Direct naar artikelinhoud

Enfants terribles

X is voetballer, drieëntwintig jaar oud, en zegt na een turbulent verlopen wedstrijd: "In plaats van mekaar de hersens in te slaan, zouden de supporters beter het veld bestormen en de scheidsrechter in mekaar timmeren."

X is achttien en wordt voor het eerst opgeroepen voor de nationale ploeg, ter gelegenheid van een onbeduidend toernooi in de Verenigde Staten. In de late uurtjes verlaat hij met twee veteranen het hotel om nachtelijk New York te ontdekken, waarop de bondscoach in kwestie hem nooit meer oproept.

Een clubvoorzitter spreekt over speler X: "Onze verstandhouding bereikte een dieptepunt toen ik hem als een volwassene begon te behandelen, na jaren van overdreven vaderlijke omgang. X is een verwend jongetje, iedereen moet naar zijn pijpen dansen. Hij wou zelf spelers kiezen, hij wou een peperdure spelersbus, hij wou talloze dingen die ik hem niet kon geven."

X maakt in zijn carrière één goal op een groot landentoernooi, tegen West-Duitsland zoals het toen nog (net) heette, een wedstrijd waarin hij uitblinkt. In de vreugde-uitbarsting die op dat doelpunt volgt, loopt hij richting perstribune en laat middels niet mis te verstane gebaren blijken wat hij van de journalisten denkt.

X breekt op zijn zestiende door in eerste klasse. Wanneer hij zeventien is, komt er een nieuwe trainer, met wie het niet klikt. De man over X: "Ik zag meteen dat hij uitzonderlijk getalenteerd was. Maar ik wilde hem tactisch bijschaven. Ik vond dat hij moest teruglopen als de tegenstander de bal had. Ik heb alles geprobeerd om tot hem door te dringen, ook de grove middelen. Maar niks werkte. Hij verzette zich en kroop steeds meer in zijn schulp."

X over die coach: "Hij haatte mijn hakjes. Of ze nu lukten of niet, maakte niks uit. Hij haatte ze. Ik zei hem dat ik niet begreep waarom ik de moeite moest doen me te draaien als ik met de rug naar een ploegmaat stond."

X is inmiddels dertig, en gaat op een blauwe zondag neer in het strafschopgebied. De scheidsrechter ziet er een fopduik in, en geeft hem een gele kaart. X reageert als door een wesp gestoken, trekt zijn shirt uit, gooit het op de grond, maakt het wisselgebaar en beent furieus richting kleedkamers. De scheidsrechter loopt hem achterna en trekt rood, maar X merkt het niet eens op. Hij stapt wild gesticulerend de tunnel in en schreeuwt dat hij stopt met voetballen.

X heeft een geweldige band met zijn clubvoorzitter (de vader van die van hierboven). X heeft geen manager, tekent blanco contracten, en laat de voorzitter zijn loon beheren.

X op de begrafenis van die ex-clubvoorzitter: "Lieve president, nogmaals dank, eeuwige dank, omdat je mij als een zoon hebt behandeld, en omdat je mij op een dag het mooiste compliment uit mijn leven hebt gegeven: 'Ik hoop dat je een kind krijgt dat als twee druppels water op jou lijkt'. Bedankt omdat je beter dan wie ook hebt begrepen wie ik ben."

Een van z'n allereerste coaches: "Of X later coach wordt? Nooit ofte nimmer. Daar is hij niet hypocriet genoeg voor. In ons beroep moet je kunnen veinzen. X kan dat niet, hij is veel te spontaan."

X is Roberto Mancini, de coach van Manchester City, en dus van Mario Balotelli, het enfant terrible van het mondiale voetbal. Mancini was zelf een hartverscheurend mooie voetballer, maar dus ook geen gewone... Als het klopt dat Mancini de moed heeft opgegeven om nog langer met Balotelli te werken, heeft die laatste echt een enorm probleem.