Direct naar artikelinhoud

Hoe het Vlaamse euthanasiedebat de grens overstak

Laat het debat voor uitbreiding en verfijning van de euthanasiewet eindelijk losbarsten in het parlement

Het pleidooi van de PS voor een uitbreiding en verfijning van de euthanasiewet klonk als een ware opluchting. Na tien jaar euthanasiewet en na alle tweejaarlijkse evaluaties van de wet door de federale evaluatiecommissie voor euthanasie - waaruit blijkt dat de wet door de artsen correct uitgevoerd wordt - is er eindelijk ruimte voor de broodnodige stap vooruit.

Die federale commissie ontvangt de registratieformulieren die de artsen invullen na het uitvoeren van euthanasie. Het is de taak van die commissie om de correctheid van de procedure te controleren, maar ook om een tweejaarlijkse evaluatie te maken. Wat blijkt? Het merendeel van de formulieren is afkomstig uit Vlaanderen, en dus niet uit Wallonië. Dat wil niet zeggen dat er proportioneel minder mensen sterven in Wallonië, maar wel dat er minder euthanasiegevallen geregistreerd worden in Wallonië dan in Vlaanderen.

Uit mijn ervaring via gesprekken tijdens debatten en met mensen in Vlaanderen en Wallonië, heb ik geleerd dat artsen in Vlaanderen veel vlugger afgestapt zijn van het sturende aspect (zelf 'god de vader' spelen). Voor de euthanasiewet en voor de patiëntenrechtenwet (dus voor 2002) was er een machtsrelatie - niet negatief bedoeld - tussen de patiënt en de arts. Het zorgpad en het medisch verhaal werden meer aangestuurd door de arts dan door de patiënt. De wet op de patiëntenrechten heeft dat totaal veranderd en heeft een juridisch afdwingbare situatie gecreëerd waarin de patiënt zijn eigen medische verhaal zo veel als mogelijk in eigen handen kan nemen. Zo kan hij op om het even welk moment in zijn leven in een negatieve wilsverklaring aanduiden wat hij niet wil op het einde van zijn leven. Bijvoorbeeld: geen kunstmatige voeding of geen reanimatie. Daarbij kwam dan ook nog de euthanasiewet die aan de patiënt zelfbeschikking geeft, ook bij zijn levenseinde.

Tijdens de debatten over de euthanasiewet, maar ook over de patiëntenrechtenwet was duidelijk dat de artsen die voorstander waren van deze twee wetten - en dus van de inspraak en de zelfbeschikking van de patiënt - eerder uitzonderingen waren. Vanaf dat moment in 2002 kwam er in Vlaanderen een grote evolutie op gang. In Vlaanderen hebben de artsen - mede dankzij LEIF (LevensEinde InformatieForum) - vlug die nieuwe dynamiek aanvaard en toegepast. Sinds twee jaar is er ook in Wallonië een tak van LEIF actief (de EOL-artsen), en die heeft zeker bijgedragen aan een beter begrip bij de artsen en zorginstellingen. Zo is de maatschappelijke opinie, die nu in Vlaanderen heerst en die bijna honderd procent is, maar die ook groot voorstander is van een uitbreiding van de wet voor verworven wilsonbekwamen (mensen met dementie) en jongeren, ook gesteund door een groot deel van de artsen en zorgverleners.

In Wallonië werd die stap door de artsen niet zo snel gezet. De artsen bleven volhouden aan hun oude routine om zelfsturend te zijn in het zorgpad van de patiënt. Ook euthanasie op vraag van de patiënt lag in Wallonië veel moeilijker. Dat wordt bewezen door het lagere aantal registratieformulieren voor euthanasie dat we uit Wallonië binnenkrijgen. Blijkbaar heeft het debat voor de uitbreiding en de verfijning van de wet in Vlaanderen, de grens overgestoken. We merken dat ook aan de stijging van registratieformulieren uit Wallonië.

De oproep van de PS, die duidelijk vanuit de basis komt, bewijst dat ook Wallonië eindelijk aanvaard heeft dat een patiënt in België een stem heeft, ook wat zijn eigen levenseinde betreft. Zo wordt de politieke vraag, die al jarenlang gesteld wordt door sp.a en Open Vld en mede gesteund wordt door Groen, eindelijk ook gesteld door de grootste Franstalige partij. Wat ons zo aangenaam verrast in de persmededeling van de PS, is dat zij niet alleen de uitbreiding van de wet voor dementen en jongeren bespreekt, maar ook dat zij de vijfjarige termijn van de wilsverklaring euthanasie eindelijk wil schrappen. Ook wij van HVV zijn vragende partij voor een doorverwijsplicht voor de weigerende arts, maar ook van een correcte uitvoering van de wet. Het kan immers niet dat een zorginstelling met de ene hand de subsidies van de overheid aanneemt, maar tegelijkertijd een federale (euthanasie)wet niet correct uitvoert. Een individuele arts heeft morele vrijheid, een ziekenhuis heeft die niet. We juichen de oproep toe voor een debat over levensbeëindigend handelen bij prematuurtjes en bij kinderen die nog niet de maturiteit hebben om een euthanasievraag te stellen, naast het euthanasiedebat voor de uitbreiding van de wet voor kinderen.

De getuigenis van baby Ella-Louise en mama Linda die wij in Vlaanderen allemaal zo goed kennen, zal eindelijk ook door onze parlementairen gehoord en besproken worden. Eindelijk is er ruimte om in België een variant in te voeren van het Gronings Protocol, dat in Nederland al zestien jaar uitstekend werkt en niet geleid heeft tot misbruiken. We zijn bereid om vanuit onze expertise een positieve inbreng te doen zodat de twee debatten sereen gevoerd kunnen worden, maar vooral kunnen uitmonden in wetgevend werk. Dat werk waar onze maatschappij al jaren om vraagt en dat gesteund wordt door zo vele artsen en zorgverleners in Vlaanderen en nu ook in Wallonië. Laat de senaat het laatste anderhalf jaar van haar bestaan die ethische taak volbrengen die ze hoort te volbrengen: het uitbreiden en verfijnen van onze huidige euthanasiewet.