Direct naar artikelinhoud

De tanende ster van Pixar

Regisseur Bob Peterson verliet onlangs de set van de Pixar-film The Good Dinosaur. Een teken aan de wand. De animatiegigant lijkt zijn hoogtepunt voorbij.

Lichten uit, popcorn in de hand en de boodschap "van de makers van Toy Story en Finding Nemo" verschijnt op het scherm. Ooit was het voldoende om te weten: deze film wordt goed. Huppende bureaulampen, onzekere speelgoedcowboys en eenzame afvalrobots: iedereen sloot de figuurtjes uit de Pixarcatalogus in de armen. Toy Story, Finding Nemo, Up: stuk voor stuk waren het kassuccessen en zetten ze de toon binnen de wereld van de animatiefilm.

De man achter die successen is John Lasseter, filmregisseur en -producent, oprichter van Pixar en baas van Walt Disney. Zijn animatiefilms worden steevast bestempeld als grensverleggende meesterwerken. Zijn naam wordt met zoveel respect en ontzag uitgesproken als was hij de God van de Animatie zelve. Maar deze Buzz Lightyear in Hawaïaanse hemden blijkt niet zo onschendbaar als gedacht: beetje bij beetje lijkt de wonderstudio zijn magie te verliezen.

Schieten op de regisseur

Voor de vierde keer al vervangt Pixar een regisseur tijdens het productieproces. Het wordt een kwalijke gewoonte. Zo werd de bedenker van Ratatouille, Jan Pinkava, vervangen door Brad Bird. Tijdens de productie van Cars 2 werd Brad Lewis aan de kant geschoven voor John Lasseter, en ook de eerste vrouwelijke regisseuse Brenda Chapman haalde de eindstreep van Brave niet.

Deze maand stopte het sprookje voor Bob Peterson. Negen maanden voor de releasedatum van The Good Dinosaur' - vijf voor twaalf in animatietermen - werd Peterson vervangen door drie regisseurs, die elk een derde van de film moeten afwerken. "Het verhaal heeft nood aan een nieuw perspectief", verklaart voorzitter Ed Catmull.

Of die tactiek vruchten zal afwerpen, is nog maar de vraag. Zelfs de grootste fan moet bekennen dat de animatiestudio na Wall-E (2008) en Up (2009) het hoogtepunt voorbij is. Die twee films brachten nog een vertederende twinkeling teweeg in kinder- en ouderoogjes, maar Disney lijkt Pixar de laatste jaren op te dragen haar eigen vergane glorie uit te melken met sequels (Cars 2), sequels van sequels (Toy Story 3) en zelfs een prequel (Monster University). De critici bestempelden Cars 2 als een aaneenschakeling van vervelend luide autoraces en geesteloze acties. De tekenfilm markeerde een kentering in de Pixargeschiedenis. Ook Monsters University kon niet tippen aan het succes van Monsters en co. Hoewel de lieve monstertjes de top van de Amerikaanse box office opvraten, vormt de "bedroevend humorloze prent", dixit Humo, een nieuw bewijs dat Pixar zijn magische touch kwijt is.

Het enige originele verhaal van het post-Up-tijdperk is Brave (2012). Toch werd de jongste prent niet warm onthaald. Geen spirituele humor van Buzz Lightyear, geen epische luchtbellen van Nemo en Dory, geen poëtische naïviteit à la Wall-E... Een typische Disneyprent die een Pixartouch mist, was de algemene teneur. Pixar haalde bovendien Brenda Chapman van het project af. Daardoor miste het verhaal, dat geïnspireerd was op de relatie tussen Chapman en haar dochter, ook eenheid.

Dat Pixar niet meer dezelfde kwaliteit haalt als voorheen wordt weerspiegeld in reacties en recensies. Op de Amerikaanse filmsite Rotten Tomatoes scoorden vier van de veertien Pixarfilms 'ondermaats'. Drie van die vier films zijn de meest recente. De grafiek maakt de achteruitgang pijnlijk zichtbaar. Toch blijkt ondermaats in het Pixariaans relatief: ook al scoort Cars 2 slechts 39 procent, met een opbrengst van bijna 6 miljoen dollar zullen ze bij Pixar lang niet getreurd hebben.

Vijfentwintig jaar lang slaagde de studio erin om artistiek de meest hoogwaardige producten aan te bieden. Aan die golden age lijkt stilaan een einde gekomen. De betoverende Pixarspreuk lijkt uitgewerkt. Tot ongenoegen van de fans lijkt de aandeelhouder het te winnen van de creatieveling. Kunnen The Good Dinosaur (2014), Inside Out (2015) en Finding Dory (2015) het tij keren? Het is zeer de vraag.