Direct naar artikelinhoud

Fransen en Britten willen wapens gaan leveren aan Syrische rebellen

Frankrijk en Groot-Brittannië willen op korte termijn een bijeenkomst van de EU-landen beleggen om te praten over het opheffen van het wapenembargo tegen Syrië, zodat ze wapens kunnen leveren aan de oppositie.

Volgens de Britten en de Fransen gokt de Syrische president Assad er nog steeds op dat hij met geweld de overhand kan krijgen. Door wapens te leveren aan de rebellen hopen zij hem te dwingen onderhandelingen te beginnen over een overdracht van de macht na twee jaar burgeroorlog.

De Franse premier Laurent Fabius waarschuwde gisteren dat Parijs nog deze maand wil praten met de EU-partners over het opheffen van het embargo, dat tot eind mei loopt. Ook Londen heeft laten weten dat het vaart wil zetten achter de kwestie.

Het wapenembargo maakt deel uit van een pakket sancties tegen Syrië dat iedere drie maanden verlengd moet worden. Daarvoor is de steun van alle EU-landen nodig, anders vervalt het embargo. Frankrijk hoopt dat de EU-lidstaten het eens kunnen worden over opheffing van het embargo, maar als dat niet lukt, zullen Londen en Parijs hun eigen gang gaan, aldus Fabius. "Frankrijk is een soevereine staat."

Eerder hadden de landen al voor elkaar gekregen dat het embargo werd versoepeld, zodat er nu scherfvesten en gepantserde jeeps aan de rebellen mogen worden geleverd. Maar volgens hen is het nu nodig om verder te gaan.

Duitsland is echter bang dat wapenleveranties aan de rebellen ertoe kunnen leiden dat er wapens in verkeerde handen komen. Dat brengt volgens Berlijn het risico met zich mee dat het conflict zich uitbreidt over de hele regio. Ook Nederland heeft bedenkingen.

Volgens een Franse regeringsfunctionaris overweegt Parijs onder meer luchtdoelraketten te leveren aan tevoren uitgekozen groepen rebellen. Moskou heeft laten weten dat wapens leveren aan de rebellen tegen het volkenrecht indruist.