeput. "Zolang lidstaten hun soevereine legers niet opbergen, is het een niveau dat erbij komt."

Voor de minister kan een Europees leger wel als het 'bottom-up' gebeurt, via partnerschappen. "Je kunt over het Europese leger dromen, maar eigenlijk doen we het al met onze aankopen", zegt generaal-majoor Thys. "Het is niet langer lippendienst, we brengen het in de praktijk."