Direct naar artikelinhoud

Bereiden VS luchtaanvallen op Syrië voor?

Het Amerikaanse leger voert verkenningsvluchten uit over Syrië om zo doelwitten van IS te analyseren. De kans bestaat dat er snel luchtaanvallen komen.

Officieel klinkt het dat er nog geen beslissing is genomen over luchtaanvallen, maar mogelijk zou dat eind deze week wel het geval zijn. De New York Times schrijft dat Obama al afgelopen weekend zijn goedkeuring heeft gegeven aan de verkenningsvluchten. Volgens de krant stuurde het Pentagon bemande en onbemande verkenningstuigen naar Syrië; het gaat om een combinatie van vliegtuigen, U2-spionagevliegtuigen en drones.

Eerder deze maand voerden de Amerikanen wel al luchtaanvallen uit op Irak om doelwitten van IS te treffen. Sinds de executie van de Amerikaanse journalist James Foley in Syrië gingen ook stemmen op om in dat land IS aan te pakken via luchtaanvallen.

De aanvallen zouden bedoeld zijn tegen IS-troepen en tegen belangrijke bevoorradingslijnen van wapens tussen Irak en Syrië. De grens tussen die twee landen is zo goed als verdwenen doordat extremisten steeds meer terrein konden veroveren.

Mogelijke scenario's die momenteel worden uitgewerkt door het Pentagon houden het viseren in van leiders van IS binnen en rond Raqqa, het bolwerk van de organisatie.

Daad van agressie

Vraag daarbij is hoe dat soort aanvallen moet gebeuren, aangezien de VS en de Syrische regering, sinds het begin van de oorlog in Syrië zelf bijna op voet van oorlog kwamen te staan. Maandag klonk nog expliciet vanuit Amerikaanse zijde dat er geen toestemming zou worden gevraagd aan president Bashar al-Assad, noch dat de Syriërs op voorhand op de hoogte zouden worden gebracht.

"Het is niet zo dat de vijand van mijn vijand mijn vriend is", klonk het vanuit het Witte Huis. "Samenwerken met Assad zou de soennitische bevolking in zowel Syrië als Irak vervreemden en wij hebben hen nodig om IS uit te schakelen."

Dat viel niet in goede aarde in Damascus. Maandag waarschuwde Syrië, bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Walid al-Moallem, dat een dergelijke aanval door beide landen moesten worden gecoördineerd. Anders zouden de luchtaanvallen worden gezien als een daad van agressie tegen Syrië.

Het is ook voor de Syriërs opvallend hoeveel veranderde sinds nog maar een jaar geleden, toen de VS overwoog om luchtaanvallen uit te voeren op het land. Niet op IS, maar op doelwitten van Assad, nadat een dramatische chemische aanval honderden burgers had gedood. Nu is het niet meer zozeer Assad maar IS die wordt gezien als de te bestrijden vijand.

In ieder geval is de kans reëel dat Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië de koers van de oorlog, die nu al drie jaar duurt, zullen veranderen. Volgens de VN vielen er al 190.000 doden. Tot nu toe stond de Amerikaanse president Obama erg weigerachtig tegenover een militair ingrijpen in Syrië. Maar sinds enige tijd, en vooral sinds de onthoofding van Foley, wordt er vanuit het Pentagon steeds meer aangedrongen op luchtaanvallen.

Vorige week nog zei de voorzitter van de stafchefs, Martin Dempsey, dat IS niet kon overwonnen worden door enkel de militanten in Irak te treffen. "Ze moeten aangepakt worden aan beide zijden van wat nu essentieel een niet-bestaande grens is", zei Dempsey.