Zweden gaat moord Olof Palme opnieuw onderzoeken

Zweden heropent het onderzoek naar de moord op premier Olof Palme. 30 jaar na de feiten is een nieuwe procureur aangesteld die het onderzoek nieuw leven moet inblazen. De 59-jarige sociaaldemocraat werd in februari 1986 in Stockholm op straat doodgeschoten na een avondje uit met zijn vrouw. De zaak bleef tot op vandaag onopgehelderd.

Verschillende onderzoeken naar de moord konden nooit de ware toedracht van de moord achterhalen. De moordenaar, opdrachtgever of het moordwapen zijn nooit teruggevonden.

Het nieuwe onderzoek zal worden geleid door procureur Krister Petersson. Hij heeft een zekere naam in Zweden. Zo leidde hij enkele succesvolle onderzoeken tegen de georganiseerde misdaad en slaagde hij erin om de moord op minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh op te helderen. Lindh werd in 2003, enkele dagen voor het Zweedse referendum over de toetreding tot de euro, in een warenhuis doodgestoken door een psychiatrische patiënt.

Petersson zelf noemt zich vereerd door de vraag om het onderzoek vanonder het stof te halen. "Ik aanvaard de opdracht met heel veel zin. Dit is een interessante en belangrijke taak."

Wanneer Petersson in februari volgend jaar aan de slag gaat, wacht hem alleszins een titanenwerk. Tijdens de voorbije onderzoeken werden meer dan 10.000 mensen ondervraagd. 134 mensen hebben in het verleden de moord opgeëist. Het onderzoek naar de moord is intussen uitgegroeid tot een 250 meter dik dossier.

Olof Palme werd op 28 februari 1986 vermoord toen hij samen met zijn vrouw na de film naar huis wandelde. Palme, die de bewuste avond zijn lijfwachten huiswaarts had gestuurd, was een felle tegenstander van het Amerikaanse interventionisme in Zuid-Amerika en Apartheid in Zuid-Afrika, had zowel in eigen land als in het buitenland nogal wat vijanden. Rechtse kringen in eigen land zagen in hem een pion van de Sovjet-Unie.

Meest gelezen