Direct naar artikelinhoud

'Stop euthanasie bij psychisch lijden'

Euthanasie op basis van louter psychisch lijden zou in ons land niet langer een optie mogen zijn. Dat vindt een groep van 65 professoren, psychiaters en psychologen. In een open brief vragen ze de regering de wetgeving aan te passen.

Jaarlijks overlijden in ons land zo'n 2.000 mensen na euthanasie. 2 à 3 procent van die groep doet dat op basis van ondraaglijk psychisch lijden. De afgelopen 2 jaar ging het telkens om zo'n 50 gevallen. Volgens professoren Ariane Bazan (klinische psychologie aan de ULB), Gertrudis Van de Vijver (moderne wijsbegeerte en wetenschapsfilosofie aan de UGent) en Willem Lemmens (ethiek aan de UA) zijn dat 50 gevallen te veel. "Wij zijn gealarmeerd door de toenemende banalisering van euthanasie op grond van psychisch lijden alleen", schrijven ze in een open brief. "Wij dringen erop aan om het toelaten van euthanasie in deze gevallen uit de huidige wetgeving te schrappen."

De ondertekenaars zijn niet gekant tegen euthanasie an sich. Wel stellen ze dat ongeneeslijkheid bij mensen die psychisch lijden, bijvoorbeeld door een depressie, niet objectief kan worden vastgesteld. "Er is maar een iemand die weet hoeveel pijn het doet op het moment zelf", verduidelijkt professor Bazan. En daarbij benadrukt ze de laatste drie woorden: op het moment zelf. "Er is veel mogelijk en er kan veel veranderen. Je mag niet vergeten dat een uitzichtloos gevoel eigen is aan bijvoorbeeld iemand in een depressieve fase."

Ongeneeslijk is relatief

Zelf gelooft de professor niet in woorden als uitbehandeld of therapieresistent bij psychische klachten die niet het gevolg zijn van fysieke aandoeningen. "Bij deze patiënten zegt de wetenschap dat niet zozeer de verschillende therapieën, maar wel de robuustheid van de behandelende therapeut bepalend is. Dat betekent dat je eigenlijk maar alle mogelijke kansen hebt benut als je alle mogelijke therapeuten hebt geprobeerd."

Aanleiding voor de brief is het eerste euthanasiedossier dat in oktober werd overgemaakt aan justitie. Dat betrof de 85-jarige Simona De Moor, een Antwerpse die aan een onhandelbare depressie geleden zou hebben. De huisarts die haar leven beëindigde, zou de wet niet hebben nageleefd. Die schrijft voor dat in dergelijke gevallen drie artsen hun toestemming moeten geven, inclusief een specialist in de aandoening van de patiënt. In het geval van De Moor zou er geen psychiater gehoord zijn.

Professor Bazan haalt ook een tweede, recent verhaal aan, dat volgens haar illustreert hoezeer ongeneeslijkheid, zelfs na lange jaren therapie en ondraaglijk lijden, relatief kan zijn. Het gaat om een 24-jarig West-Vlaams meisje dat al jaren aan psychiatrische problemen lijdt. Afgelopen zomer zou ze euthanasie krijgen, maar uiteindelijk zag ze er op het laatste moment van af.

Volgens Wim Distelmans, professor palliatieve geneeskunde (VUB) en voorzitter van de Federale Commissie Euthanasie, is het net goed dat zo iemand als dat meisje weer perspectieven ziet. "De gedachte dat de handrem door middel van euthanasie opgetrokken kan worden, kan net de kracht geven om toch verder te gaan."

Hij benadrukt dat euthanasie bij psychisch lijden niet zomaar wordt toegepast. "Het gaat niet op voor iemand die een paar maanden lijdt. Wel voor mensen bij wie na jaren verschillende medicijnen, therapieën en therapeuten niets veranderd hebben."

Noch justitieminister Koen Geens (CD&V) noch volksgezondheidsminister Maggie De Block (Open Vld) wenste te reageren.

► 7, 32