Direct naar artikelinhoud

'Regime bombardeert bewust burgers'

Het Syrische leger terroriseert de burgerbevolking via de lucht, zo blijkt uit een nieuw rapport van Human Rights Watch. Niet de huizen van Syrische opposanten worden bestookt met bommen, wel bakkerijen en ziekenhuizen. 'Dit zijn oorlogsmisdaden'.

De kans is groot dat ook de Belgen die momenteel meestrijden in Syrië gevaar lopen door grootschalige luchtaanvallen. Onderzoek van Human Rights Watch (HRW) toont aan dat de Syrische luchtmacht vooral burgerdoelwitten bestookt met bommen. Niet de gebouwen van het Syrisch verzet worden geviseerd, wel bakkerijen en ziekenhuizen.

In augustus, oktober en december vorig jaar bezochten onderzoekers van de mensenrechtenorganisatie 59 gebombardeerde sites in Aleppo, Idlib en Latakia. Ter plaatse spraken ze met meer dan 140 getuigen en slachtoffers. De luchtaanvallen die HRW optekende, hebben aan zeker 152 burgers het leven gekost. Volgens Syrische activisten zijn er sinds juli 2012 door luchtaanvallen al meer dan 4.300 burgers gedood.

Oorlogsmisdaden

"Dorp na dorp troffen we een burgerbevolking aan die doodsbang is van haar eigen luchtmacht", zegt Ole Solvang, een van de onderzoekers. "De illegale luchtbombardementen zaaien angst en vernieling en veroorzaken grote vluchtelingenstromen." De aanvallen zijn volgens HRW ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. "Mensen die dergelijke inbreuken plegen zijn verantwoordelijk voor oorlogsmisdaden."

HRW was getuige van luchtaanvallen op vier bakkerijen, waar burgers op dat moment in lange rijen aan het aanschuiven waren voor brood. Acht keer sloegen daar bommen in. "Overal was er zwarte rook en gebroken glas", getuigt Qais, een 44-jarige kleermaker die als vrijwilliger werkte in de Aqyolbakkerij in Aleppo. Bij een luchtaanval op 21 augustus 2012 kwamen daar 23 mensen om het leven, 30 anderen raakten gewond.

Qais: "De bom sloeg in op de hoek van de straat en een scherf vloog recht de rij wachtenden in. Iedereen daar was ofwel dood of zwaar gewond. Ik zag een man op de grond zonder been, een andere zonder arm. Dan ook een 16-jarige jongen die ik kende, Rafat Makik Halak, zonder hoofd. Een van mijn neven, Ahmed, verloor zijn arm en been en stierf even later. Mijn zus ligt nog steeds in het ziekenhuis."

Twee ziekenhuizen die het team bezocht, waren verschillende keren getroffen door luchtaanvallen. Telkens was er sprake van burgerslachtoffers. Opvallend is dat de schade aan de hoofdkwartieren van de activisten eerder minimaal was. Bovendien tekende HRW geen enkele keer slachtoffers op bij de opposanten.

Zo dropte een jet twee bommen in het dorpje Akhtarin in Noord-Aleppo op 7 november 2012. Drie huizen raakten compleet vernield en zeven burgers, onder wie kinderen, werden gedood. Vijf andere kinderen, allemaal jonger dan vijf, raakten ernstig gewond. Een gebouw dat gebruikt werd door de rebellen, vijftig meter verderop, was slechts licht beschadigd.

Human Rights Watch roept alle regeringen op om de druk op Syrië op te voeren. Solvang: "Door het Russiche en Chinese veto slaagt de VN-Veiligheidsraad er maar niet in maatregelen te nemen om de Syrische bevolking te beschermen. Maar dat zou andere regeringen niet mogen tegenhouden om stappen te ondernemen en de Syrische regering onder druk te zetten om dit te stoppen."