Direct naar artikelinhoud

Een pint met nootjes is niet meer genoeg

Het lokale erfgoed van bruine kroegen en onze rijke cafécultuur bloedt dood. De pint met borrelnootje kunnen we net zo goed thuis drinken. Dat blijkt ook uit de naakte cijfers die een terugloop tonen. Tegelijk zie je heel wat nieuwe cafés de deuren openzwaaien. De oude bruine kroeg wordt een eetcafé. De cafébaas een ondernemer. 'We moeten de mensen iets bieden, dat is onze overlevingsstrategie.'

Elke stad heeft haar lokale trekpleisters: de favoriete toog en barman, waar tegen gepraat en gezeverd wordt. Waar de vers getapte pint naast het potje nootjes staat. Nostalgie? Steeds vaker, zo blijkt.

Steeds meer Belgen drinken liever thuis dan op café. De voorbije negen jaar is het marktaandeel van de horeca op de Belgische biermarkt met bijna 9 procentpunten gedaald, ten voordele van de winkelverkoop. Ook vorig jaar ging het marktaandeel van de horeca opnieuw een procentpunt achteruit tot 45,6 procent. Dat maakt de zakenkrant De Tijd op, aan de hand van de cijfers van de sectorfederatie van brouwers. Het bierverbruik in ons land nam vorig jaar met 4 procent af.

Dat het cafébezoek terugloopt, is op zich geen nieuw gegeven. Het is een trend die al enige tijd aan de gang is, en die zichzelf versterkt. De opgesomde oorzaken zijn legio. Met op stip de frequentere alcoholcontroles en het vermaledijde rookverbod. Maar ook onze veranderde leefgewoontes zijn schatplichtig aan die tanende afkalving.

En toch. Her en der zie je de nieuwe tempels van de cafécultuur die legendarische trekpleisters zijn, of geworden zijn. De Flamingo in Brussel aan de KVS wist zich in geen tijd tot verworvenheid te maken. Idem met Bar Beton in de Dansaertstraat, dat een Corbusieraanblik biedt. Beide zijn van concept-entrepreneur Frédéric Nicolay. Hij spot sneller opportuniteiten voor een succesformule dan goed is voor onze lever. In Gent zijn Bar Popular en Bar des Amis ook al trendy zaken van lokaal serial horecaentrepreneur Jo Bonte. In die zaken zit je in een origineel interieur, en krijg je meer dan de klassieke pint.

'Kiezen is niet verliezen'

Gert Laurijssen, manager bij onderzoeksbureau Foodstep, ziet in die voorbeelden een bewijs voor de toekomst. "Mensen zijn bereid om geld uit te geven als er een beleving aan vasthangt. Die beleving kan een interieur zijn, of het entertainment. Het belangrijkste is dat je als cafébaas durft te kiezen: wie is mijn doelgroep? Daar ga je dan resoluut voor." Dat bevestigt Luc Van Oostende, de eigenaar van het Gentse Café Theatre. "Toen we tien jaar geleden opengingen, hadden we veel volk, maar niet het publiek dat ik voor ogen had. We hebben het concept bijgestuurd, met aangepast personeel, dranken en onze prijszetting. Ik wilde meer een bar dan een kroeg." Laurijssen: "Als je mikt op hoogopgeleide dertigers, dan moet je niet bang zijn dat die ene vijftiger niet meer terugkomt omdat hij zich niet goed voelt in je café. Zorg dat je doelgroep zich thuisvoelt en je beleving wilt delen."

Ook de legendarische kroeg Monk in Brussel heeft gekozen. De mensen achter de nieuwe Monk hebben ettelijke horecakilometers op de teller. Leuvenaars Dirk Leunens en Filip Jans van eetcafé Hungaria en Sven en Jurgen Campens van het bekende Brusselse Resto Henri. Het viertal werkte aan een totaalconcept om het café nieuw leven in te blazen. De bruine kroeg kreeg een opfrisbeurt en de rookzaal die achteraan zat, is nu een buffetzaal geworden. Compleet met hangende gedroogde hammen. "Er is niet één allesomvattend antwoord. In elk geval is het toch complexer dan gewoon pintjes tappen", zegt Jans. "Het is een samenspel van verschillende factoren. Identiteit en originaliteit. Maar ook zorgen dat je top of mind bent bij de klanten. Dat betekent via marketing wat rumoer maken. Voorts goed op de zaak letten. Efficiëntie is dus belangrijk om de kosten te drukken. Goed nadenken wat je aanbiedt." Gert Laurijssen ziet daarbij de trend van flexibele interieurs. "Je ziet dat zaken soms kiezen voor tweedehandsmeubilair, of spullen van de kringloopwinkel. Dat is goed gezien. Niet te zwaar investeren, anders moet je dat tien jaar afschrijven. Terwijl je klant binnen twee jaar iets anders wil. Dan sta je daar met je afschrijving."

Cafébaas is ondernemer

Een laatste doorslaggevend argument bij onze horecabazen: "Blijven verrassen. Niet op de lauweren rusten. Dat kan door lekkere tapa's of een origineel gerecht. Maar ook door eens wat speciale bieren te schenken of een optreden te organiseren. Hangt een beetje af van je eigen invulling en creativiteit", vat Jans samen.

En dus sterft de klassieke bruine kroeg samen uit met haar ouder wordende publiek? "Absoluut niet", zegt Jans. "Daar zal altijd een markt voor blijven bestaan." In de hoofdstad is het Goudblommeke in Papier alles behalve trendy, maar het heeft authenticiteit te over.

Iets wat Chris Botte onderschrijft. Zijn legendarisch bruin café De Muze in Gent heeft hij zonet overgelaten. "Ik ben 65 jaar, het werd tijd voor een wat rustiger bestaan. Maar voorwaarde om te stoppen was dat de zaak bleef zoals ze was. En dat is gelukt."