Direct naar artikelinhoud

Nog één keer in het Duyster

Vijftien jaar Duyster. Goed voor 4.000 platen. Allemaal handgekozen door een en dezelfde man. Net voor de allerlaatste aflevering van het StuBru-programma treedt Eppo Janssen (39) voor één keer op de voorgrond.

"Ik heb thuis een platenkast met alle Duyster-platen die ik doorheen de jaren verzamelde. Nadat Ayco me aan de telefoon had verteld dat het programma zou stoppen, ben ik in kleermakerszit voor die kast gaan zitten. Gewoon kijken naar die platen. Herinneringen ophalen. En vloeken omdat je weet dat die muziek nu niet meer op de radio te horen zal zijn."

Vijftien jaar lang stelde Eppo Janssen de muziek voor het Studio Brussel-programma Duyster samen. Deze week doet hij dat een laatste keer. Presentatrice Ayco Duyster gaat na de zomer bij Radio 1 aan de slag. Met haar verdwijnt bij Studio Brussel ook het legendarische zondagavondprogramma dat haar naam draagt.

"Een klap", geeft Janssen toe. "Dat Ayco ooit de deur bij Studio Brussel achter zich dicht zou trekken, wist iedereen. En de overstap naar Radio 1 is logisch. Alleen is het heel jammer dat het ook meteen het doodvonnis voor Duyster betekent. Bart Peeters presenteert toch ook op Eén én Canvas? Waarom kan Ayco dan niet op twee zenders tegelijk te horen zijn? Ik heb nog even aangedrongen, maar het had geen zin. Ayco moet een van de gezichten van Radio 1 worden. Ze willen haar ten volle uitspelen en een wekelijkse uitleenbeurt aan Studio Brussel past niet in die plannen."

Het programma naar Radio 1 verhuizen is ook al geen optie. "Duyster moet het voor een groot deel hebben van het moment. Van de continuïteit ook. De luisteraars weten dat het programma er elke zondagavond is. Iets voor tien kunnen ze hun bad laten lopen en een goede fles rode wijn klaarzetten. Op Radio 1 heb je die regelmaat niet, al is het maar omdat er bijna elke zondagavond gevoetbald moet worden."

Wat hij het meest gaat missen, willen we weten. Lang hoeft Janssen daar niet over na te denken. "Het maken van het programma. En de bijna ambachtelijke manier waarop dat gebeurt."

Ambacht

Toen Duyster begin 2000 het levenslicht zag, was Janssen nog vast in dienst bij Studio Brussel. "Een paar uur voor het programma op antenne ging, trok ik naar de VRT. Dat zondagsgevoel, in een zo goed als leeg gebouw, paste perfect bij de sfeer die ik in het programma wilde. Je mocht toen nog roken op de redactie, in de frigo van Jos van het secretariaat was altijd wel een pintje te vinden en dan Sigur Rós loeihard door de speakers. Fantastisch."

En dan moest het mooiste moment nog komen. "Wanneer Ayco arriveerde, vertrok ik naar huis. De auto was en is de beste plaats om naar Duyster te luisteren. Ook nieuwe platen check ik het liefst in mijn wagen. Al maakt de technologische evolutie dat niet makkelijker. Ik heb echt moeten aandringen om in mijn nieuwe auto een cd-speler te krijgen."

Ook toen Janssen de VRT verliet om eerst programmator van concertzaal Trix te worden, en daarna van Pukkelpop, bleef hij bij Duystersamensteller van dienst. Alleen de setting veranderde. Voortaan stelde Janssen de playlist thuis samen.

"Meestal deed ik dat 's nachts; dat is het beste moment om die zondagavondsfeer goed te vatten." Vader Luc was op zondagmorgen koerier van dienst tussen Limburg en de VRT. Ayco wou de hoezen van de platen die aan bod kwamen immers altijd kunnen zien en voelen. Kwestie van het verhaal helemaal juist te hebben. "Dat betekende dat mijn vader vaak al om zeven uur 's morgens aan mijn deur stond. Pijnlijk na amper een paar uur slaap.

Daarom hebben we die platen ook een tijdje verstopt achter een paar gasflessen bij onze voordeur. Dat werkte perfect."

Mixen met een briefje

De setting veranderde, de werkwijze niet. "Ik maak de mixen voor het programma niet op voorhand, ik schrijf ze op. Bij de platen zit dan een briefje met daarop de volgorde en het exacte moment waarop ze gestart moeten worden. Dan staat er bijvoorbeeld 'je begint met plaat x, op drie minuten vierentwintig seconden start je plaat y, zodat het pianoloopje mooi doorloopt, om ze daarna na vijf minuten achtentwintig weer weg te trekken'.

"Ik probeer altijd een flow op te bouwen. Wanneer een plaat met een bepaalde noot eindigt, zoek ik een nummer dat met diezelfde noot begint. Eindigt een nummer met een stukje piano, dan wil ik bij het volgende nummer ook piano horen. Eigenlijk is Duyster één langgerekt nummer."

Dat is althans de bedoeling. "Nu doet Ayco al die mixen, maar in de beginjaren was dat het werk van technici. En die waren niet allemaal even enthousiast over Duyster en mijn manier van werken. Sommigen vonden het absolute nonsens om het ene nummer twee minuten lang in het andere te laten overvloeien. En dat merkte je. Ik kon aan het programma horen wie achter de knoppen zat. (lacht) Dan zat ik me - naast mijn luidsprekers, met de laptop op schoot - op te vreten. En maar mails sturen naar Ayco, die er eigenlijk ook niets kon aan doen."

Ondanks de belofte dat er een nieuw muziekprogramma komt, doet het verdwijnen van Ayco en Eppo StuBru-fans met een hart voor muziek vrezen voor de toekomst van 'hun' zender. Er gaat te snel te veel expertise en muziekkennis verloren, vinden ze. Voor Ayco haar vertrek aankondigde, stapte Ilse Liebens op. En ook Christophe Lambrecht, veteraan van vele oorlogen, is wegens gezondheidsproblemen al een tijdje niet meer op de radio te horen.

Janssen snapt wel waarom die luisteraars zich zorgen maken. Meer nog, hij deelt voor een stuk hun vrees. "Natuurlijk is expertise belangrijk. Ook voor mij als programmator van Pukkelpop is het een geruststelling wanneer Ayco of Kirsten (Lemaire, PD) de interviews doen. Dan weet ik dat de artiesten niet humeurig terugkomen omdat ze voor de honderdste keer moesten vertellen wat er op hun rider staat of welk ritueel ze hebben voor ze het podium op gaan.

"Ayco is, wat mij betreft, een van de beste radio-interviewers. Zeker op het vlak van muziek. Ze heeft een eigen soort flair en zet de artiest altijd op de eerste plaats. Dat werkt. Vorig jaar bijvoorbeeld was er op Pukkelpop een klik met Snoop Dogg. Het lijkt een onwaarschijnlijk duo -ik denk niet dat Ayco elke week een plaat van Snoop draait - maar die twee vonden elkaar. Ayco weet wie ze op zo'n festival voor zich krijgt."

Karrenvracht metier

Al wil Janssen de toekomst van StuBru ook niet te zwart inzien. "Ik ben ervan overtuigd dat er achter de schermen alweer heel wat jong talent staat te trappelen. Die mensen moeten ook kansen krijgen. Je leert de stiel tenslotte al doende. Ook Ayco werd als prille twintiger meteen op grote namen uit de muziekwereld afgestuurd."

Alleen verliest StuBru met Ayco niet alleen een stem en een karrenvracht metier, er dreigt na het schrappen van haar programma ook een heel genre uit het muziekaanbod te verdwijnen. "De avondblokken bij StuBru zijn altijd zoeken geweest. Van het moment toen ik daar als 23-jarige arriveerde tot nu. We hebben daar jaren extreme metal gedraaid, punkrock ook. Dat is allemaal verdwenen.

"Toen die specifieke muziekprogramma's verdwenen, moesten de verschillende genres in de dagprogrammatie aan bod komen. Maar dat blijft heel moeilijk. Ik kan alleen hopen dat ze bij StuBru niet vergeten dat hun baseline 'Life is Music' is en dat het wat die music betreft best wat meer dan enkel popmuziek mag zijn."

Hoe dan ook, Janssen blijft een Studio Brussel-man in hart en nieren. "Ook al heb je soms vragen bij de richting die de zender uitgaat, het is toch je kindje. Vergelijk het met mensen die jaren aan een stuk bij General Motors hebben gewerkt. Ook al sluit die fabriek de deuren, toch blijven ze in een Opel rijden."

Voor Janssen begon het Studio Brussel-verhaal zestien jaar geleden. Uit meer dan 200 kandidaten werd hij als muzieksamensteller gekozen. Na een examen dat vooral om muziekweetjes draaide. "Dan moest je bijvoorbeeld groepsnamen aanvullen: 'Ben Harper and the ...'. Maar dat soort dingen wist ik helemaal niet. Ik voelde muziek wel goed aan. Dat was genoeg om me daar te houden."

En er was natuurlijk die ene examenvraag waar Eppo het antwoord wel op wist. "Ze vroegen me of ik vond dat TLC (Amerikaanse r&b-band met enkel vrouwelijke leden, PD) op Studio Brussel gedraaid kon worden. Ik was een van de enige die 'ja' antwoordde. Als dat nummer goed klinkt, waarom niet? Maar blijkbaar was ik eind jaren 90 een van de weinigen die er zo over dacht."

De platen kiezen is één ding, ze ook aan elkaar praten zoals zijn vader Luc dat nog steeds doet, is een ander. "Ik heb het ooit wel geprobeerd", vertelt Eppo. "Ik heb een tijdlang een punkprogramma gepresenteerd, maar ik was gewoon niet goed genoeg. Ik heb heel veel bewondering voor de manier waarop mijn vader met taal kan spelen, maar ik heb dat talent niet. In discussies met mijn vader haalde ik ook nooit mijn gelijk. In twee zinnen kan hij zeggen waar het op staat. Ik heb iets langer nodig."

Dan toch liever playlists en affiches samenstellen. Muziek als job. "Soms voelt dat ook wel eens zo", geeft Janssen toe. "Er komt hier heel wat binnen en ik wil het allemaal beluisterd hebben. Van een demo van een band uit Leopoldsburg tot de nieuwe van Coldplay. Ik wil niets missen." Die schrik wordt groter nu Duyster er mee ophoudt. "Tot nu moest ik minstens één keer per week voor mijn stapel platen gaan zitten. Er was elke zondagavond een programma. Die verplichting valt nu weg. Er moet maar één keer per jaar een Pukkelpop-affiche zijn. Ik las onlangs dat je op je 33ste stopt met nieuwe muziek te ontdekken. Ik merk dat ook bij mijn vrienden. Ik hoef die niet meer lastig vallen met nieuwe muziek. Als zij langskomen, leg ik beter een oude soulplaat op."

Kippenvel

Mensen gelukkig maken. Dat is wat hij in essentie doet, vindt Eppo. "Als ik op Pukkelpop twintigduizend handen de lucht in zie gaan, ook al is dat dan voor een band die mij minder ligt, dan krijg ik kippenvel. Ik kan er ook heel moeilijk mee om als mensen me op Pukkelpop komen zeggen dat ze net een slecht optreden hebben gezien. Meestal probeer ik het dan met een pint weer goed te maken. Ik hou van dat directe contact."

Waarmee we opnieuw bij Duyster zijn beland. "De beste herinneringen hou ik over aan die avonden dat we er op uit trokken. Dan zie je je publiek en merk je dat het bijna allemaal fijne mensen zijn. Niet de kluizenaars die je bij een programma als Duyster misschien zou verwachten. Die interactie maakt het voor mij nog leuker. Al zijn de Duyster-fans meestal behoorlijk introvert. Eerst een paar keer twijfelend om me heen cirkelen om dan op het einde van de avond toch te komen zeggen hoeveel het programma voor hen betekent."

Als mensen gelukkig maken zijn job is, moeten Eppo en Ayco toch eens denken aan een tweede leven voor Duyster, opperen we. "Er zijn al heel wat voorstellen", zegt hij. "We hebben ook zelf al gedacht aan een podcast of zo, maar dan mis je dat moment. Ik heb die zondagavond altijd heel belangrijk gevonden. Zelfs het herbeluisteren op de website was er voor mij te veel aan." Eppo zucht. "Ik ben er nog niet uit. Ik heb ook nog niet willen nadenken over wat er na zondag komt. We zien wel. Laat me eerst maar afkicken van de FM-golven."