Direct naar artikelinhoud

Voor Di Rupo I moet het zwaarste nog komen

Premier Elio Di Rupo verkeert in een zomerse staat van genade, zo toont de peiling van Ipsos bij ruim 2.600 Belgen aan. Een vakantiemodus waar hij en zijn ploeg best ten volle van kunnen genieten, want het najaar kondigt zich aardedonker aan.

Voor de zomer straalde de regering dadendrang en stabiliteit uit. De begroting was op orde, het eenheidsstatuut stond in de steigers, de politiehervorming lag op de tekentafel. Voeg daarbij een vlekkeloze troonswisseling en onontkoombare koekendozenromantiek, en juli en augustus kondigden zich wolkenloos aan. Met een gerust gemoed vertrokken de ministers op vakantie, en de rest van de Belgen deed hetzelfde.

Die positieve indruk van voor en tijdens de zomermaanden zindert nu nog altijd na. Di Rupo I kreeg van de ondervraagde Vlamingen, Walen en Brusselaars een waarderingscijfer van 5,6 op 10, het hoogste cijfer ooit. In twintig maanden klommen de regerende socialisten, liberalen en christendemocraten van 4,9 naar 5,6 op 10.

De epische gevechten onder de stolp van de Wetstraat over een billijk loon voor overheidsmanagers en de topbenoemingen lijken de doorsnee Belg dus niet te deren. Die discussies braken uit in volle zomer, maar konden de pret niet drukken. Ofwel zijn al die negatieve berichten nog niet helemaal neergedaald, ofwel geeft hij er effectief niet om. "Het zou kunnen dat de Belg zich meer bekommert om zijn eigen loon, zijn eigen pensioen en zijn eigen ziekteverzekering dan om de bankrekening van zijn baas", werpt politicoloog Carl Devos op.

"Of hij vergeeft het de politieke klasse dat ze ruzie maken over de politieke benoemingen omdat dit van alle tijden en alle politieke partijen is." De wekenlange discussies over de topsalarissen en de magische grens van 290.000 euro hoeven ook niet slecht te zijn voor het imago van de regering. De vorige beleidsmakers stelden ook geen paal en perk aan deze hoge lonen, de kiezer kan het ook gewoon appreciëren dat de regering tenminste probeert een regeling uit te werken.

Pak hindernissen

Vraag is wel of deze staat van genade na deze milde nazomerdagen nog lang zal aanhouden. Het werkjaar in de Wetstraat kondigt zich loodzwaar aan. Nog los van de soap rond de topbenoemingen en topsalarissen zal Di Rupo deze herfst een strak tempo moeten volgen, wil hij al zijn deadlines halen. Op tien september krijgt de federale regering van de verschillende minister-presidenten hun voorstellen om de concurrentiekracht van de bedrijven op te vijzelen. Dat moet uitmonden in een 'competitiviteitspact' dat de hoge loon- en energiekosten in ons land naar beneden haalt en meer werk creeërt. Vlaams minister-president Kris Peeters rekent op een fiscale geste voor Limburg zodat die provincie uit de krater kan klimmen die de sluiting van Ford Genk heeft geslagen. Open Vld lanceerde al de 'flexi-jobs' en pleitte samen met hun Franstalige collega's van MR voor een lastenverschuiving van 5 miljard euro. Tot grote wrevel van PS en sp.a, wat het ergste doet vermoeden voor wanneer de onderhandelingen over dit relancepakket echt beginnen.

Hieraan gekoppeld is er de hervorming van de wet van 1996 op de concurrentiekracht. De loonhandicap van ons land tegenover de buurlanden zou tegen 2018 moeten verdwijnen, alleen raken de coalitiepartners het zelfs nog niet eens over hoe groot die handicap nu precies is, en valt te voorspellen dat socialisten en liberalen ook lijnrecht tegenover elkaar zullen komen te staan over de te volgen remedies.

Losse eindjes

Op 21 september wacht dan de volgende deadline. Op die dag verwacht de Europese Commissie van de regering het rapport waarin ze toelicht hoe ze het tekort voor dit jaar zal inperken. Hoe de regering de begroting van 2014 sluitend zal krijgen, moet ze drie weken later, op 15 oktober, aan diezelfde commissie laten weten. Door het besparingswerk voor de zomer zou de regering nog 'maar' 4 à 500 miljoen moeten zoeken. Ongetwijfeld zal deze begrotingsopmaak ook weer spanningen veroorzaken met de deelstaten die hun duit in het zakje zullen moeten doen.

En dan zijn er nog de losse eindjes van eerdere akkoorden die nog heel wat tijd en energie zullen vergen. Er mag dan wel een politiek akkoord zijn over het eenheidsstatuut van arbeiders en bedienden, concreet staat er nog niks op papier. Over de duizenden pagina's aan wetteksten over de staatshervorming, laat staan over de zeer gevoelige gerechtelijke hervorming van Brussel-Halle-Vilvoorde, is er dan zelfs nog met geen woord gerept.