Direct naar artikelinhoud

De bocht van Danny Pieters

Voormalig Senaatsvoorzitter Danny Pieters (N-VA), een van de heftigste strijders tegen de vertrekpremies van parlementairen, wil er zelf een opstrijken. Pieters verruilde deze zomer de Senaat voor de Leuvense universiteit.

Op 3 september 2011 trok Pieters hard van leer tegen de hoge uittredingsvergoedingen van jobhoppers. "Voor de Senaat", schreef hij toen, "zal ik in ieder geval binnen de maand een initiatief nemen om komaf te maken met de aangeklaagde excessen. Iemand die uit eigen beweging een einde maakt aan zijn politiek mandaat kan niet op een uittredingsvergoeding rekenen. Dit lijkt de logica zelve." Het opiniestuk droeg de titel 'De daad bij het woord'.

Twee jaar later verneemt deze krant dat Pieters zelf zo'n premie aanvroeg. De huidige vicerector van de KU Leuven bevestigt. "Ik heb recht op één jaarloon als senator", zegt de N-VA'er onomwonden.

"Ik heb geprobeerd het systeem te veranderen, maar ben op doffe weerstand gestoten bij de meerderheidspartijen. Als zij de verandering blokkeren, dan zie ik niet in waarom ik zou afzien van mijn uittredingsvergoeding. Ik probeer de regels te veranderen en ik pas ze toe."

Het exacte bedrag dat hij zal krijgen, kent Pieters nog niet. Hij diende in augustus de nodige papieren in bij de bevoegde diensten van de Senaat. De administratie heeft zijn berekening nog niet overgemaakt. "Maar ik ga ervan uit dat alles in orde komt", zegt Pieters.

Een senator verdient netto ruim 5.000 euro per maand, een Senaatsvoorzitter 16.000 euro. Pieters bracht drie jaar door in de Senaat, eerst als voorzitter, daarna als ondervoorzitter. Wie langer dan één maar minder dan zes jaar in het parlement zit, heeft recht op één jaarwedde.

Onzin

Pieters zal dus recht hebben op een vergoeding tussen het loon van een gewone senator en dat van een Senaatsvoorzitter, tussen de 60.000 en 180.000 euro netto. Hij vindt daar niks hypocriets aan.

"Als u maaltijdcheques absurd vindt, maar u krijgt er van uw werkgever, gaat u die dan weigeren? Als het niet lukt om zaken te veranderen, vind ik het niet hypocriet om er gebruik van te maken." Pieters wil niet kwijt of hij het geld zal houden voor privédoeleinden of zal wegschenken aan een goed doel. "Dat is iets tussen mij en mijn geweten."

De aanvraag is pijnlijk voor Pieters omdat zijn partij een van de voortrekkers is van strengere regels voor de uittredingsvergoeding. N-VA streeft ernaar dat wie vrijwillig vertrekt uit het federaal parlement, zoals Pieters, geen recht heeft op een premie. "De enige goede oplossing", zegt de partijwoordvoerder, "is om het systeem gewoon stop te zetten en met die onzin op te houden.">>6