Direct naar artikelinhoud

'Het mag geen verkapte kinderopvang worden'

Dat uitgerekend een bedrijf als Yahoo thuiswerken verbiedt: dat was opzienbarend. Maar is het ook trendsettend? 'Neen', zegt Jan Denys van Randstad. 'Het zegt meer over het businessmodel van Yahoo.' Ook bij ons zit thuiswerken immers in de lift.

Ze is nieuw als bestuursvoorzitter van Yahoo en Marissa Mayer haalde meteen het wereldnieuws. Onbedoeld wellicht. De vertrouwelijke mail waarin ze meedeelde dat vanaf 1 juni alle werknemers van het bedrijf weer op kantoor verwacht worden, lekte uit. Niet zo gek: Yahoo telt ongeveer 14.000 werknemers. En snelle kritiek lag voor de hand. Eén: met een eigen salaris van 20 miljoen euro per jaar is, bijvoorbeeld, kinderopvang wel makkelijk. Twee: volgens de website Business Insider zou Mayer haar eigen kinderopvang op kantoor hebben.

Al is dat, volgens specialist Jan Denys van Randstad, niet het punt. Wie thuisblijft om op woensdag met de kinderen naar de dierentuin te gaan, is fout bezig. "Thuiswerk mag geen verkapte vorm van kinderopvang zijn. Ik pas thuiswerken zelf toe, maar wie thuisblijft omdat een kind ziek is, moet verlof nemen." Overigens tweette Denys gisteren een quote uit het gezaghebbende blad The Economist: "Forcing workers to come into office is a symptom of Yahoo's problems, not a solution to them."

Denys: "Je kunt van The Economist niet zeggen dat het het meest hippe en trendsettende blad is. Dat zij zich zo kritisch uitlaten over de beslissing van Yahoo, zegt genoeg. Het gaat in tegen de trend in de IT-wereld en dus zegt het allicht meer over het businessmodel van Yahoo. Volgens The Economist brengt een Yahoomedewerker gemiddeld 335.000 dollar per jaar op, terwijl een Googlemedewerker goed is voor 1 miljoen dollar per jaar. Allicht zit het probleem daar. En is deze beslissing een noodgreep."

Vertrouwen

Dat zou kunnen, zonder zich over het specifieke geval van Yahoo uit te laten, zegt Annemie Salu van het Kenniscentrum van sociaal secretariaat SD Worx: "Het lijkt me een typisch voorbeeld van hoe bedrijven per se thuiswerken willen invoeren, zonder te kijken of dat wel strookt met de cultuur en de leidinggevende stijl van het bedrijf. Dat is immers een cruciale eerste stap. Bedrijven willen hip zijn, verdiepingen uitsparen en geven laptops mee naar huis. Maar pas nadien beseffen ze dat de eigen leidinggevenden niet in staat zijn los te laten. Ze moeten leren managen in functie van vertrouwen in plaats van wantrouwen."

Veel cijfers zijn er niet. Uit onderzoek van professor Michel Walrave van de Universiteit van Antwerpen bleek dat in Vlaanderen in 2003 zo'n 10,6 procent van de werknemers thuis werkte. In 2010 was dat 18,6 procent. Bij SD Worx werd in 2010 een eenmalige bevraging gedaan binnen het eigen klantenbestand. Ruim 400 bedrijven namen deel aan dat onderzoek, dat nadien echter geen vervolg kreeg. Vergelijkende resultaten zijn dus onmogelijk. En het item 'thuiswerken' was maar één onderdeel in een ruimer project rond 'Het nieuwe werken'. Manier van leidinggeven, job crafting (het zelf invullen van het takenpakket) en de organisatiestructuur waren andere elementen.

"Bovendien willen we meer zijn dan een cijferboer", aldus Salu. "We interpreteren cijfers en kijken dan hoe we ermee aan de slag kunnen." Uit het onderzoek bleek dat 55 procent van de mensen het thuiswerken positief ervaarde in functie van de werk-privébalans, maar dat uiteindelijk slechts 23 procent van de werknemers het gevoel had dat thuiswerken een positieve impact heeft op de productiviteit.

SD Worx, dat samen met zeven partners waaronder bijvoorbeeld Microsoft en Telenet een coalitie aanging onder de noemer 'New World of Work', organiseert trajecten in coaching en leidinggeven, ook specifiek in functie van het thuiswerken. "En dan hoor je ook wel waar de problemen van werkgevers zitten. Ze willen bijvoorbeeld dat hun mensen tussen negen en vijf verplicht online en aan het werk zijn. Of ze moeten verplicht op dinsdag en donderdag op kantoor zijn: uitgerekend dé zware filedagen. Een gevolg is dat het effect van de flexibele werkplek verloren gaat. Of je hoort de klacht: als ze thuis zitten, kunnen ze ook op Facebook actief zijn."

Juist daar zit volgens Salu de uitdaging van die werkgevers: "Wij brengen ze bij hoe ze beter kunnen aansturen op resultaat en op output dan op het aantal uren dat ze werken. Hoe ze toch voor overleg kunnen zorgen. Voor feedback. Want dat is misschien de paradox: bij thuiswerken wordt communicatie nog belangrijker dan op kantoor."

Zij weet het zelf: Salu werkt gemiddeld twee dagen per week op kantoor. Toen ze zes jaar geleden bij SD Worx aan de slag ging, kwam de vraag vanuit haarzelf: kan het? Elk jaar ging het soepeler. "En ook ik ben geen jonge moeder meer", zegt ze. "Daar ging het niet over. Wel over rustiger kunnen werken en over het vermijden van de file."

Volgens Salu klopt het gendercliché overigens niet en ook Jan Denys van Randstad bevestigt dat. "Je ziet absoluut niet opvallend meer jonge moeders voor thuiswerk opteren", aldus Denys. "Zowel mannen als vrouwen kiezen ervoor. Misschien dat het alleen om andere motieven gaat. Vrouwen willen door thuiswerken de balans gezin-arbeid beter in evenwicht brengen, bij mannen zal geconcentreerd werken én het vermijden van de file vaakst als motivatie genoemd worden."

Gedemocratiseerd

Bekend, bij ons, is de voortrekkersrol die de FOD Sociale Zekerheid, onder leiding van directievoorzitter Frank Van Massenhove, speelde in het ontwikkelen van thuiswerk. En onlangs nog lieten zowel staatssecretarissen Servais Verherstraeten (CD&V) en zijn collega en partijgenoot Hendrik Bogaert weten dat de federale overheid 1,6 miljoen euro zou gaan besparen door ambtenaren binnenkort slechts twee dagen per week op kantoor te verwachten. "Nieuw was het niet, maar Van Massenhove heeft het systeem van thuiswerk ongelooflijk gedemocratiseerd", aldus Denys. "Tot dan was het bij veel bedrijven iets voor de 'happy few'. Zijn model is van onderen uit gegroeid en is daarom uniek."

Uniek, maar dus gevolgd: Denys (die zich overigens zelf van in de jaren 80 al thuiswerker noemt) ziet het systeem helemaal sporen met het Vlaanderen van de 21ste eeuw. Waar een fileprobleem is. Waar nagedacht wordt over de verhouding gezin en arbeid en waar de kenniseconomie van groot belang is. "Net als een bedrijfswagen, een laptop of maaltijdcheques is thuiswerken overigens vaak een van de arbeidsvoorwaarden geworden", zegt hij. "In onze diensteneconomie kan het ook. Als je goede afspraken maakt en je een en ander formaliseert. Het klinkt als een boutade, maar het is wel zo: als je niet op kantoor bent, moet je er bijna voor zorgen dat je beter bereikbaar bent dan als je er niet bent."

Werkpuntje voor zichzelf: "Het grootste gevaar van thuiswerken is dat je privé en werk niet meer van elkaar kunt scheiden. Daarover moet je waken. Zeker als je een interessante job hebt."

Kan het overal? Natuurlijk niet. Arbeid zal in de fabriek moeten gebeuren. Maar net dat verdwijnt in dit land. "Een van de grote voortrekkers van thuiswerken is echter bijvoorbeeld Microsoft", zegt Annemie Salu nog. "Maar voor ze er aan begonnen, hebben ze ervoor gezorgd dat ze een nieuwe manier van leidinggeven konden invoeren." Dat Microsoft het doet, is ook logisch. Het is een bedrijf dat juist geld maakt met de verkoop van technologische middelen. Het eigen bedrijf als voorbeeld, zeg maar.

"Natuurlijk zetten zij erop in", besluit Denys, die echter nog één kanttekeningetje plaatst. Eentje waardoor Marissa Mayer van Yahoo misschien toch een punt heeft: creativiteit valt van op afstand moeilijker te stimuleren, laat staan dat kruisbestuiving mogelijk is.

"Ik heb er geen wetenschappelijke studie van en het is niet meer dan een persoonlijk aanvoelen, maar ik heb het idee dat echte innovatie zou kunnen lijden onder het feit dat mensen fysiek niet bij elkaar zitten. En dat moderne communicatiemiddelen en conference calls, niet dezelfde meerwaarde hebben als face-to-face-gesprekken. Ideeën groeien beter rond het koffieapparaat dan aan de telefoon. Zelfs kleine bedrijfjes die alleen virtueel werken, organiseren regelmatig momenten van samenzijn om die creativiteit te stimuleren. Daarin zou Mayer kunnen gelijk hebben. Maar tussen dat en meteen thuiswerk over de hele lijn verbieden, is er nog een groot verschil."