Direct naar artikelinhoud

Een verstild meesterwerk

Nu de toekomst van The Blue Nile onzeker is brengt zanger Paul Buchanan zijn eerste soloplaat uit. Mid Air ontpopt zich al bij de eerste kennis-making tot een verstild meesterwerk.

Mid Air van Paul Buchanan is verschenen bij Newsroom Records.

Ze zijn op één hand te tellen, de bands die niet gewoon een plaat uitbrengen omdat de vorige twee jaar oud is en de platenfirma een opvolger verwacht, maar die alleen van zich laten horen wanneer ze echt iets te melden hebben. The Blue Nile is zo'n band. Het Schotse trio heeft sinds zijn ontstaan in 1981 welgeteld vier platen uitgebracht, maar er stond geen noot te veel of te weinig op. Het heeft hen in al die jaren geen hits en geen gouden platen opgeleverd, maar wie bekeerd is, rekent de melancholische pop van A Walk across the Rooftops ('84), Hats ('89) Peace at Last ('96) en High ('04) tot het mooiste dat vijftig jaar popmuziek heeft voortgebracht, en wacht geduldig het moment af dat de stilte weer verbroken wordt.

IJssmeltende stem

Hoe het met The Blue Nile gesteld is, weet niemand. Zanger Paul Buchanan en bassist Robert Bell hebben pianist Paul Joseph Moore, het derde lid, in geen jaren gesproken, maar gebruiken de groepsnaam niet uit respect voor hun vervreemde collega. In afwachting van een eventuele reünie heeft Buchanan acht jaar na de vorige plaat alvast Mid Air uit, een spartaans gearrangeerde soloplaat die door hemzelf met veel gevoel voor ironie een tussendoortje wordt genoemd.

Het is zoals altijd een korte plaat - veertien nummers, zesendertig minuten - maar dat wil niet zeggen dat er geen zorg aan werd besteed. De songs ademen stuk voor stuk een desolate sfeer uit en klinken alsof Buchanan ze om twee uur 's nachts thuis in zijn eentje heeft opgenomen. Veel meer dan een stem en een piano komt er niet aan te pas, en dat is ruim voldoende. Omdat die stem in staat is ijs te doen smelten en de melodieën zo simpel, zo sterk zijn dat ze je midscheeps in het hart treffen. Komen daar nog de teksten bij, vol beelden van verlaten straten, heldere sterrenhemels, rokende schoorstenen en vertrokken geliefden. Maar - en dat maakt Buchanans teksten zo pakkend - ondanks de weemoed is er altijd hoop, wordt er altijd rekening gehouden met de kans dat de hemel weer opklaart.

Er hoogtepunten uitpikken is onbegonnen werk, want elk nummer getuigt van een schoonheid die nauwelijks in woorden te vatten valt. 'Wedding Party', 'Two Children', 'I Remember you': allemaal zijn het tranches de vie die het leven van alledag beschrijven, daardoor tot in de details herkenbaar zijn, maar op geen enkel moment banaal aandoen.

Geen spat machismo te bekennen, bovendien. In plaats daarvan laat Buchanan zich van zijn meest kwetsbare kant zien en getuigen de songs van een intimiteit die de meeste koppels wellicht niet eens in hun slaapkamer hebben. Zijn woorden hangen in de lucht zoals de rook van een sigaret.

Bij Buchanan draaide het altijd al om datgene wat je niet hoort, om de stilte tussen de noten. En als het over verlies, gebroken harten en het verlangen naar schoonheid gaat, is die stilte even cruciaal dan datgene wat wél gezegd wordt. 'Fin de Siecle', een instrumental waar Michael Nyman zich niet voor zou schamen, graaft op dat vlak niet minder diep dan de gezongen nummers.

Mid Air is, net zoals alles van The Blue Nile, een plaat die een leven lang meegaat zonder aan zeggingskracht in te boeten. Wie Richard Hawley een warm hart toedraagt, kan zich dit solodebuut zonder voorbehoud aanschaffen. Heel anders, maar minstens even pakkend. Een potentiële plaat van het jaar.