Direct naar artikelinhoud

Van bemiddelaar tot zondebok

Een doofpotoperatie, kopten de kranten eensgezind nadat de opnames van een gesprek tussen kardinaal Danneels en het slachtoffer van ex-bisschop Vangheluwe uitlekten. Maar hoe reageert men in kerkelijke kringen op de woorden van Danneels? ‘De benadering van de kardinaal is niet goed te keuren, wel te begrijpen.’

In kerkelijke kringen wordt afkeurend maar tegelijk begrijpend gereageerd op de Danneels-tapes

Op 8 april wordt Danneels door bisschop Vangheluwe gevraagd om te bemiddelen tussen hem en zijn neef, die hij dertien jaar lang seksueel misbruikte. Het slachtoffer, zo maken de tapes duidelijk, is aan het eind van zijn krachten en wil een oplossing. Zelf oppert hij meermaals dat Vangheluwe een stap opzij moet zetten, Danneels suggereert eerder een jaar geduld te oefenen, tot de bisschop op pensioen is, en gewoon vergiffenis te schenken. Het bewijs van een doofpotoperatie of eerder noodlottige naïviteit?

“Ik denk persoonlijk niet dat kardinaal Danneels slechte bedoelingen had, of de zaak wilde doodzwijgen”, zegt Maryse Harvengt, woordvoerster van de bisschop van Doornik. “Vermoedelijk heeft hij zo gereageerd omdat hij dacht dat niemand baat zou hebben bij het mediatiseren van de zaak, ook het slachtoffer niet.”

“De kardinaal is onverwacht en onvoorbereid op die familiebijeenkomst terechtgekomen, met het verzoek om te bemiddelen”, weet Peter Vande Vyvere, hoofdredacteur van het katholieke weekblad Tertio. “Op dat moment heeft Danneels een cruciale fout begaan: hij heeft toegezegd. Hij heeft afgetast of het mogelijk was binnen de familie een oplossing te vinden, en heeft moeten vaststellen dat dat geen optie was. Toen al meende de kardinaal dat een ander spoor moest bewandeld worden, maar zoals hij altijd gezegd heeft, was er nog een tweede bijeenkomst gepland. De zaak was nog niet afgerond. Maar de feiten hebben hem ingehaald, en plots is hij van naïeve figurant een hoofdrolspeler geworden. Van bemiddelaar naar zondebok.”

CD&V’ster Mia De Schampelaere: “De kardinaal besefte duidelijk niet hoe pijnlijk, hoe diep deze affaire geworteld is.”

Geen doofpotoperatie dus? “De kerk heeft een kwalijk verleden van schuldig verzuim op het vlak van seksueel misbruik, maar persoonlijk denk ik niet dat Danneels hier de intentie had om te verdoezelen”, meent Bert Claerhout, hoofdredacteur van Kerk&Leven. “Hoewel ik zelf ook geschrokken ben van de inhoud van dat gesprek, vind ik dat men deze zaak in een breder kader moet bekijken.”

Ook Vande Vyvere waarschuwt om geen overhaaste conclusies te trekken: “De baas is er bij geroepen en hij heeft nagelaten zijn ondergeschikte af te zetten, dat is het beeld dat vandaag blijft hangen. Ik vrees dat deze redenering te simplistisch is. In de dynamiek van de gebeurtenissen op dat moment ligt de oorzaak van de aarzeling van Danneels. Ze is niet goed te keuren, wel te begrijpen.”

“Zoals mijn moeder altijd zei: vorsten en kerkvorsten staan in de eerste plaats in voor de bescherming van hun instituut”, reageert de voormalige rector van de KU Leuven, André Oosterlinck.

De kerk te allen prijze beschermen tegen schandalen is een ingebakken impuls bij menig kerkleider, meent Mark Eyskens dan weer. “Die houding gaat ver terug, tot in de tijd dat kerken nog hun eigen rechtbanken hadden. Blijkbaar is het moeilijk om daarvan los te komen. Nochtans is het vandaag evident dat seksueel misbruik een zwaar misdrijf is dat gemeld moet worden aan de rechtbank.” De suggestie van Danneels dat het slachtoffer ook vergiffenis zou kunnen schenken vindt Eyskens “volledig naast de kwestie”.

Partijgenoot Rik Torfs struikelt eveneens over het gebruik van de term ‘vergiffenis’ door Danneels. “Het woord wordt hier aangegrepen als een easy way out voor de bisschop. Dat is toch al te gemakkelijk”, aldus de kerkjurist. “Iedere christen weet dat er geen vergiffenis kan zijn zonder berouw, en net dat laatste mis ik bij Vangheluwe. De benadering van Danneels is niet goed te praten. De redenering dat men de kerk vooral van een schandaal moet behoeden doet het instituut overigens geen goed, integendeel, het brengt haar net op de rand van de afgrond. Veel mensen kunnen als gevolg van de recente schandalen nog moeilijk een onderscheid maken tussen het eigenlijke geloof en de dienaars van de kerk. Als professionele kerkjurist heb ik daar persoonlijk geen moeite mee. Ik heb in mijn carrière wel al meer donkere tijden van het systeem meegemaakt.”

Eyskens spreekt van “een zeer spijtige zaak”. “Om bij te huilen haast. Danneels, voor wie ik altijd bewondering en sympathie heb gehad, heeft volgens mij een inschattingsfout gemaakt. Wat menselijk is. Ik denk dat hij daar zelf ook erg onder lijdt.” Oosterlinck onthoudt dan weer dat Danneels meer empathie had moeten tonen, actie had moeten ondernemen. “Als kerkoverste had de kardinaal moeten concluderen dat zijn organisatie gefaald had. Maar hij heeft in de eerste plaats aan zijn instituut gedacht. Dat lijkt me een normale reactie, voor een eindverantwoordelijke, eerder dan een poging alles onder de mat te vegen. Misschien in hij ingehaald door de feiten?”

Josiane Caproens, voorzitster Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), vindt het tijd dat er wordt nagedacht over een hervorming van het instituut kerk. “Dat men voorgoed breekt met het verleden, toen niemand aan de alarmbel trok.” Kerkjurist Torfs pleit voor een Belgische variant van de commissie-Deetman bij onze noorderburen. “Het zou goed zijn dat de kerk zelf het initiatief nam om een onafhankelijke commissie op te stellen die na het nodige onderzoek naar seksueel misbruik in de kerk met een rapport naar buiten komt waarin men zich buigt over de juridische, de kerkjuridische én de morele kant van de zaak. Dat zou een mooi signaal van transparantie zijn naar de buitenwereld toe.” Torfs hoopt vooral dat de nieuwe generatie bisschoppen het over een andere boeg zullen gooien dan hun voorgangers.

Eyskens heeft dan weer zijn twijfels bij het opleggen van het celibaat. “Men zou dat optioneel moeten maken. Uiteindelijk is het celibaat ingevoerd in de tijd van de kloosters omwille van economische redenen in plaats van mystieke: de kloosters en abdijen wilden de erfenissen gewoonweg niet delen met eventuele kinderen.” In de marge daarvan acht De Schampelaere het wenselijk ook de intrede van vrouwen in het hoogste regionen van de kerk te stimuleren. “Een eenzijdige mannelijke cultuur stimuleert de fouten die nu begaan zijn. Ze mist empathie.”

Om haar geloofwaardigheid te herstellen, moet de kerk de slachtoffers centraal stellen. “Men moet aantonen dat men zich gemeend bekommert om de slachtoffers van seksueel misbruik. Het is tijd voor een nieuwe wind, wil de kerk van deze slag recupereren.” Wat Danneels betreft, ten slotte, acht Oosterlinck de tijd rijp voor een mea culpa. “De grote communicator zou nu ook zelf naar voren moeten treden, erkennen dat hij meer had moeten doen.”