Direct naar artikelinhoud

Paul De Grauwe, eurogoeroe

Als het zuiden niet meer tijd krijgt om zijn tekorten te saneren en noordelijk Europa zijn economie niet stimuleert dreigt volgens Belgisch hoogleraar economie Paul De Grauwe een sociale opstand tegen het eurobeleid. Globaal delen topeconomen zijn stelling, zelfs Nobelprijswinnaar Paul Krugman.

De beelden uit zuidelijk Europa spraken al voor zich. Wanhopige, hongerige Grieken schuiven aan voor een homp brood bij een voedselbedeling. In Madrid bedelen afgestudeerde jongeren op straat terwijl lege woonblokken verkommeren. In Italië fragmenteerde het politieke speelveld vorige week na het basta! van de kiezers tegen de besparingspolitiek. Nu bewijzen ook de statistieken dat de intensiteit van de besparingen die de zuidelijke lidstaten werden opgelegd hun situatie nog verergerden. "Angst en paniek hebben geleid tot excessieve, zelfs zelfvernietigende besparingen in het zuiden en faalden om de economie in het noorden te stimuleren", schrijven Paul De Grauwe (London School of Economics) en Yuemei Ji (KUL), in een paper die de wereld rondgaat.

Paniekvoetbal

De Grauwe en Ji stoelen hun analyse op enkele rationele vergelijkingen zoals de parallel tussen het besparingspercentage, in bruto binnenlands product per inwoner, en de spreads - het renteverschil - tussen Duitsland (de sterkste economie) en noodlijdende lidstaten zoals Griekenland. Hoe meer rente ze moesten betalen om te lenen, hoe strenger de besparingen werden. Alleen zijn de 'spreads' marktgedreven - en dus artificieel. "Er is weinig twijfel. Financiële markten oefenden verschillende soorten van druk uit op landen", schrijven ze. "Door de spreads te verhogen dwongen ze sommige landen tot ernstige besparingsprogramma's." Met andere woorden: de politici van de eurozone lieten zich intuïtief leiden door de markt, meer dan door beproefde economische recepten. "Paniek op de financiële markten leidde tot paniek bij de Europese beleidsmakers."

De gevolgen waren dramatisch. "Landen die de strengste besparingsmaatregelen oplegden ervoeren ook de sterkste afname van hun bruto binnenlands product", stellen De Grauwe en Ji vast.

Beiden willen niet gezegd hebben dat het zuiden niet duurzaam moet besparen, benadrukken ze, "maar de timing en intensiteit mogen niet door de markten worden gedicteerd." Ook de noordelijke landen zijn in hetzelfde bedje ziek. Onder druk van de markten stimuleerden ze hun economie niet. Dat leidde uiteindelijk tot de huidige 'double dip'-recessie.

Wat moet er volgens De Grauwe en Ji dan wel gebeuren? "De gewenste begrotingskoers voor de eurozone is dat het zuiden zijn besparingen weliswaar voortzet, maar over een langere looptijd, terwijl het noorden zich engageert tot begrotingsstimuli. De noordelijke landen hebben de middelen, omdat de meesten hun schuld/bbp-ratio hebben gestabiliseerd. Ze kunnen zich een begrotingstekort veroorloven en hun ratio evenwichtig houden. Duitsland bijvoorbeeld kan streven naar een begrotingstekort van bijna 3 procent. Gezien de omvang van Duitsland zou dit een betekenisvolle stimulus zijn voor de volledige eurozone."

Zonder deze stappen schetsen De Grauwe en Ji een sombere toekomst. "De intense besparingsprogramma's creëren nieuwe risico's voor de eurozone. Hoewel de beslissing van de Europese Centrale Bank in september 2012 om een 'lender of last resort' te zijn voor staatsobligaties de existentiële angsten over de toekomst van de eurozone wegnam, bevinden de nieuwe risico's over de toekomst van de eurozone zich nu in de sociale en politieke sfeer. Nu het duidelijk wordt dat de besparingen onnodig lijden veroorzaakten bij miljoenen mensen die in armoede en werkloosheid terechtkwamen, zal het verzet tegen deze programma's aanzwellen. Een verzet dat ertoe kan leiden dat vele miljoenen mensen zich willen losmaken uit, wat zij zien als, boeien die de euro hen oplegde."

Internationale erkenning

De paper van De Grauwe en Ji zorgde internationaal meteen voor veel furore. Zelfs Nobelprijswinnaar Paul Krugman geeft hem gelijk. "Niemand leerde me meer over de eurocrisis dan Paul De Grauwe", schrijft hij in The New York Times. "De spreads weerspiegelden niet de onderliggende begrotingsprincipes. De Grauwe maakte al dat punt door het Verenigd Koninkrijk met Spanje te vergelijken; gelijkaardige begrotingsvooruitzichten, maar compleet verschillende leenkosten. Nu heeft hij nog een bewijs: de spectaculaire daling van spreads nadat de ECB zijn bereidheid toonde om schulden op te kopen indien nodig."

De Grauwe ontbreekt vandaag evenmin in de nieuwe editie van The Economist. "Het echte Europese debat gaat niet zozeer over de vraag of we begrotingen in evenwicht moeten brengen maar over de vraag hoe snel we dat doen", verwijst columnist Charlemagne naar de LSE-econoom in zijn column over de Italiaanse verkiezingsuitslag.

Martin Wolf, de hoofdeconoom van The Financial Times, stipt dan weer aan dat beleidsmakers eerder naar De Grauwe hadden moeten luisteren - met name zijn kritiek dat de ECB geen actie ondernam. Wolf: "Omdat de ECB (voor september '12) weigerde staatsobligaties van noodlijdende lidstaten op te kopen liepen de betrokken eurolanden liquiditeitsrisico's op - de kosten om te lenen stegen omdat kopers van waardepapieren het vertrouwen ontbeerden dat ze niet in staat zouden zijn om makkelijk te verkopen." Wolf zit ook op De Grauwes lijn dat het zuiden van de eurozone meer tijd moet krijgen - uit sociale overwegingen, "tientallen miljoenen mensen lijden nu onnodig, tragisch" - en uit noordelijk zelfbehoud, "ook landen in de kern (van de eurozone) zouden beter af zijn als de zwakkeren meer tijd krijgen om zich aan te passen."

Naar aanleiding van de 85 miljard dollar automatische overheidsbesparingen die in de VS van kracht worden, bij uitblijven van een begrotingsakkoord, raadde ook de Britse editie van The Huffington Post de dwarsliggende Republikeinen aan om De Grauwe te lezen. "Te streng besparen kan zelfondermijnend werken", waarschuwt ze. "Kijk naar het empirisch bewijs uit de eurozone", en ze citeren De Grauwes paper.

De Grauwes collega Yuemei Ji reageerde gisteren opgetogen dat hun paper voor nieuw debat zorgt. Ze wijt dat aan de timing. "Ons onderzoek komt op het juiste moment. Het vertolkt vooral ook wat veel mensen in Europa voelen, denk ik", zegt de KUL-econome, die haar lof voor De Grauwe niet onder stoelen of banken steekt. "Ook vanuit België genoot hij al veel internationaal aanzien. In Londen heeft hij nu een groter platform."

Het geheim tot succes van de topeconoom, die ooit uitgesproken neoliberaal was en nu teruggrijpt naar Keynesiaanse recepten, schuilt volgens haar in zijn vermogen tot evenwicht. Ji: "Hij maakt altijd keuzes om erg relevant onderzoek te doen. Veel economen doen ofwel aan empirisch wetenschappelijk onderzoek, of zijn beleidsmatig bezig. Een goede econoom moet de twee balanceren. Hij doet dat gewoon perfect. Dat is cruciaal voor zijn internationale erkenning."