Direct naar artikelinhoud

Vermorzeld door een voetbalploeg

Kan muziek je onderhuids verwoesten? Niet dat we er zelf vaak aan twijfelden, maar na de laatste doortocht van Sigur Rós in Vorst Nationaal stond het antwoord ook voor duizenden anderen vast: natuurlijk kan muziek je binnenstebuiten keren.

Sigur Rós, gezien in Vorst Nationaal op 26 februari.

Ze zingen in een taal die je niet begrijpt. Ze gaan de confrontatie zo goed als uit de weg - in Vorst wisselde frontman Jónsi Birgisson amper tien woorden met zijn publiek, waarmee hij het vreemd genoeg nog altijd beter deed dan in belendende landen tijdens deze tour. En in Vorst Nationaal meanderden hun epische songs in traag crescendo naar hun eind.

Toch wist Sigur Rós, dat op het podium uitgebreid werd van versbakken trio tot kloek elftal, je zo'n twee uur lang gehypnotiseerd te houden.

Hoe die melomane voetbalploeg uit Reykjavik zo'n meesterlijke coup kon plegen? Met een show die zowel visueel als muzikaal het uiterste vergde van je zintuigen. Dat vermoeden we toch. Mysterie, nostalgie en magie sloten alleszins dicht aan bij elkaar in deze voorstelling. Die leek nu eens bedoeld om te ontroeren, om je daarna als een berooide lifter in een postapocalyptisch landschap af te zetten. Verweesd maar opgewonden bleef je toekijken.

Tijdens de eerste drie songs zat de groep nog fraai ingekapseld in een kubusvormig scherm van gaas. Daarop werden beelden geprojecteerd, die een loopje namen met je dieptezicht. Afwisselend werden er silhouetten van de artiesten en natuurbeelden geprojecteerd - een tweede scherm voor de fijnproever. Dit universum oogde even vertrouwd als eigenaardig. Kippenvel achter gaas!

Datzelfde doel leek de groep ook muzikaal in gedachte te houden. Nieuwe songs toonden immers een verrassend nieuw gezicht.

De avond werd weliswaar geopend met het ingetogen 'Yfirbor∂', maar eindigde met 'Brennisteinn' dat zijn kopje net bovenhield in een stroom elektronica, terwijl 'Kveikur' zowaar speelde met de erfenis van Nine Inch Nails: een industriële sound en postapocalyptische visuals maakten het plaatje compleet. Doorheen de nieuwe Sigur Rós lijkt duidelijk een staaldraad te lopen.

Het minder bekende 'Í Gær' flirtte dan weer met draaiorgel. Niet het montere gejengel dat je spontaan zou verbinden aan de dorpskermissen van weleer, maar eerder aan It van Stephen King. In de bis zorgden oosters klinkende belletjes en blazers er uiteindelijk voor dat het nieuwe 'Hrafntinna' verraste door een oriëntaalse treurmars. Deze Sigur Rós vermorzelde je humeur met donkere tristesse.

Wrakhout

Verder greep de groep sporadisch terug naar oudere platen als Agætis byrjun, () en Takk. Maar langspelers als Von en Me∂ su∂ i eyrum vi∂ spilum endalaust bleven helemaal links liggen, terwijl de laatste plaat amper belicht werd. Niet zo erg, want zoals we eerder zeiden: de zintuigen werden twee uur lang overmatig geprikkeld.

Overigens: in de merchandise-stand zagen we dat de groep nog met een ander zintuig wil spelen. Je geurzin wordt sinds kort beproefd door de Sigur Rós-kaars, die volgens de bandleden ruikt naar aangespoeld wrakhout dat opgaat in een kampvuur.

De geur van vlammen zouden we zelf ook spontaan verbinden aan deze IJslanders. Immers: aan een hogere snelheid dan de poolkappen verdwijnen, zul je deze zomer smelten voor de nieuwe Sigur Rós.

Sigur Rós speelt op 21 juni op het Nederlandse Best Kept Secret Festivalen op 4 juli in The Barn op Rock Werchter.