Direct naar artikelinhoud

Uw spaargeld laat de bus rijden (en andere illusies)

De baas van De Lijn wil burgers via een volkslening laten meebetalen voor infrastructuurwerken. De volkslening klinkt hip, maar in werkelijkheid blijkt ze, amper een klein jaar na de introductie helemaal niet zo populair.

Op het kruispunt van de Dorpsstraat en de Leopold Van Kerck- hovenstraat in de Puurse deelgemeente Kalfort wordt momen-teel hard gewerkt aan het nieuwe Dorpshuis. Het moet onderdak bieden aan de lokale verenigingen en andere feestneuzen. De centen voor de bouw van het Dorpshuis (zo'n 2,2 miljoen euro) werden door een vzw van buurtbewo- ners opgehaald bij een brede kring van sympathisanten, onder meer via een obligatielening.
Een volkslening in strikte zin kwam er in Kalfort niet aan te pas. Die bestond nog niet op het moment van de financie- ring. Maar het principe kan je er wel aar- dig in de praktijk vertaald zien. "Alles bij elkaar is de financiering verrassend vlot verlopen", vertelt initiatiefnemer Luk Schokkaert. "Veel mensen waren blij dat ze hun centen konden investeren in een gemeenschapsproject dat ze sympathiek vonden. Wij hebben een obligatielening uitgeschreven aan 1.000 euro per obliga- tie. Het geld wordt tien jaar vastgezet en geeft een rente van 3,5 procent", aldus Schokkaert. "Het risico is beperkt. Mocht de vzw de verplichtingen niet kunnen nakomen, dan staat de gemeente borg."
Spaargeld activeren om projecten van openbaar nut te financieren. Het idee van de volkslening klinkt geniaal in zijn eenvoud. Maar doen we dat dan al niet, zelf investeren in publieke voorzienin- gen? Heet dat niet belastingen? De volks- lening is een typische post-crisisuitvin- ding. Combineer het Keynesiaanse uitgangspunt dat een economie in crisis- tijd best gereanimeerd wordt met(overheids)investeringen met de nood- zaak dat overheden, met hun door bank- roete banken opgeblazen begrotingen, op de centen letten. Dan is het idee om die grote, beschikbare maar passieve berg spaargeld veilig te activeren, nog zo dom niet.
Zo wil nu ook Roger Kesteloot, direc- teur-generaal bij De Lijn, de schaarser geworden overheidsmiddelen aanvullen met een volkslening. "Het zijn budgettair krappe tijden, maar tegelijk staat er heel veel geld op de Vlaamse spaarboekjes", zegt Kesteloot in De Tijd. "We kunnen proberen dat slapende kapitaal aan
te boren om te blijven investeren. Het systeem heeft trouwens ooit bestaan voor de bouw van snelwegen. De E17 is gefinancierd via de uitgifte van een obligatie."

Iedereen wint

Volksleningen zijn door de uittredende regering-Di Rupo begin dit jaar inge- voerd. De jubelberichten van vlak na de lancering over de flinke sommen spaar- geld die werden opgehaald, zijn al na acht maanden verpieterd. Tot dusver investeerden burgers zo'n 1,6 miljard euro in een volkslening. Niet niks, maar slechts een schijntje van de slapende berg van 250 miljard euro spaartegoed in dit land, en te weinig om het doel van 3 miljard euro op jaarbasis nog te halen.
Dat is best jammer, omdat iedereen zou kunnen winnen bij een volkslening. Ze biedt een uitweg voor de overheden groot en klein, die voor maatschappelijk dwin- gende infrastructuurwerken staan - de bouw van scholen en kinderdagverblijven is het typevoorbeeld - maar tegelijk een streng besparingsregime moeten volgen. Tegelijk is ze aantrekkelijk voor spaarders, die wat meer met hun geld willen aanvan- gen, maar het wel veilig willen houden. En ze laat banken toe om het geld wat meer te laten rollen en de economie te stutten.
Dus waar zit het probleem? Bij die laat- ste poot, blijkbaar. Belfius, marktleider in volksleningen, maakte eergisteren nog bekend dat het de rente voor een volksle- ning laat zakken tot 0,85 procent (tegen- over 1,8 procent in het begin van het jaar). Trek je daar de roerende voorheffing van 15 procent vanaf, dan kom je nog uit op een opbrengst van 0,72 procent. Dat is met moeite voldoende om de inflatie te compenseren.
Hoe zat het dan met dat maatschappe- lijk aspect van volksleningen? Dat valt in de praktijk nogal tegen. Wie participeert, krijgt amper zicht op het concrete project waar zijn centjes voor gebruikt gaan wor- den. Er liggen wel een aantal criteria vast van het type projecten dat in aanmerking komt, maar het idee dat je mee kunt beta- len aan je eigen busbaan of dorpsschool blijft een illusie. Het is dan alleen de gedachte dat je geld nuttig besteed wordt, die overblijft.
De Belgische volkslening is dan ook een prachtvoorbeeld van een aardig idee van socialistische makelij dat slecht uitgevoerd is. Toen John Crombez het idee in 2009 lanceerde, toen nog als gemeenschaps- senator in de oppositie, was het nog de bedoeling dat de overheid zelf de leningen zou uitschrijven voor welomschreven investeringen van openbaar nut. De spreekwoordelijke schooltjes, zeg maar. In de versie die minister van Financiën Koen Geens (CD&V) op 1 januari lanceer- de, werden de banken in de procedure ingeschreven. Met gekend gevolg.
Heel wat invloedrijke beleggingsadvi- seurs staan dan ook sceptisch tegenover de volkslening. Bekijk je het puur financieel, dan kan je ze geen ongelijk geven. Dit tijd- perk van lage rentes is niet het beste moment om je geld op lange termijn vast te zetten, omdat je zo je eigen koopkracht- verlies organiseert. Dan kan je beter je spaarcenten even laten rusten, in afwach- ting van betere rentetijden. Of, en dat is wat de banken wel zouden willen, je kan je geld stoppen in meer risicodragende beleggingsproducten.

Bellenblazerij

De centrumrechtse onderhandelaars van de toekomstige regering lijken dezelfde gedachtegang te volgen. In de formateurs- nota valt het woord 'volkslening' niet. Door het fiscale voordeel van spaargeld af te bouwen, lokken ze spaarders wel naar ris- kantere beleggingen. De gedachte is dat slapend spaargeld zo meer in de economie geïnjecteerd kan worden. Daarbij stelt zich evenwel een veel fundamenteler vraag- stuk. Moeten gewone spaarders doen wat banken vandaag nalaten, namelijk de eco- nomie smeren met risicodragende investe- ringen? En moeten ze dat a fortiori doen op een moment dat in beurskringen weer gewaarschuwd wordt voor bellenblazerij?