Direct naar artikelinhoud

Annemie Turtelboom Fraaie clown, die Belkacem van u

Beste Yves Desmet,

Ik heb met veel aandacht en zelfs enig genoegen uw verdediging van de rechtsstaat gelezen tegen wat u mijn "volstrekt arbitraire aanpak" noemt. Het genoegen is omdat u zo ferm voor die rechtsstaat opkomt. Dat siert u. Maar, helaas zit u ernaast wat de feiten betreft, en eigenlijk ook qua visie op de rechtsstaat.

U blijft hardnekkig, en tegen beter weten in, vasthouden aan het beeld van de clown Belkacem. Clowns zijn mensen die ons, en vaak vooral kinderen, aan het lachen brengen. Belkacem, dat zou een kritische journalist toch gemakkelijk moeten terugvinden, heeft een strafdossier in Marokko dat hem een gevangenisstraf van meerdere jaren opleverde. Hij heeft zich hier gerecycleerd tot religieus fanaticus. Hij is herhaaldelijk veroordeeld door onze rechtbanken. Hij beledigt in de meest haatdragende en walgelijke bewoordingen mensen, zelfs als ze net overleden zijn. Hij verheerlijkt tegenover zijn publiek Osama Bin Laden, roept op tot geweld, is in Molenbeek in zijn opzet geslaagd (met alle gevolgen vandien) en vindt zelfs sympathisanten die vanuit Frankrijk naar hier komen om twee agenten, inbegrepen een moslima, een mes in de nek te steken. Fraaie clown, die Belkacem van u, Yves. Herkent u dan het gelaat van het fascisme niet meer?

Tolerantie moet je verdienen

Tolerantie en vrijheid van meningsuiting zijn te kostbare verworvenheden om totaal aan de vrije markt over te laten. Dat is overigens nooit gebeurd, zoals de wettelijk omschreven misdrijven smaad, laster en eerroof leren. Voltaire wist dat ook al, in zijn beroemde Traité sur la tolérance. "Een regering mag de vergissingen van de mensen niet verbieden, zolang het geen misdaden zijn. Ze zijn pas misdaden als de samenleving erdoor verward wordt. Ze verwarren maar de samenleving als ze aanzetten tot fanatisme. Dus moeten de mensen eerst leren niet fanatiek te zijn alvorens de tolerantie te verdienen."

Na vijf jaar zware economische crisis in Europa krimpt helaas ook de tolerantie, niet zozeer vanuit de overheid, wel in de maatschappij. Vanuit onze eigen frustraties over de verdwenen perspectieven wantrouwen en discrimineren wij allochtonen meer dan vijf jaar geleden. Bij hen, die vaak nog kwetsbaarder zijn door de crisis, groeien de aloude frustraties nog meer. In die context doet niets mij zoveel plezier als de overdonderend talrijke positieve reacties die ik de voorbije dagen vanuit de migrantengemeenschap kreeg over mijn aanpak. In die context mag ik echter ook het fenomeen Belkacem niet onderschatten.

De Britse premier Cameron wees daar vorig jaar al op: "Nu meer en meer feiten naar bovenkomen over de achtergrond van diegenen die veroordeeld zijn voor terroristische misdrijven, wordt ook duidelijk dat velen van hen aanvankelijk beïnvloed zijn geworden door wat sommigen 'niet-gewelddadige extremisten' hebben genoemd, en dat ze die radicale overtuigingen dan hebben doorgetrokken door gebruik van geweld te omarmen. Als we deze bedreiging willen verslaan, dan meen ik dat het tijd is om de bladzijde te draaien over het mislukte beleid van het verleden. We moeten de extremistische ideologieën aanpakken in plaats van ze te negeren."

De democratie weet sinds de Weimarrepubliek dat ze zich beter niet willoos laat ondergraven. De rol van de minister van Justitie (en met haar van de hele uitvoerende macht) beperkt zich niet tot het beantwoorden van vijftig kritische parlementaire vragen per week over de rechterlijke macht zonder daar iets aan te mogen doen. De minister geeft leiding aan het openbaar ministerie. Zij is mee verantwoordelijk voor veiligheid en openbare orde, in hoofde van een aantal diensten die onder haar voogdij vallen en die haar informatie bezorgen die niet altijd publiek gemaakt kan worden.

Had de Franse regering die rol niet opgenomen, dan had ze nooit na drie dagen al de dader gevonden van de aanslagen in Toulouse eerder dit jaar. Tegenover Belkacem heb ik volledig gehandeld binnen de wettelijke bevoegdheden die ik heb als minister van Justitie. Die bestaat er ook in, als het om openbare orde en veiligheid gaat, mijn diensten te laten helpen bij het verkrijgen van informatie, zodat de rechtbank op basis van alle info tot een onafhankelijk oordeel kan komen. Als minister heb ik ook de opdracht de vonnissen van de rechtbank om te zetten via de strafuitvoering.

Justitie-robot

Vandaag noemt men het willekeur dat ik voor Belkacem inzake strafuitvoering een uitzondering heb gemaakt op een noodmaatregel die zelf als uitzondering bedoeld is op de al lang niet meer bestaande normale situatie. Dat is een extreem cartesiaanse interpretatie van rechtspraak, die als ultieme consequentie heeft dat men beter een robot op justitie zou zetten. Wetten en regels moeten gelijk gelden voor iedereen, vanzelfsprekend, maar zoals elke rechtbank elke dag weer bewijst, is elk dossier anders, met andere feiten, die op basis van dezelfde regels tot andere conclusies kunnen leiden.

Ik heb enkel de strafuitvoering verstrengd van een veroordeling die al definitief was. Dat was volkomen binnen mijn wettelijk omschreven - en door vele hoven in Brussel, Luxemburg en Straatsburg gecontroleerde - bevoegdheid. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen, als de meest democratisch gelegitimeerde instantie in het hele verhaal. Ik weet overigens perfect hoeveel groter de verwijten van de media zouden zijn geweest, had ik dat niet gedaan, en had Belkacem ongestoord verder amok gezaaid.

Ben ik over de schreef gegaan door te zeggen dat een dossier wordt voorbereid om Belkacem zijn nationaliteit af te nemen? Neen. Het dossier mee voorbereiden valt binnen mijn bevoegdheid, de beslissing niet. Dat het uniek is, daar hebt u gelijk in. De wetsbepaling is nog maar vijf jaar oud, en Belkacem is het eerste geval waarin ze misschien wordt toegepast. Maar het gaat wel om een wet, goedgekeurd door het parlement, en toe te passen door een onafhankelijk rechter. Waar zit daar de willekeur?

Scheiding der machten

Ik hoop, Yves, u daarmee op zijn minst van uw angst afgeholpen te hebben. Misschien zal u me over enkele jaren zelfs dankbaar zijn voor wat ik vandaag doe. Ik begrijp het wel. Men is het in dit land niet gewoon dat een minister van Justitie meer doet dan de fouten van zijn administratie en de rechterlijke orde te vergoelijken of uit te leggen. Ik ben echter verkozen door kiezers die meer dan ooit en volkomen terecht eisen dat politici problemen oplossen. Ik ben democratisch gelegitimeerd om de macht die ik heb te hanteren als hefboom, binnen de perken van de wetten en de rechtsstaat, en met totaal respect voor de scheiding der machten. Dat zal ik dan ook blijven doen.