Direct naar artikelinhoud

Open Vld wil debat met buurlanden over Afghanistan

Open Vld stuurt aan op een debat met de buurlanden over een gezamelijke strategie in Afghanistan. “Als we samenwerken, staan we ook sterker tegenover de NAVO”, zegt fractieleidster Hilde Vautmans.

In een brief aan Ludwig Vandenhove, voorzitter van de commissie Defensie, stelt Vautmans voor om de parlementen van België, Nederland, Duitsland en Frankrijk samen te brengen om een duidelijke strategie af te bakenen. “Alles wijst erop dat het momenteel heel moeilijk loopt in Afghanistan. We moeten nagaan hoe onze buurlanden de toekomst inschatten en een gemeenschappelijke strategie uitstippelen. Wij opereren in Afghanistan aan elkaars zijde. Daarom is het logisch en zinvol om de koppen bij elkaar te steken. Hier is geen enkel tegenargument voor te vinden.” Volgens de liberale bestaat er in de buurlanden veel interesse voor een grensoverschrijdend debat dat moet uitmonden in een gezamelijk standpunt over het Afghaans conflict. “Ook de andere landen worstelen met hun publieke opinie over Afghanistan. We kunnen dus veel van elkaar leren.” Ook strategisch ziet Vautmans alleen maar voordelen. “Als we samenwerken, staan we sterker ten aanzien van de VS en de NAVO.” De sp.a steunt ten volle het initiatief van Vautmans. “Ik vraag al anderhalf jaar een parlementair debat over Afghanistan, maar de meerderheid heeft dat onder druk van de CD&V altijd tegengehouden,” zegt Dirk Van der Maelen (sp.a). “Hopelijk haalt dit voorstel wel iets uit.” Bij de andere partijen wordt heel wat minder enthousiast gereageerd. “Een grensoverschrijdend debat kan zeker geen kwaad,” zegt oppositielid Wouter De Vriendt (Groen!). “Al moeten we opletten dat dit geen praatbarak wordt. Moet we geen prioriteit geven aan een open debat over Afghanistan in het Belgisch parlement? Daar heeft De Crem nog altijd geen zin in.” Meerderheidspartijen MR en cdH reageren nog lauwer op het voorstel van de liberale fractieleidster. MR-commissielid Denis Ducarme: “Een interparlementair debat kan interessant zijn, maar zal geen extreem zware consequenties hebben. De échte beslissingen over de militaire strategie worden genomen door de ministers.”